CULTUUR EN DIVERSITEIT
DEEL 1: CULTUUR: ENKELE KADERS
1. INLEIDING
Cultuur, welke impact?
o Deel van wie we zijn, deel ervan – verbindt, verdeelt
o Breed en algemeen – cultuur is alles: wat en hoe we beleven in hier en nu en smal: (bv kunst
& cultuur)
o Maar is ook wat we ervoor, ernaast, enz. meebrengen
o Cultuur is een begrip in een context
o Doet iets met ons: willen onderscheiden, identificeren, gelijken definiëren! .. En daarvoor is
cultuur (als breed begrip) een optie.
o Hoe zijn we bepaald? Wat betekent dat voor ons als mens?
Mogelijke elementen uit heden en verleden van cultuur beïnvloeden ons, maakten
ons tot wat we zijn: materieel, kunst, literatuur, muziek, ideeën, beleid, dynamieken,
…
En zijn er in een constante interactie
o Schema geeft aan: klassieke definitie ‘alles wat aan de
natuur toegevoegd wordt’
o = statisch (Of cultuur, Of natuur) – mens manipuleert
natuur tot nieuwe realiteit… veel meer fluïde
o Impact van ons als individu: relatief, minimaal (zie
piramide)
o Na bepaalde tijd – constante invloeden – via
bewegingen/groepen of na shock
Bv? Impact Corona-gedragsregels?
Cultuur = migratie = ~
‘lange tijd dachten wetenschappers dat migrerende groepen bijna onveranderlijke identiteiten met
zich meedroegen, die ze importeerden in de gebieden waar ze zich vestigden. Meer recent is echter
duidelijk geworden dat migratie altijd al complexer is geweest dan simpelweg een verplaatsing van
groepen mensen met een homogene cultuur en identiteit. Migratie leidde steeds tot culturele
interacties en wederzijdse beïnvloeding’.
1
, . Vooraleer we echter tot een overzicht van de belangrijkste definities o
de moeite om te bekijken hoe, waar en waarom de antropologie haar o
kleurt immers de vormgeving van de eerste definities van cultuur: de o
1.1 ANTROPOLOGIE ALS VERTREKPUNT VOOR EEN DEFINITIEKADER
waarin deze eerste definities ontwikkeld zijn sijpelen door op onze visie
Antropologie – ontstaan tegen bepaald tijds- en denkkader Stuurt
Antropologie
cultuurconcepten aan
o Ontstaan in de 19e eeuw
o Ontstaan interesse in ‘inheemse samenlevingen” / exotische
vreemden
o Noemen zich volkenkundigen
o Accent op de verschillen Mensbeeld wereldbeeld
Antropologie krijgt vorm door evoluties in tijdsgeest en door
kolonisering
Verlichting (einde 18e eeuw), leidde tot: aanzet moderne wetenschap/vrij-heid
o Rede, denken los van geloven
o Wetenschap en techniek: industrialisering
o Europa heeft de wereld verkend analyse is Europacentrisch
o Veranderende manier van denken/confrontatie met ‘de andere’
Koloniale expansie Noord-Amerika (18e eeuw) & Afrika (eind 19e eeuw)
o Slavernij als basis
o Bloei West-Europa: koloniale expansie/rijkdom
o Intensief contact met andere samenlevingen
o = antropologie nodig als studie van de vreemde wilde
o Doel: studie op zich + beschaven van bezette gebieden
o Wereldbeeld: primitieve culturen gedoemd om te verdwijnen, ze moeten zich aanpassen aan
Europese beschaving (europacentrisch beeld)
o Kolonialisme = “gelijke ruil” (arbeid/grond/rijkdom in ruil voor beschaving)
blijvend effect op beeldvorming algemeen en in antropologie
o = Evolutiedenken in cultuur: van aap naar mensengroepen
o = inhoudelijke, kwalitatieve vergelijking van culturen
o = mentale kolonisatie: economische maar OOK culturele (of de bestemming van de witte
mens)
o Bv gedicht “ the white man’s burden” (=het is de taak van de blanken om de kolonies de
leiden en beschaven)
o Later: racistisch denken tot 1945
o België:
Leopold II’s rubberplantages, Vanuit mentale + fysische meerderwaardigheid
Dehumanisering: de Hottentot
De ‘zoo humain’ Gent, 1913: Op de Wereldtentoonstelling van 1913 in Gent werden
128 Senegalezen en 60 Filippijnen in nagebouwde dorpen tentoongesteld. Ze
moesten er ‘authentieke’ taferelen naspelen.
Antropologie is noodzakelijk als studie van vreemde in kolonies (en als middel tot kolonisering).
