Alle Historische Contexten: Lage landen (Nederland), Verlichting, China en Duitsland samengevat. Dit zijn de contexten die je moet kennen voor het VWO examen geschiedenis 2023
Steden en burgers in de Lage Landen (1050 - 1700)
1. De opkomst van een stedelijke burgerij (1050 - 1302)
→ De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een
agrarisch urbane samenleving
→ De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
In de periode 1050-1300 veranderde de samenleving in de Nederland ingrijpend. HEt huidige
Nederland en een deel van België lagen toen in het Heilige Roomse Rijk :
● Feodale wijze bestuurd, via een netwerk van leenmannen
○ De keizer van het Heilige Roomse Rijk als hoogste leenheer
○ De leenman zorgne voor bescherming, in ruil daarvoor verleenden de
bewoners diesnten aan deze leenman
Nederland was dunbevolkt en bestond vooral uit veengebieden, moerassen en bossen. Het
was nauwelijks geschikt voor landbouw. De gebieden waren grotendeels zelfvoorzienend,
gebaseerd op ruilhandel of wederzijdse diensten.
De landbouw werd productiever:
1. Mensen bebouwen steeds meer land
○ Bossen, moerassen en venen werden gekapt en drooggelegd, voor aanleg
akkers
2. Het drieslagstelsel
○ Een akker bebouwd in het eerste jaar (zomergraan) en in het tweede jaar met
wintergraan. Het derde jaar lag het land brak, zodat de bodem kan herstellen
○ Leverde veel meer graan op dan het oude tweeslagstelsel
3. Nieuwe technieken om de grond te bewerken
○ Betere ploegen
De bevolking groeide omdat, niet iedereen meer op het land moest werken, hierdoor konden
sommige mensen zich specialiseren, die spullen, konden ze ruilen tegen voedsel. Zo
herleefde de handel. Gevolgen:
● Toename verstedelijking
○ Handel was gefocust op bepaalde gebieden, hier ging handelaren wonen
waardoor nieuwe steden op kwamen of oude steden weer tot bloei kwamen
● Behoefte aan geld als ruilmiddel
○ Monetaire economie tot ontwikkeling → er ontstond een agrarisch-urbane
samenleving
De opkomst van steden zorgde voor politieke veranderingen:
● Om economische en politieke belangen te beschermen, probeerde stedelingen
stadsrechten te krijgen van de lokale vorst
○ Een stad met stadsrechten vormde een tamelijk zelfstandig eenheid binnen
het gebied van een feodale heer
○ Vorsten zagen ook voordelen in het verlenen van stadsrechten, omdat zij in
ruil hiervoor belastingen en militaire steun van de steden kregen
,De inwoners van deze nieuwe steden werden burgers of poorters genoemd: ze vormden
gezamenlijk de burgerij. Burgers hadden bepaalde voorrechten.
● Bv: recht om ambacht uit te oefenen, recht om door stadsgenoten te worden berecht,
de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor bestuursfuncties
Voor toelating tot de burgerij moest je betalen. Om de stad in stand te houden, had de stad
een constante toestroom nodig van aspirant-poorters mensen die van het platteland naar de
steden trokken om in hun levensonderhoud te voorzien.
● Zij brachten nieuwe kapitaal en nieuwe kennis met zich mee, hierdoor konden steden
zich blijven ontwikkelen en specialiseren
Economische veranderingen door de opkomst van steden:
● Een stad met stadsrechten had ook het marktrecht
○ De lokale vorst zorgen voor veilig en vrij verkeer van handelaren naar de markt
○ Boeren verkochten hun overschotten
○ Grote steden kregen hierdoor een belangrijke marktfunctie voor het
omliggende verzorgingsgebied.
