Deze "samenvatting" bevat een uitgebreide begrippenlijst met alle begrippen die in het vak voorkomen en belangrijk zijn. Verder heb ik mijn hoorcollege en werkgroep aantekeningen toegevoegd, en wat losse stukjes info die af en toe naar voren kwamen. Dit is eigenlijk een grote bundel van alle info d...
Cellulaire communicatie 2021/2022
Begrippenlijst:
Bro
Begrip Definitie
n
Inleiding / Herhaling Biomoleculen – interacties tussen cellen en matrix
Basale lamina BS Basale membraan, selectieve filter van stoffen en
ondersteuning van epitheel
Collageen BS Ondersteuning van cellulaire matrix, erg rigide
GAG's BS Glycosaminoglycanen, polydisacharide, vaak gebruikt
als lubricant.
Proteoglycanen BS Hevig geglycosyleerd eiwit, kern eiwit met gebonden
GAG's
Aggrecan BS Cartilage-specific proteoglycan core protein, geeft
kraakbeen zijn verende en lastdragende functie
Hyaluronan BS GAG, smeermiddel in gewrichten
Tight junction BS Voorkomen van lekkage tussen epitheelcellen
(zona occludens)
Adhesion belt BS Actinebindende junctions, bestaande uit cadherins.
(zona adherens) Regulering van celstructuur en het
celmembraan/cytoskelet
Desmosoom BS Intermediaire filamenten bindende junctions
(macula adh.)
Cadherin BS Eiwit verantwoordelijk voor binding tussen
epitheelcellen
Actine BS Onderdeel van cytoskelet, eiwit wat mechanische
ondersteuning biedt aan de cel, migratie fasciliteert en
celvorm bepaalt
Intermediaire BS Onderdeel cytoskelet, betrokken bij desmosomen.
filamenten
Gap junction BS Verbinding tussen cellen waarmee het cytoplasma direct
in contact komt te staan, waardoor transport van allerlei
stofefn gefasciliteerd kan worden
Hemidesmosoo BS Binding van epitheelcel aan ECM, associatie met
m intermediaire filamenten
Integrin BS Mechanisch: binding aan ECM
Chemisch: sensing protein, kijkt of er adhesie heeft
plaatsgevonden.
Fibronectin BS Glycoprotein, binding aan integrins, collageen. Speelt
een belangrijke rol bij wondgenezing
Focal adhesion BS Vorm van adhesion belt, maar bindend aan ECM
1
,1.2 PR Bot en Kraakbeen
Hyaline BS Kraakbeen wat weerstand biedt tegen druk, in alle
kraakbeen gewrichten
Elastisch kraakb. BS Minder plastisch dan hyalien
Vezelig BS Druk- en scheurbestendig kraakbeen
kraakbeen
Perichondrium BS Kapsel van dicht straf bindweefsel rondom kraakbeen
Interstitiële groei BS Reeds bestaande chondrocyten vermenigvuldigen zich
en scheiden nieuwe ECM uit (e.g. vorming
rijtjeskraakbeen)
Appositionele BS Fibroblastachtige cellen uit perichondrium
groei differentiëren zich tot chondrocyten die ECM
uitscheiden.
Osteopregenitor BS Platte cellen met langwerpige kern, voorloper van
cellen osteoblasten. Bevinden zich in endost en periost.
Osteoblasten BS Vorming en secretie van osteoid. Basofiele cellen met
een goed ontwikkeld rER en Golgi. Bij volledige
insluiting door ECM worden dit osteocyten.
Osteoclasten BS Multinucleair, acidofiel. Ze breken botmatrix af bij
direct contact. TRAP positief
Osteocyten BS Basis botcellen, vormen grootste deel van het bot.
Maken o.a. osteonectine en osteopontine.
Bone-lining BS Bekleden het bot. Ontstaan uit osteoblasten die geen
cellen matrix meer maken.
Osteonen BS Boteenheden. Osteoclasten vormen een osteonkanaal /
kanaal van Haverse, waarna osteoblasten ECM
uitscheiden en mineralisatie optreed. Bevallen lacunae
(holtes met osteocyten).
Interstitiële BS Restanten van oude osteonen bij botvernieuwing.
lamellen Bevatten geen kanaal van Haverse
Kanaal van BS Verticale kanalen door osteonen voor doorbloeding en
Haverse zenuwen.
Kanaal van BS Horizontale aftakkingen van de kanalen van Haverse,
Volkmann
Enchondrale BS Kraakbeencellen en de bijbehorende matrix worden
verbening afgebroken en vervangen door botcellen en -matrix.
Vooral bij aanleg van feutale skelet en lengtegroei van
pijpbeenderen.
Epifysairschijf BS Bevat de rustzone, proliferatiezone (vorming
rijtjeskraakbeen), hypertrofe zone, verkalkingszone,
resorptiezone en botvormingszone.
Desmale BS Uit mesenchymale stamcellen differentiëren botcellen
verbening
2
,3
, Hormonale calciumhomeostase
PTH Verhoging plasma Ca2+ door stimulatie van
botresorptie. Ca2+ uitscheiding in de nier wordt
geremd, maar fosfaatuitscheiding juist gestimuleerd.
Ook promoot dit de synthese van Vitamine D3
indirect effect op darm
Calcitonine Remt botresorptie en verlaagt Ca2+ en fosfaat
plasmaniveaus
Vitamine D Gevormd in huid, lever en nier (in die volgorde).
Stimuleert Ca2+ en fosfaat opname in darmen en
verlaagt Ca2+ uitscheiding in de nieren. Het verhoogt
heropname van fosfaat in de nieren. Ook stimuleert dit
Ca2+ resorptie uit bot. Het vermindert de aanmaak van
PTH via de VDR consensus sequentie. Directe effect is
bevordering van osteoblast en -clast differentiatie voor
grotere turnover.
FGF23 Gevormd in bot (osteocyten en osteoblasten) in reactie
op hyperfosfatemie. Het vermindert de fosfaatopname
in de darm en de reabsorptie in de nier. Ook remt het
de aanmaak van 1-alfa-hydroxylase waardoor de VitD
synthese geremd wordt en ook minder fosfaat in de
darm wordt opgenomen.
Calciumsensor Receptor die de negatieve terugkoppelijk in de
calciumhuishouding faciliteert.
RANKL Een voorbeeld van een cytokine aangeboden door
osteoblasten om osteoclast precursors te stimuleren tot
de differentiatie tot actieve osteoclasten.
PTHrP Eiwit wat lijkt op PTH en kan binden aan de PTHR.
Wordt bij kraakbeenvorming geproduceert in
perichondrium, waarna het chondrocyten stimuleert
tot groei en differentiatie remt. Zo kan de lengtegroei
plaatsvinden zonder vervroegde botvorming.
Ihh Indian Hedgehog:
1. Stimulering PTHrP secretie
2. Stimulering differentiatie perichondrium tot periost
3. Stimulering differentiatie rustende chondrocyten
naar rijtjeschondrocyten
4. Proliferatie van rijtjeschondrocyten
Alkalische Betrokken bij primaire verkalking. Chondrocyten
fosfatase scheiden dit uit, waarna het enzym fosfaatgroepen
losbreekt, waardoor de kraakbeenmatrix kan
verkalken.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller benvdaardweg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.