Antropologie zit in en met bepaald mensbeeld (verschil beschaafd-niet-beschaafd) en wereldbeeld
(kwaliteitsevolutie van culturen). Antropologie gebruikt op zijn minst methodes van
wetenschappelijk onderzoek om de verschillen tussen mensengroepen te verklaren . Biedt op die
manier een handelingskader voor kolonisatoren.
Men gebruikt visies van
o Linnaeus: 18de eeuw
Mensheid = vier soorten
Europeanen, Aziaten, Amerikanen en Afrikanen
Hardnekkige beeldvorming
o Camper: 18de eeuw
Frenologie (schedellezen)
Campers gelaatshoek
Afrikanen variant menselijke soort, dichter bij dierenwereld
1.2 OMSCHRIJVING ANTROPOLOGIE
o Antropologie/cultuurstudie ontwikkelde zich in een tijdsgeest, in een kader van kolonialisme
o Met ‘wetenschappelijk’ studie van VREEMDE mensen/culturen
o Antropoloog meet verschil: schedels, lengte,..
= sterk effect op definities en begripsvorming en op handelen
o Omschrijving antropologie: Studie van primitieve mens in 1 cultuur
in realiteit: etnografie = beschrijven van 1 bepaald volk in traditie van
natuurlijkwetenschappen
o Pas na jaren ’50: grondig veldwerk en mensen als gelijkwaardig zien ‘vergelijkend perspectief’
(cultuurrelativisme)
o De bril van de antropoloog zal de definitie van cultuur kleuren
Antropologie (de studie van cultuur) biedt als wetenschap een mentaal kader om
verschillen te zien, te handelen ernaar.
Omschrijving antropologie: van 1 primitief volk – naar mens n vergelijkend perspectief
En in dit tijdsvenster ontstaan definities van cultuur
1.3 DE KWESTIE CULTUUR IN ANTROPOLOGISCH PERSPECTIEF
Cultuur = zeer ingewikkeld concept
Waar zijn grenzen van cultuur, bestaan culturele eigenheid -authenticiteit – identiteit?
Wat wordt gezien als cultuur?
ALLES, maar hoe omschrijven we dit?
Men zet bepaalde elementen centraal voor bepaalde focus op hoe men onderscheid tss ene en
andere cultuur maakt, bv de plaats waar je woont, de gewoonten die je erft uit je verleden,..
3
, Definities van cultuur, elk met eigen invalshoek (eigen norm)
o Topical: geografisch obv van bv religie, economie, sociale organisatie,…
o Historical: traditie en erfenis uit verleden waar we beroep op doen om ‘cultuur’ te
beschrijven
o Behavioral: geleerd en gedeeld gedrag
o Normative: waarden en regels
o Functional: Hoe en welke afspraken je maakt in de samenleving (faciliteerd samenleven)
o Mental: geheel van ideeëngoed, wat mens toevoegt aan natuur
o Structural: Geheel van verbonden ideeën, overal andere eigenheid, symbolen en gedrag
o Symbolic: Betekenisgeving, eigen aan bepaalde groep, arbitrair toegewezen en gedeelde
tekens en betekenissen
Een focus (op een element om cultuur te omschrijven) is vrij beperkend.. cultuur is eigenlijk alles?
1.4 EERSTE BRUIKBARE DEFINITIES
->Aanzet tot omschrijven – verzameling elementen in basisdefinitie: E.B. Tylor (1871)
‘Cultuur of beschaving, opgevat in haar brede etnografische betekenis, is dat complex geheel dat
bestaat uit kennis, overtuigingen, kunst, moraal, recht, gebruiken en alle andere vermogens en
gewoonten die de mens heeft verworven als lid van de samenleving.’
Uit antropologie (evolutionisme): elementen die deze definitie benadrukt
o Universeel: Elke groep heeft cultuur, wereldwijd en is een eigen wetmatigheid: mens voelt
overal de nood zich te organiseren, het is iets menselijks, en geen kenmerk van ‘beschaving’
o Cultuur = aangeleerd
o Complex geheel
o Resultaat menselijk gedrag
o Breed etnografisch: zowel primitief als ontwikkelde groep
o Cultuur = synoniem van beschaving - in kader van evolutionisme
o Lid van de samenleving (dus in context)
o Veel elementen worden gezien
Alhoewel etnocentrsich (westen tov primitieven) erg waardevol
En ook…
o Wat statisch: bv ‘kennis, overtuigingen’, gekleurd door wat van belang in de tijd; start:
’cultuur of beschaving’, toont richting van denken
o Geen rekening met context, dynamiek, keuze
HET EVOLUTIONISME UITGELICHT: DE KLASSIEKE VISIE OP CULTUUR
o Europa centraal – tijdskader zie vorige les
o Kolonies en ontdekte volkeren: herleid tot wat ze niet zijn, ‘zonder geschiedenis’ = bepaalde
verhouding tussen beschaafde volkeren en niet beschaafde volkeren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller solelagrange. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.