100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Introductie maatschappijwetenschappen $4.76
Add to cart

Class notes

College aantekeningen Introductie maatschappijwetenschappen

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak introductie maatschappijwetenschappen + een samenvatting van de eerste twee hoofdstukken uit het boek.

Preview 3 out of 24  pages

  • March 7, 2023
  • 24
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Marcel lubbers
  • All classes
avatar-seller
Anne Ponsteen


sv hoorcolleges intro maatschappijwetenschappen
Hoorcollege 1 - inleidend hoorcollege
- Heel erg inleidend hoorcollege dit
- De geografische locatie van een persoon is enorm belangrijk voor de vorming
- Sociologie is een wetenschap die zich richt op hoe mensen hun leven vormgeven
- Vragen over hoe wij samenleven, welke invloed we op elkaar hebben en hoe onze
leefomgeving ons mogelijkheden biedt en beperkingen geeft
- Sociologie is terug te zien in individuele keuzes maar ook in maatschappelijke
structuren
- Partnerkeuze is bijv. individueel maar er zijn veel andere factoren die ook een rol
spelen, zoals woonplaats of opleidingsniveau
- Aantal kinderen per gezin verschilt enorm per land → sommige organisaties/landen
proberen zulke persoonlijke keuzes te beïnvloeden met bv langer betaald verlof
- Sociologie richt zich op hoe macro structuren de organisatie van ons sociale leven
vormgeven en hoe deze sociale structuren de keuzes en mogelijkheden voor
individuen geven en beperken
- Sociologie richt zich op individuen en hun interacties (microdynamics) en hoe die
beïnvloed worden door de context waarin zij zich begeven en de keuzevrijheid
(agency) die individuen daarbinnen gebruiken
- Comte (1798-1857) is de grondlegger van sociologie, dit is een samentrekking van
de woorden socius (medemens) en logos (leer).
- De sociologie is ontstaan tijdens de verlichting, werd steeds meer aandacht besteed
aan wetenschappelijk denken: kennis komt niet uit religie, de ratio staat centraal
empirie/waarneembaarheid is het nieuwe uitgangspunt
- Voordat sociologie bestond werd er al op genoemde manier gedacht door filosofen,
onderzoeken of de bevindingen ook echt kloppen was minder belangrijk, dit werd
later gedaan in het positivisme van Comte waarin empirie centraal stond
- In het positivisme werden de regels van de natuurwetenschappen toegepast, men
ging ervan uit dat er strikte wetten waren die het menselijk handelen verklaren
- Met de explanans (wetmatigheden + condities) kunnen het explanandum (hetgeen
dat we willen weten) verklaren (W + C = E)
- Bij de interpretatieve benadering wordt gesteld dat het onderwerp van de sociale
wetenschap (mens en gedrag) niet in wetten te vangen valt → sociale
wetenschapper verhoud zich dus anders tot zijn onderzoeksobject dan een
natuurwetenschapper
- Ontstonden al snel verschillende visies op sociologie (positivisme & interpretatieve
benadering zijn de 2 dominante visies die elkaar wel aanvullen):
1. Positivistisch: de werkelijkheid kunnen we waarnemen en meten met indicatoren.
Met statistiek kunnen we de relaties tussen kenmerken vaststellen
2. Interpretatief: het verklaren van sociale fenomenen door het begrijpen van de
alledaagse gecontextualiseerde werkelijkheid
- Veel onderzoekers verbinden de 2 benaderingen
- Sociologische theorie is een verzameling van concepten en uitspraken over relaties
daartussen, waarmee patronen en processen in de samenleving worden begrepen
- Een theorie wordt gebruikt om antwoord te geven op wetenschappelijke vragen over
empirische sociale fenomenen

, Anne Ponsteen


- Theorieën worden steeds herzien om kloppend te zijn voor zo veel mogelijk situaties,
dit maakt een theorie een constellatie/verzameling van heel veel kennis, en is dus
altijd in ontwikkeling
- Bij een wetenschappelijke vraag is het antwoord vrijwel altijd terug te vinden in
bestaande theorie, nadat het theoretische antwoord gevonden is ontstaan er vaak
weer nieuwe vragen, dan weer op zoek naar antwoorden
- Soms strookt de theorie niet met de werkelijkheid, als het theoretische antwoord niet
klopt dan moet er kritisch gekeken worden naar de theorie
- Theorie stimuleert dus om nieuwe vragen te stellen en een ander perspectief in te
nemen. Bovenstaande stappen laten ook de constante ontwikkeling zien
- Bij sociologie gaan vragen niet over individuen maar meer over de samenleving of
grotere groepen

