Palliatieve zorg............................................................................................................................................ 51
Palliatief klinisch redeneren - Elearning misselijkheid, braken en ileus.............................................................51
Palliatief klinisch redeneren - ZSO Angst en depressie.......................................................................................54
Palliatief klinisch redeneren – ZSO Delier...........................................................................................................59
Palliatief klinisch redeneren – ZSO Dyspnoe......................................................................................................64
Palliatief klinisch redeneren – ZSO Vermoeidheid..............................................................................................71
ZSO Behandeling van pijn bij kanker..................................................................................................................74
Deel 1: Inleiding pijn......................................................................................................................................74
Deel 2: Behandeling inleiding........................................................................................................................75
Deel 3: Behandeling neuropathische pijn......................................................................................................75
Deel 4: Behandeling van nociceptieve pijn WHO ladder...............................................................................76
Deel 5: Regels voor het voorschrijven van opioïden.....................................................................................76
Deel 6: Middelen bij doorbraakpijn...............................................................................................................77
Deel 7: Bijwerkingen van opioïden................................................................................................................78
Deel 8: Soorten opioïden...............................................................................................................................79
Deel 9: wat als het moeilijk gaat?..................................................................................................................80
Deel 10: Invasieve pijnbehandeling...............................................................................................................81
ZSO Thuis sterven...............................................................................................................................................84
1
, RC Palliatieve zorg..............................................................................................................................................86
ZSO Palliatieve sedatie.......................................................................................................................................88
WG Thuis sterven...............................................................................................................................................90
E-learning slechtnieuwsgesprek: PRINSE model................................................................................................94
ZSO Ethische aspecten wilsbeschikking en euthanasie......................................................................................95
WG Ethische aspecten wilsbeschikking en euthanasie......................................................................................98
E-learning 4 dimensies in de palliatieve geneeskunde.......................................................................................99
E-learning Advance care planning & shared decision making.........................................................................100
WG Palliatieve zorg..........................................................................................................................................101
RC Culturele en religieuze aspecten.................................................................................................................101
IVT/GVT E3................................................................................................................................................ 101
ITO E3...............................................................................................................................................................106
Medische oncologie
ZSO Mammacarcinoom
Leerboek oncologie
Achtergrond
Eerder in het curriculum heb je de epidemiologie, pathofysiologie, diagnostiek en (curatieve)
behandeling van het mammacarcinoom reeds bestudeerd. Na 10 jaar leeft 80% van alle patiënten
met borstkanker nog, waarbij de kans om te overleven sterk afhankelijk is van het stadium bij
diagnose (cijfersoverkanker.nl). Hoe lager, des te groter de kans om te overleven.
Indien er multipele metastasen zijn, zijn er geen curatieve behandelopties en spreken we van een
palliatieve behandeling. Ongeveer de helft van de patiënten met uitgezaaide borstkanker leeft langer
dan 2 jaar, 10% zelfs langer dan 10 jaar. Patiënten verdienen in die periode een betrokken en kundige
begeleiding, waar je in deze module de basis voor kunt leggen.
Casus
Op uw spreekuur als huisarts komt mevrouw S. Vogel, 72 jaar, weduwe. Zij komt weinig bij je en
heeft geen belangrijke medische voorgeschiedenis. Ze heeft kortademigheidklachten, die langzaam
progressief zijn. Ze kan nog wel traplopen en boodschappen doen. Uiteraard wil je (onder andere)
naar hart en longen luisteren en je vraagt of mevrouw haar blouse uit wil doen. Mevrouw lijkt dit wat
ongemakkelijk te vinden en het valt je op dat er vlekken in haar donkere BH zitten. Als je de longen
ausculteert, valt je naast verminderd ademgeruis links achter onder ook een nare geur op. Je vraagt
of zij ook haar BH uit wil doen, omdat je haar dan beter kan onderzoeken. Je ziet vervolgens een
ulcererend proces van de mamma links. Ter illustratie
https://www.nurseacademy.nl/leermodules/leermodules_artikel/t/het_ulcererend_mammacarcinoo
m
1. Waar let je nu in het bijzonder op bij verder lichamelijk onderzoek?
Lymfeklieren, palpatie lever, longen luisteren, hart luisteren, voelen knobbels in de borst
2. Je hebt naar aanleiding van dit ulcererende proces (klinisch zeer verdacht voor mammaca)
de behoefte je anamnese aan te vullen. Welke aanvullende gegevens vraag je uit?
Familiegeschiedenis met mammaca?
Hoe lang zit dit proces er al?
2
,Deelname bevolkingsonderzoek?
Andere klachten naar dyspneu die wijzen op uitzaaiingen? (pijn, misselijkheid, hoofdpijn,
gewichtssverlies)
Dyspneu bij kanker: pijnlijke dikke kuit, pijn bij ademhaling, hoesten, sputum, koorts?
3. Je gaat er van uit -bij deze vrouw zonder bekende comorbiditeit- dat de signaalklacht
(dyspneu) en het mammaca met elkaar samenhangen. Hoe kan borstkanker tot
kortademigheidklachten leiden?
Neoplastisch: metastasen in mediastinum, longen, pleuravocht, VCSS, pericardvocht, ernstige anemie
door beenmergmetastasen, hoogstaand diafragma door zenuwingroei, subdiafragmaal door ascites
Paraneoplastisch: longembolie of trombo-embolie
4. Je adviseert nader onderzoek in het ziekenhuis. Naar wie verwijs je? Op welke termijn?
Als klinisch verdenking longembolie dan spoedverwijzing naar SEH
Anders medisch gezien geen grote spoed. Mammapoli kan
5. Mevrouw Vogel vraagt wat ze aan aanvullend onderzoek kan verwachten in het ziekenhuis.
Wat vertel je haar? Wat is minimaal nodig voor een goede stadiëring en verklaring van haar
klachten?
