Het document bestaat uit een samenvatting van de volgende onderdelen:
Bestuursrecht (W.M.B. Elferink): H13, h14, h15 en h16.
Sociaal zekerheidsrecht (basisboek socialezekerheidsrecht 2022): H1, h3, h5, h9, h10.4 en 5, h11.
Gemeenterecht.
Daarbij staan in het document nog een aantal vragen, w...
Voorprocedures
Art 8:1 jo 7:1 Awb
Voordat je beroep instelt moet je eerst bezwaar maken (art 7:1 Awb). Heel soms moet ipv bezwaar
administratief beroep ingesteld worden (1:5 Awb). Dit wordt aangegeven in bijzondere wet.
Het verschil tussen bezwaar en administratief beroep:
Bezwaar: maak je bij hetzelfde bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.
Administratief beroep: stel je in bij een ander (vaak hoger) bestuursorgaan.
Bestuursrechtspraak
Art 8:6 Awb en 8:7 Awb
In art 8:6 Awb staat dat beroep in principe wordt ingesteld bij de rechtsbank. Art 8:7 Awb kun je vinden bij
welke rechtbank in Nederland je moet zijn.
Lid 1: besluit van decentraal bestuursorgaan zetel bestuursorgaan bepalend.
Lid 2: besluit centraal bestuursorgaan/zbp woonplaats van indiener beroep bepalend.
Voorlopige voorziening
Art 8:81 Awb
Hoofdregel: het maken van bezwaar of instellen van (hoger) beroep schorst de werking van het bestreden
besluit niet (art 6:16 Awb).
Wil je dus nu wat doen tegen de werking van het besluit verzoek voorlopige voorziening indienen. Er moet
sprake zijn van een bodemprocedure (bezwaar, beroep of hoger beroep en onverwijlde spoed (art 8:81 Awb)).
Hoger beroep
Art 8:104 Awb
3 bestuursrechter hoger beroep:
Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS)
Centrale Raad van Beroep (CRvB)
College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)
Nummer 4 erbij is cassatie (komt in de slide van week 1).
MC-VRAGEN
1: A ex nunc: bij deze toetsing wordt rekening gehouden met de op dat moment geldende wettelijke
bepalingen en omstandigheden.
2: B (ander bestuursorgaan)
3: B (art 6:7 en 6:8 Awb, 6 weken)
4: C
5: C =kortsluiting: de voorzieningenrechter doet uitspraak in beroep en in het verzoek om voorlopige
voorziening.
CASUSVRAGEN
Vraag 1
a) Art 6:5 Awb (vereisten aan de inhoud van een bezwaarschrift).
, b) Krijgt eerst een bericht dat je hem moet aanpassen, mocht dat niet gebeuren wordt die niet-
ontvankelijk verklaard.
Vraag 2:
Art 7:10 Awb. De termijn waarop een bestuursorgaan een beslissing moet nemen op een bezwaarschrift is, 12
weken. De beslistermijn begint een dag nadat de bezwaartermijn afloopt.
Vraag 3:
a) Finale geschilbeslechting: art 8:41a Awb. Dat de bestuursrechter het geschil afdoet in beroep en niet
terugstuurt naar het bestuursorgaan.
b)
UITSPRAKEN BESTUURSRECHT
ECLI:NL:CRVB:2021:1500
Wat is de rechtsvraag?
Moet de rechter ambtshalve een beslissing nemen over de termijnoverschrijding bij een bezwaar, als partijen
daar niks over stellen?
Bestuursorgaan neemt een beslissing terwijl de bezwaartermijn al is verlopen. Ze hadden dus geen inhoudelijke
beslissing moeten geven. Het gaat om openbare orde en het algemeen belang wordt geschaad. Je kan niet bij
de ene 6 weken en 3 dagen beslissen en bij een ander 6 weken en 5 dagen (rechtszekerheidsbeginsel).
Wat stellen partijen?
Partijen stellen niks over de termijnoverschrijding. Rechter doet dit zelf, partijen voeren hier niks over aan.
Alleen over de vorm van maatwerkvoorzieningen (onder kopje 5).
Hoe oordeelde de rechter in eerste aanleg?
De rechtbank heeft ambtshalve vastgesteld dat het bezwaarschrift te laat is ingediend en dat niet is gebleken
dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Zij heeft daarom het beroep gegrond verklaard, de –
inhoudelijke – beslissing op bezwaar vernietigd en het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk verklaard.
Vroeger moesten zij dit wel toetsen, na de uitspraak:
Als er niks over wordt gezegd, beslist de rechter hier niet over en gaat hij over de inhoudelijke uitspraak. Alleen
als partijen het aanvoeren, moet de rechter hier iets meedoen.
Hoe luit het oordeel van de rechter in onderhavige uitspraak en hoe komt hij tot dit oordeel?
Als er niks over wordt gezegd, beslist de rechter hier niet over en gaat hij over de inhoudelijke uitspraak. Alleen
als partijen het aanvoeren, moet de rechter hier iets meedoen.
ECLI:NL:RVS:2020:1367
Gaat over artikel 8:29 Awb. Partijen moeten stukken indien over het geschil in de zaak.
