1.Inleiding tot de psychodiagnostiek
1.Diagnoticeren=
• Toekennen oorzaken aan verschijnselen/gedragingen
• Attributietheorie
• Inschatten wat er aan de hand is
• Basis van de vraag inschatten wat er nodig is voor client
• Advies aan toekennen
2.Impliciet diagnoticeren=
• Onbewust, zonder over na te denken
• Iedereen doet het, elke dag
• Vooral als er afwijking is van een verwacht persoon
• Experiment dakloze
3.Heuristieken=
• Vuistregels
• Om sneller tot de oplossing van probleem te komen
• Vaak impliciet/onbewust
• Buikgevoel dat mensen hebben
• Informele, intuïtieve en speculatieve oplossingsstrategie
• Ontwikkeld om snel beslissingen te nemen --> overleven
• Specifieke strategieën die we leren gebruiken in specifieke relaties, niet altijd
oplossing garanderen
• Hoe meer ervaring met een taak, hoe beter heuristieken ontwikkeld zijn
• Heuristieken vaak oorzaak van foutenbron
4.Beschikbaarheids-heuristiek=
• Als iets gemakkelijk uit het geheugen op te halen is
• Schatten mensen dat dit vaker gebeurt
• Gebeurtenissen
• VB: vliegen is gevaarlijker dan autorijden
• Experiment bekende en onbekende mensen
,5.Representatieviteits-heuristiek=
• Hoe meer iemand overeenkomstige kenmerken vertoont die typisch zijn voor leden
van bepaalde groep
• Hoe groter de kans is dat de persoon ook tot die groep behoort
• VB: filmpje brandweer, chirurg, gevechtspiloot --> kinderen
6.Algoritmen=
• Altijd en overal werken
• In tegenstelling tot heuristieken
7.Confirmation bias=
• Als je iets vaak doet
• Als collega’s langer in het vak zitten die veel gebruik maken van heuristieken, dan
kan je fouten maken
• Te snel beslissen
• Te weinig doorvragen
• Valkuilen voor heuristieken
• Bepaald idee en je gaat opzoek naar info die idee bevestigd
8.Expliciete diagnostiek=
• Wetenschappelijke verantwoorde vormgeving van het proces obv valide en
betrouwbare producten
• Instrumenten/methodieken
• Perscriptief kader/model
• Psychodiagnostisch procesmodel
, 9.Psychodiagnotisch procesmodel=
• Empirische cyclus
• Hypothesetoetsend denken
• De groot 1994
• Observatie/exploratie
• Inductie
• Deductie
• Toetsing
• Evaluatie
10.Deontologie=
• Gedragsregels
• Normen
• Juistheid van handelingen
11.Expliciete diagnostiek in de praktijk=
• Explicieter werken met gevalideerde theorieën
• Bewust rekenschap geven van de keuze van bepaalde theorie
• Praktijkkennis gebaseerd op gesystematiseerde praktijkervaringen
• Duidelijk de denkstappen vastleggen die geleid hebben tot het advies
• Onderzoek doen naar de waarde van theorieën & effecten van interventie
• Resultaten durven uitwisselen met collega’s (supervisie – intervisie)
12.Dossierstudie=
• Naar levensloop
• Opvragen van verslag van begeleiding
• Extern hulpverlening
• Alle info dat er al is verzamelen voor een studie te doen
• Intelligentietest ,..
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorscheenaerts1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.