● De grote steden en hun verzorgingsgebieden vormen een netwerk dat uitstrekte over
heel West-Europa tot aan Noord-Italië. Handelaren reisden van de ene jaarmarkt naar
de andere
Vlaanderen ontwikkelde zich vanaf de 11e eeuw tot de meest verstedelijkte gebieden van
Europa
● Tot 1300 was het economische zwaartepunt de stad Atrecht. Aan het eind van de
11e eeuw werd Atrecht de hoofdstad van een bisdom (kerkprovincie)
● De aanwezigheid van een bisschop zorgde voor werkgelegenheid
○ Grote vraag naar luxeproducten
○ Bouwprojecten (kerken)
○ Atrecht kende een productieve landbouw waar men gespecialiseerd waren in
schapenhouderij, hierdoor kreeg de stad een centrale plaats in de
lakennijverheid, de motor van de vlaamse economie
■ Laken → een wollen stof, waarvan onder meer kleding wordt gemaakt,
zij stonden bekend om zijn hoge kwaliteit en kooplieden konden hun
stoffen via een handelsnetwerk van jaarmarkten verkopen
Door de handel ontstonden grote sociale verschillen
● Kooplieden werke steeds rijker en kregen meer macht. Doordat men zelf bestuurden
ontstonden er bestuursfuncties die de kooplieden invullen
● De rijke kooplieden vormden een nieuwe sociale klasse → Patriciërs
○ Zij werden vaker geldschieters voor lokale vorsten, waardoor de vorsten in de
schulden kwamen
○ Zij werden steeds afhankelijker van de patriciërs en zagen hun machtsbasis
afbrokkelen
○ Patriciërs gedroegen zich steeds meer als adel
, ● Ambachtslieden kwamen samen in verenigingen van beroepsgenoten, gilden, om hun
belangen te behartigen. Ook de kooplieden waren hierbij waardoor ze hun positie nog
verder kunnen versterken
● Aan het einde ontstonden het conflicten in Vlaanderen, ambachtslieden beklaagden
zich over machtsmisbruik en corruptie door patriciërs
○ De ambachtslieden kwamen in opstand tegen de patriciërs, die steeds hogere
belasting eisten
○ De koning stuurde het leger om met de patriciërs te staan
○ Bij de Guldensporenslag wonnen de burgers, ambachtslieden de slag. Maar
deze slag maakte geen einde aan de machtspositie van de patriciërs, maar ze
lieten wel zien dat ze in staat waren om patriciërs en vorsten te verslaan
(1302)
2. De positie van de stedelijke burgerij (1302-1602)
→ De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
→ Het begin van staatsvorming en centralisatie
→ De protestantse Reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had
→ Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
Rond 1300 waren Vlaanderen en Brabant het economische zwaartepunt. Atrecht was het
niet meer door te weinig mogelijkheden om te handelen over het water. Voor andere
Vlaamse steden was dit makkelijker: via de Noordzee konden zij handelen met spanje en
Italië met de Hanze, een handelsnetwerk van steden van Nederlanden via Duitsland tot aan
scandinavië reikte.
In de Nederlanden ontstond een stedelijk netwerk. Brugge was lange tijd het belangrijkste
handelscentrum en werd het centrum van de geldhandel. Handelaren werkten met grote
geldbedragen en moesten van ver komen. Daarom waren echte munten niet hand. Ze gingen
werken met wisselbrief, een document waarin was aangegeven hoeveel geld handelaren
elkaar schuldig waren.
● Banken ontstonden waardoor geld wisselen en uitlenen ontstonden
Na verloop van tijd werd Antwerpen de belangrijkste handelsstad, hij had een goede
verbinding met het Europese achterland en was toegankelijk voor de nieuwe, grotere
zeeschepen.
In Nederland kreeg Amsterdam een belangrijke economische functie. Nederland was niet
geschikt voor graan verbouwd, dit kwam vanuit de Oostzee aangevoerd. Amsterdamse
kooplieden specialiseerden zich met de handel in het Oostzeegebied, waardoor in de 14e
eeuw Amsterdam een belangrijke haven werd met een grote koopvaardijvloot.
Religieuze veranderingen:
● Voorheen was het de taak van de geestelijkheid geweest om te zorgen voor het
bonum commune, het algemeen belang van de stedelingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemijnslagboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.