Samenvatting ondernemingsrecht
Borgstelling / Borgtocht :
Borgstelling / borgtocht: Iemand stelt zich borg voor de nakoming van een verbintenis van een ander
Bij borgstelling zijn er altijd drie partijen aanwezig: De schuldenaar; De schuldeiser; De borg.
Er zijn twee soorten borgstellingen, met beiden verschillende wettelijke regels:
1. Borgtocht aangegaan in beroep of bedrijf
2. Borgtocht met een natuurlijk persoon (particulier). Wet: vanaf art 7:850 BW met vanaf art
7:857 BW bijzondere regels i.v.m. borg voor particulier.
Schuldeiser kan de borg pas aanspreken als de schuldenaar tekortschiet in de nakoming van zijn
verbintenis. Schuldeiser moet de borg van een ingebrekestelling op de hoogte stellen.
Bestaat de verbintenis uit iets anders dan betalen van geld, dan is de borg slechts aansprakelijk voor
schadevergoeding.
De borg hoeft overigens niet zomaar het inroepen van de borgstelling over zich heen te laten gaan.
Hij kan zich verweren met dezelfde verweermiddelen die de schuldenaar had (bijvoorbeeld: ‘De
geleverde producten waren van slechte kwaliteit’).
Overigens geldt verjaring van de rechtsvordering ook voor een beroep op de borgstelling. Is de
vordering tegenover de schuldenaar verjaard, dan kan óók de borg niet meer worden aangesproken.
Na betaling door de borg, krijgt de borg een vordering (incl.rente en eventuele incassokosten) op de
schuldenaar.
Extra bescherming particuliere borg:
• Bedrag moet van tevoren vaststaan of een maximum bevatten.
• Borgstelling moet schriftelijk om bewijs van het bestaan van de borg te kunnen leveren.
• Geen extra voorwaarden voor de borg
• Borg voor onbepaalde tijd kan altijd worden opgezegd; voor bepaalde tijd geldt de
overeengekomen termijn; bepaalde tijd > 5 jaar kan na 5 jaar worden opgezegd.
Van al deze extra regels voor borgstelling kan niet worden afgeweken in de overeenkomst. Het
betreft dwingend recht.
, Pand en Hypotheek :
Pandrechten en hypotheekrechten zijn beide zekerheidsrechten die een schuldeiser
“garanderen” dat hij zijn geld terugkrijgt
Voorbeeld:
Marc wil een nieuw huis kopen voor € 450.000. Hij heeft met de verkoop van zijn oude huis een
mooie winst gemaakt, maar wil toch van de bank nog € 230.000 lenen.
De bank krijgt daardoor een relatief recht op terugbetaling + rente. Relatief= slecht t.o. één persoon
te handhaven, immers bank kan alleen van Marc betaling eisen. Daarom wil de bank hem het geld
alleen lenen als Marc aan de bank het recht van hypotheek geeft. De bank krijgt daardoor het
exclusieve (absolute) recht om het huis te verkopen en de lening uit de opbrengst af te lossen.
In art. 3:227 BW worden pand- en hypotheekrecht gedefinieerd als “beperkte rechten”, daardoor
behoren zij tot de absolute rechten : rechten die je tegenover iedereen kunt handhaven, dus
bijvoorbeeld tegen andere schuldeisers.
Dit proces van het verkopen van de goederen en verhaal nemen op de opbrengst noemen we ook
wel ‘uitwinning’ of ‘executie’. Aangezien de pand- en hypotheekhouder tot een dergelijke executie
mag overgaan zonder tussenkomst van een rechter, wordt deze ook wel parate executie genoemd
(art 3:227 lid 1 en 3:279 BW). Degene die een pandrecht of hypotheekrecht geeft (de debiteur)
wordt de pand- of hypotheekgever genoemd. Degene die het pandrecht krijgt (de schuldeiser)
noemen we de pand- of hypotheekhouder.
Hypotheek:
• Vestigen op registergoederen. Registergoederen zijn onroerende zaken zoals grond en
opstallen, alsmede te boek gestelde schepen en luchtvaartuigen.
- Afhankelijk recht: het pand- en hypotheekrecht zijn verbonden aan het bestaan van de
onderliggende lening. Vervalt de lening (door afbetaling bijvoorbeeld), dan vervalt ook het
pand- of hypotheekrecht. Mensen die na een aantal jaren hun hypothecaire lening hebben
afgelost, zeggen dan ook wel: ”Ik heb mijn huis vrij” (art 3:7 BW)
- Zaaksgevolg: het recht wordt gevestigd op een zaak of vordering en blijft daarop rusten, ook
bij overdracht van de zaak. Het recht volgt de zaak. Het is om die reden dat de bij de verkoop
van een huis eerst de hypothecaire lening van de verkoper wordt afgelost, voordat het huis
op naam van de nieuwe eigenaar wordt gezet.
- Prioriteit: oud gaat voor nieuw
- Parate executie: openbare verkoop zonder tussenkomst van de rechter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller denisejonkheer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.