Hidde leplaa, bella struminskaya en sara van erp
All classes
Subjects
data verzameling
data analyse
coderen
mixed methods
surveys
regressie
betrouwbaarheid
validiteit
anova
experimenteel design
model aannames
t toets
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen
Toepassing van Onderzoeksmethoden en Statistiek
All documents for this subject (54)
Seller
Follow
ajponsteen
Content preview
Anne Ponsteen
sv hoorcolleges TOE
Deel 1; kwalitatief
Hoorcollege 1 - Data-verzameling
- Bij kwalitatief onderzoek staan we de hypothese stap over (is een vorm van inductief
onderzoek)
- Iteratieve werkwijze: enkele stappen uit het onderzoeksproces worden herhaald
- Kwalitatieve interviews, 3 types:
1. ongestructureerd: ligt weinig vast (slechts het hoofdonderwerp en startvraag)
2. semi-gestructureerd: alles tussen ongestructureerd en gestructureerd
3. gestructureerd: vragen, volgorde en structurering liggen vast (survey)
- Manieren afname interview: Face to face, telefonisch, online, go-along (andere
activiteit tijdens interview, bijv. wandelen) & etnografisch
- Voordeel face to face is dat de interviewer ook non-verbale signalen oppakt + meer
controle
- Vraag-antwoord model (tourangeau): vraag → comprehension (begrijpen vd vraag)
→ retrieval (ophalen info) → judgement (gedachten ervaringen etc. in hoofd
respondent) → response (verbaliseren van een antwoord)
- In al deze stappen kan iets fout gaan waardoor niet tot het gewenste antwoord wordt
verkregen. Hier moet rekening mee gehouden worden bij de vraagstelling, maar ook
bij de rapport (relatie/verhouding respondent en interviewer)
- Belangrijk om een goede opbouw te hebben bij een interview: introduceer eerst jezelf
/klets even, introduceer daarna het onderzoek begin niet direct over heftige
onderwerpen maar leidt het netjes in (en rond het daarna ook af)
- Doorknob effect: wanneer iemand na afloop van een gesprek nog met nieuwe
informatie komt → als je deze info nog als data wil gebruiken moet je dit duidelijk
maken aan de respondent en fieldnotes maken
- Focusgroep: interviewvorm met een groep mensen die dezelfde eigenschappen/
ervaringen delen, een belangrijk onderdeel is de interactie tussen de respondenten
- Er moet dus homogeniteit zijn mbt tot de uitgekozen eigenschappen maar tussen de
respondenten is ook heterogeniteit nodig voor diversiteit in de antwoorden/data
- Fasen van een focusgroep (overeenkomsten model Tuckman & Jenson):
1. introductie en basisregels vaststellen
2. individuele introducties
3. Openingstopic
4. Discussie
5. Afronding discussie
- Kan zijn dat de focusgroep niet helemaal lekker loopt, dan is het belangrijk dat de
moderator sturing geeft en misschien een stap terug doet naar een eerdere fase
- Vormen van focusgroepen
- Two-way: 2 focusgroepen tegelijkertijd, de ene groep moet stil zijn als de andere
groep discussieerd, gesprek wordt vervolgt met de andere groep
- Dueling moderator: 2 moderators bij 1 focusgroep, zij zijn in strijd met elkaar om
hun eigen standpunt
- Dual moderator: 2 moderators bij 1 focusgroep, ze ondersteunen elkaar
- Respondent moderator: moderator benoemd enkele topics en stap zelf buiten de
groep, moderator is geïnteresseerd in de samenwerking tussen de respondenten
, Anne Ponsteen
- Chat room focus group: tegelijkertijd online discussiëren over een onderwerp
- Bulletin board focus group: mensen kunnen over langere periode op elkaar
reageren (vb op een soort Q&A pagina)
- moderator moet responses eliciteren (uitlokken) → aantal manieren:
- Probes: stiltes laten vallen of een ongerichte (of expliciete) aanmoediging (duidelijk
maken dat je meer wil horen) → vooral bij interviews
-Prompts: introduceren van een nieuw onderwerp
- Reflecterende materialen zijn vignetten, bestaande en gemaakte data, foto’s etc.
- Een topiclist is een outline van de hoofdvragen, subonderwerpen & prompts
- Scope creep = ongewild verleggen van de focus (/het hoofdonderwerp)
- stakeholders: alle mensen/groepen die een rol spelen bij jou onderzoeksonderwerp
- Observaties: participerend vs niet-participerend, overt vs covert & systematisch vs
niet-systematisch
- Rollen onderzoeker bij observaties:
- Complete participant (covert participerende observator)
- Participant observer (overt participerende observator)
- Observer (overt niet-participerende observator)
- Covert observer (covert niet-participerende observator)
- Hou rekening met reactiviteit (participanten reageren op de observator wat een
vertekend beeld kan geven → verdwijnt na verloop van tijd, =naturalisatie, daarna
pas beginnen met observeren)
- Ook uitkijken voor going native: het uit het zicht verliezen van de onderzoekers rol
vanwege te nauw contact met participanten
- Subjectivity statement: wat neem ik zelf - als onderzoeker - mee naar het onderzoek
en hoe verkleurt dit mijn beeld?