Hoorcollege 2 - Karl Marx
- Karl Marx dacht na over ongelijkheid, de verschillen tussen arm & rijk
- Rond 1840/1850 werden zijn belangrijkste werken gepubliceerd die gingen over de
veranderingen die ontstonden door de industrialisatie
- Marx’s theorie is historisch materialisme want hij focust zich op hoe de materiële
condities (economie) in de samenleving de sociale structuren/relaties vormgeven →
historische verandering is verandering in de materiële condities
- Belangrijke denkers voorafgaand aan Marx (waar hij ook op reageerde)
- Hobbes (1588-1679): mensen zijn hebzuchtig en de een bezit meer dan de ander
- Locke (1632-1704): positiever mensbeeld, rationeel eigenbelang zal een positieve
uitwerking hebben op het individueel welzijn en op de samenleving als geheel
- Smith (1723-1790): econoom, schreef over de welvaart in een land, hij stelde dat bij
vrije markten de welvaart toeneemt (vrije markt = iedereen mag alles maken en zelf
de prijs vaststellen). Alles wat wij consumeren, produceren wij zelf niet, Smith dacht
dat een sterke arbeidsverdeling tot hogere efficiëntie leidt (en dus meer welvaart)
- Bij Marx gaat het niet enkel om welvaart maar ook vooral om gelijkheid, de welvaart
neemt wellicht toe maar niet in gelijke mate voor iedereen, sterker nog de welvaart
daalde zelfs voor de arbeidersklasse
- Marx heeft rechten gestudeerd in Bonn, eerst veel feesten, daarna werd hij door zijn
vader naar Berlijn gestuurd waar hij serieuzer aan de studie ging, besloot filosofie te
gaan studeren. Promoveren in Jena omdat hij tegen de principes van de Berlijnse
universiteit inging. Later terug naar Bonn maar vond lastig werk omdat Bonn ook vrij
conservatief was, ging de journalistiek in en begon met schrijven bij een radicale
krant. Ging vervolgens naar Parijs voor werk waar hij Engels ontmoette. Uiteindelijk
gevestigd in Londen (in vrijwel alle andere landen werd zijn werk verboden)
- Engels’ vader had veel textielfabrieken, kreeg hier een ‘culture shock’ door de
armoedige omstandigheden van de arbeiders, hier schreef hij over (gepubliceerd)
- Theorie Engels & Marx is het historisch materialisme: veranderingen in de wijze
waarop in het bestaan wordt voorzien (met name de materiële basis), verklaren de
loop van de geschiedenis. Ze stelde dat er een groeiende ongelijkheid ontstond door
het kapitalisme (deze werd scheef verdeeld waardoor verschillen groter werden).
Kapitaalbezitters (bourgeoisie) bezitten de productiemiddelen, hun doel is het maken
van winst. Arbeidskrachten produceren goederen en diensten maar worden slecht
betaald (want doel bourgeoisie is winst). Arbeidskrachten vormen het proletariaat en

, Anne Ponsteen


worden uitgebuit waardoor een alsmaar grotere ongelijkheid ontstaat. Oftewel; de
rijken worden rijker en de armen worden armer.
- Bourgeoisie keren zo weinig loon uit omdat hun winst daardoor groter wordt lagere
productiekosten is meer winst), dit kan door dwang uit te oefenen door
arbeidskrachten te vervangen voor anderen die zelfs nog minder accepteren (voor
jou 10 anderen dus probeer maar eens in opstand te komen) of vervangen door
machines
- Marx dacht dat het kapitalistische systeem enkel omver geworpen kon worden dmv
revolutie, het systeem zou dan vervangen worden door een communistische systeem
waarin iedereen gelijk is en er geen strijd tussen groepen meer (nodig) is
- Communisme is nog niet weg maar het is wel klein
- Marx theorie niet uitgekomen doordat hij aannam dat er steeds meer lage loon
werkers nodig zouden zijn (door mechanisering niet zo) en dat het proletariaat arm
zou blijven (niet het geval door o.a. vakbonden en scholing)
- Marx is niet tegen werken maar wel tegen de manier waarop er in het kapitalistische
systeem vorm wordt gegeven aan werk. Hier wordt werk enkel uitgedrukt in een
geldwaarde (commodificatie). Kapitaalbezitters betalen lonen (ruilwaarde arbeid)
maar de gebruikswaarde is hoger, het verschil is de surplus-waarde; de winst
- Volgens Marx is de vrije markt een illusie omdat het een systeem is van
onderdrukking en uitbuiting, als je geen werk hebt heb je ook geen inkomen, en
omdat er nooit genoeg mogelijkheid is om op een creatieve manier te werken is het
proletariaat wel genoodzaakt om slecht(betaald) werk aan te nemen. Daarmee
creëert de vrije markt ook een vals bewustzijn dat wijsmaakt dat consumptie gelukkig
maakt
- Class consciousness = individuele minimum-werkers realiseren zich dat zij deel uit
maken van een groter geheel minimum werkers die geëxploiteerd worden door de
structuur van het kapitalistische systeem (dit zou aanzetten tot revolutie dacht Marx)
- Arbeidsdeling volgens Smith essentieel voor welvaartsgroei, Marx zegt dat dit het
individu reduceert tot een gebruikswaarde wat leidt tot grote vervreemding want:
1. Vervreemding van het product (maakt maar een heel klein onderdeel)
2. Vervreemding van het proces (doet maar een heel klein deel van het proces)
3. Vervreemding van de menselijke essentie (creativiteit & hoger bewustzijn)
4. Vervreemding van elkaar (leven om te werken, geen tijd voor elkaar)
- Marx & Engels voorspellingen zijn niet/nauwelijks uitgekomen, redenen hiervoor zijn:
1. Scholing heeft een grote rol (onderwijsexpansie). Over geschoolde arbeiders kun
je minder dwang uitoefenen vanwege hun kennis. Geschoolde en gespecialiseerde
arbeiders zijn ook minder eenvoudig te vervangen (niet iedereen heeft hun kennis),
daarom zijn hun lonen ook minder laag en dalen ze minder snel
2. Door de scholing ontstaat een groeiende middenklasse en een groeiende
opwaartse mobiliteit, omdat je het voor jezelf beter kan maken is de onvrede minder
groot. Ook zijn arbeiders soms mede-aandeelhouders
3. Arbeidersklasse heeft stemrecht afgedwongen en zich verenigd in vakbonden en
politieke arbeiderspartijen, ze zijn dus niet op gewelddadige maar op vreedzame
(politieke) wijze de strijd aan gegaan → er zijn meer arbeiders dan kapitaalbezitters
dus de gedachte is dat de arbeiders meer politieke macht hebben
- Politieke macht van de arbeiders heeft een aantal dingen gerealiseerd, zoals het
bestaansminimum dat gegarandeerd wordt door een overheid (minimumloon)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ajponsteen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.76
  • (0)
Add to cart
Added