Biopt voor tumorkenmerken en onderzoek voor stadiering: bij T4 altijd disseminiatie-onderzoek,
dysnpnoe minimaal X-thorax en D-dimeer.
Enige tijd later ontvang je bericht van het ziekenhuis. Bij mevrouw Vogel blijkt sprake van een
oestrogeenreceptor positief, progesteronreceptor positief, Her2 negatief T4N2M1 (pleura, bot,
mediastinale klieren) lobulair carcinoom. De dyspneuklachten zijn verbeterd na een punctie van de
longarts. Zij wil graag met je het behandelvoorstel van het ziekenhuis bespreken.
6. Beredeneer op basis van het gevonden stadium en tumorkenmerken hoe dit
behandelvoorstel er in grote lijnen uit zal zien en wat het doel van de behandeling is.
Stadium 4: doel behandeling is palliatief. Behandelvoorstel: hormonaal therapie, in deze casus
voorkeur boven chemo minder impact op kwaliteit van leven. Geen indicatie voor HER2-remming.
Gezien ossale metastasen: bisfosfonaten, bij pijnlijke metastasen palliatieve radiotherapie
7. Wat zal de oorzaak van haar dyspneu geweest zijn en welke interventie zal de longarts
hebben verricht?
Interventie longarts zal ontlastende pleurapunctie geweest zijn door de diagnose pleuritis
carcinomatosa
8. Beredeneer of en zo ja welke aanpassingen van het behandelplan nodig zijn indien het zelfde
carcinoom en stadium gevonden zouden zijn
a. Bij een 36 jarige premenopauzale vrouw AI (aromatase-remmers) niet werkzaam
tenzij tevens ovariële suppressie
b. Maar ook meerdere levermetastasen dan chemotherapie (lever is een vitaal
orgaan met kans op snelle achteruitgang)
c. Maar geen ossale metastasen geen bisfosfonaten
d. En er pijnklachten van een van de botmetastasen bestaat ook palliatieve
radiotherapie op pijnlijke metastasen
e. Er een dreigende fractuur van een metastase in het femur wordt gezien bij
goede levensverwachting stabiliserende chirurgie met radiotherapie
3
, f. Het een triple negatief ductaalca ipv een hormoongevoelig lobulair ca betreft
antihormonale therapie niet zinvol, systemische chemotherapie enige optie
g. De tumor her2 overexpressie heeft Her-2 blokkade toevoegen
h. De primaire tumor in de borst vaak hinderlijk bloedt als niet gewacht kan
worden op effect systeemtherapie: palliatieve radiotherapie, eventueel
borstamputatie (ablatio)
Patiënte besluit na het gesprek met je om zich te laten behandelen. Wel wil ze met je verdere
gesprekken over eventuele euthanasie als het slechter zou gaan (komt aan bod in WG ethische
aspecten van wilsbeschikking en euthanasie).
Je ziet haar laagfrequent en krijgt ook zo af en toe bericht uit het ziekenhuis dat er een voortdurende
respons op de therapie is (onder ander uit zich dat erin dat het mamma ulcus ‘genezen’ is), die ze
goed verdraagt.
Anderhalf jaar na haar 1e bezoek komt ze op uw spreekuur. Het gaat minder, ze is weer korter van
adem, wat misselijk, verminderde eetlust, wat bij uitvragen meer lijkt te berusten op een snel vol
gevoel. Ze valt ook af, maar haar broeken krijgt ze niet goed meer dicht.
9. Hoe vaak is misselijkheid en verminderde eetlust een bijwerking van hormoontherapie?
Kan dit ook nog na 1,5 jaar optreden? Hoe is dit voor cytostatica, targeted (doelgerichte)
en immunotherapie?
Hormonale therapie: zeer vaak, in de eerste weken al en vaak voorbijgaand dus na 1,5 jaar
alternatieve verklaring meer waarschijnlijk
Bij cytostatica afhankelijk van type en schema ook bekende bijwerking, meer dan bij HTx, goede
controle misselijkheid in begin behandeling is belangrijk (anticipatoire misselijkheid voorkomen)
Targeted en immuno minder vaak, incidentie nausea en anorexie wisselt maar frequent tot zeer
frequente bijwerking. Patroon vergelijkbaar met HT
Je denkt dat de klachten zouden kunnen wijzen op progressie onder de huidige behandeling.
10. Patiënte heeft een lobulair type carcinoom. Is dit nog van invloed op uw differentiaal
diagnose?
Klachten kunnen wijzen op ascites ten gevolge van metastasering, vaker gezien bij lobulair dan
ductaal
11. Geef een differentiaal diagnose voor haar klachten, waarbij je er van uit mag gaan dat deze
gerelateerd zijn aan haar maligniteit.
Er bleek inderdaad sprake van progressie en de internist-oncoloog is gestart met 2e lijns hormonale
behandeling. Ook deze verdraagt zij weer goed en de klachten nemen af. Zij is door deze
ontwikkelingen wel wat somberder gestemd en komt een paar keer op uw spreekuur om te praten
over de toekomst. Zij is bang haar zelfstandigheid en waardigheid te verliezen. Je probeert samen
met haar een plan te maken voor mogelijke scenario’s (advanced care planning). Ook vertelt ze je dat
de internist al aangegeven heeft dat er een moment kan komen dat de
tumor resistentie gaat vertonen op hormonale behandeling en dan
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evasimons54. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.