- Fixed position: iets wat vaststaat (geslacht, opvoeding etc.)
- Subjective position: iets wat niet vaststaat (mening)
- Soorten observaties (in fieldnotes):
- Primary observaties: dag, tijd, locatie, actoren, gebeurtenissen etc.
- Experimental data: aantekeningen over eigen gevoelens, emoties, reflecties
- Secundary observaties: opmerkingen over gedane observaties door anderen
- Bestaande data: data dat niet gecreëerd wordt met een respondent, het is er al.
Macro-sociale fenomenen, historisch onderzoek en ‘blind spots’ (onderwerpen waar
respondenten vertekende/sociaal wenselijke antwoorden geven) zijn hier goed mee
te onderzoeken
- Types bestaande data: publieke data (website, kranten, jaarrapporten), met
toestemming (archieven, notulen vergaderingen) & privé (dagboeken, foto’s)
- Bij bestaande data wel bedenken of het ethisch is om iets te gebruiken
- Manifeste data: feitelijke data, beschrijvend, duidelijk, objectief
- Latente data: interpretatie/context nodig, diepere betekenis, subjectief
- Datatriangulatie: het combineren van data verzamelingsmethoden om zo een
completer beeld te verkrijgen
- Vormen van triangulatie
- Data triangulatie: combineren van 2 kwalitatieve dataverzamelingsmethoden
- Methode triangulatie: combineren van kwalitatieve en kwantitatieve
dataverzamelingsmethoden
- Onderzoeker triangulatie: 2 onderzoekers bekijken dezelfde data om persoonlijke
, Anne Ponsteen
meningen uit de observaties te filteren
- Theorie triangulatie: hoe past de data binnen theoretische frameworks?
- Etnografisch onderzoek
Hoorcollege 2 - Data analyse
- Data analyse kan op 2 manieren: inductief (van data een theorie afleiden) en
deductief (een theorie testen dmv data (en vervolgens bevestigen of ontkrachten))
- Bij een abductief proces formuleert men een voorlopige verklaring op basis van data,
vervolgens vorm je de theorie verder dmv literatuuronderzoek. Dit vérifier/falsifier je
met nieuwe data → nieuwe voorlopige verklaring op basis van deze data
- In het abductieve proces zit zowel een inductief (1e stap) als deductief (3e stap)
onderdeel en geeft een betere weergave van kwalitatief onderzoek
- Type codes
1. Attribute codes: markeren achtergrond/demografische info respondent
2. Index codes: grotere delen data, noteren brede/generieke topics
3. Analytic codes: betekenis van specifieke stukken data (op basis van
literatuur of vanuit de verzamelde data)
- Grounded theory benadering (Glaser & Strauss): puur op basis van verzamelde data
een theorie vormen → Glaser bleef hier op hangen en streefde naar volledig open en
inductief onderzoek, Strauss liet dit meer los, niet realistisch dat je geheel open/
zonder mening het veld in gaat: kijk daarom of je bestaande literatuur kan gebruiken
voor je onderzoek. Deze manier is ‘abductiever’ en wordt gebruikt bij TOE
- Sensitizing concepts zijn (abstracte) concepten die uit de literatuur naar voren komen
waar de onderzoeker gevoelig/oplettend voor moet zijn, deze worden vaak namelijk
niet expliciet benoemd door respondenten (vb rolmodellen). Helpen om bevindingen
te kunnen plaatsen. Een gevaar is tunnelvisie (dat je ze ziet waar ze niet zijn)
- A priori codes: de eerste codes, deze vorm je voor het onderzoek en zijn heel
concreet en specifiek in tegenstelling tot de abstracte/brede sensitizing concepts
- Sensitizing concepts kunnen verwoord worden in a priori codes → nadenken over
hoe het abstracte sensitizing concept letterlijk verwoord kan worden door subjecten,
dit concretere idee is dan de a priori code
- Constant comparison: een valkuil waarbij de laatste data bepalend is voor de gehele
resultaten → oplossing is constant vergelijken, ook met de oudere data
1. Inductief
- Vanuit de ruwe data een theoretisch model vormen dat voldoet aan de 4 eisen:
1. Fitness: theorie moet passen in het veld
2. Understanding: theorie moet begrijpbaar zijn voor gebruikers
3. Generality: theorie moet geldend zijn op meerdere situaties
4. Control: theorie geeft controle/begrip
- Om het model te kunnen maken is eerst een overzicht nodig van de ruwe data (open
coderen). Daarna kan er structuur aangebracht worden (axiaal coderen), hierna is
het mogelijk een model te maken (selectief coderen). In al deze stappen wordt
opnieuw data verzameld (iteratief proces dus) → let op constant comparison!
- Onderzoeker triangulatie toepassen voor inter-rater betrouwbaarheid
- Kan nuttig zijn om de ruwe data meerdere keren te bekijken met telkens een andere
blik (dan als geheel, dan woordelijk, dan letterlijk, dan interpreteren)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ajponsteen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.