Wat is de rechtsvraag?
Zijn er voldoende gewichtige redenen voor beperkte kennisneming door de rechter? (18.2)
Wat stellen partijen?
Korpchef van de politie: Wil beperkte kennisneming. Hij wil wel stukken inleveren maar hij wil niet dat de
andere partij inzicht heeft in deze stukken. Omdat het zal leiden tot aantasting van het belang van de
eerbieding van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen en het belang van opsporing en vervolging van
strafbare feiten.
Appalanten: wil kennisnemen van de stukken.
Hoe oordeelde de rechter in eerste aanleg?
Is niet terug te vinden in desbetreffende uitspraak.
Hoe luidt het oordeel van de rechter in onderhavige uitspraak en hoe komt hij tot dit oordeel?
De afdeling acht het verzoek om beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
,De Afdeling acht aannemelijk dat kennisneming van de processen-verbaal zal leiden tot aantasting van het
belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen en het belang van opsporing en
vervolging van strafbare feiten. Naar het oordeel van de Afdeling wegen deze belangen in dit geval zwaarder
dan het belang dat [appellant sub 1] en [appellant sub 2] kennis kunnen nemen van de processen-verbaal.
Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de korpschef de voor deze procedure relevante informatie uit de
processen-verbaal door middel van gedetailleerde samenvattingen in het geding heeft gebracht en [appellant
sub 1] en [appellant sub 2] daarmee over deze informatie beschikken.
WEEK 2
THEORIE
Participatiewet
Soorten bijstand:
Algemene bijstand→ wordt verstrekt voor de noodzakelijke kosten van het bestaan: huisvesting, voedinmg
kleding, geneeskundig verzorging etc. art 5 sub b
Bijzondere bijstand→ kan worden verstrekt voor noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere
individuele omstandigheden (aanvullende inkomensondersteuning) art 35
Ter beoordeling van het college van B&W
Stap Art 11 Rechthebbende? Ja? Naar stap 2
1 Nee→ geen bijstand
Stap 2 Art 11 jo art Beschikt niet over middelen voor noodzakelijke Nee→ naar stap 3
19 kosten? ja→ geen bijstand
Stap 3 Art 13 Uitsluitingsgronden? Ja→ geen bijstand
nee→ stap 4
Stap 4 Art 15 Voorliggende voorziening? Nee→ bijstand wordt
toegekend
Ja→ geen bijstand
Arbeidsverplichting art 9. Plicht van werkzoekenden om arbeid te verrichten op het moment dat deze wordt
aangeboden; verplichting om te werken.
Maatregel bij niet nakoming→ verlaging van de bijstand art 18 leden 5 t/m 12) periode waarover de maatregel
geldt, wordt in verordening van de gemeente neergelegd art 18 lid 5.
Deze maatregel is een herstelsanctie.
Inlichtingenplicht en medewerkingsplicht
Art 17 participatiewet
Inlichtingenplicht: alle feiten of omstandigheden die invloed kunnen hebben op het recht op bijstand of de
arbeidsinschakeling moeten uit eigen bewegingen worden doorgegeven
Woon en leefsitutaie
Inkomen en vermogen
Medewerkingsplicht: de belanghebbende verleent het college desgevraagd de medewerking die redelijkerwijs
nodig is voor de uitvoering van deze wet. het college bepaalt welke gegevens ten behoeve van de verlening van
de bijstand dan wel de voortzetting daarvan en de arbeidsinschakeling door de belanghebbende in ieder geval
worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overlegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de
verstrekking van gegevens plaatsvindt art 53a PW.
Opschorting en intrekking art 54 leden 1, 2 en 4 participatiewet
Opschorting art 54 lid 1 Pw: als belanghebbende bepaalde gegevens niet heeft overlegd. Kan het
bestuursorgaan de bijstandsuitkering (tijdelijk) niet uitbetalen tot de gevraagde informatie wordt verstrekt.
, Belanghebbende krijgt de mogelijkheid binnen bepaalde termijn de inlichtingen/gegevens alsnog te
verstrekken (art 54 lid 2).
Intrekking art 54 lid 4 Pw als de belanghebbende het verzuim niet herstelt binnen de daarvoor gestelde termijn,
kan het college na het verstrijken van deze termijn het besluit tot toekenning van bijstand intrekken met ingang
van de eerste dag waarover het recht op bijstand is opgeschort.
Intrekking en terugvordering art 54 lid 3 en art 58 lid 1 participatiewet.
Intrekking of herziening lid 3 → de schending van de inlichtingenplicht art 17 Pw heeft geleid tot een
te hoog bedrag verlenen van de bijstand. Er is geen recht ontstaan in het verleden. Het college trekt
het recht op bijstand in met terugwerkende kracht. Dit is een herstelsanctie
Terugvordering art 58 lid 1 de in het verleden tot een te hoog bedrag of ten onrechte uitbetaalde
uitkering wordt teruggevorderd art 58 lid 1. Dit is een herstelsanctie
Het college van B&W heeft hier geen beleidsvrijheid en is dus verplicht in te trekken en terug te vorderen.
Boete art 18a participatiewet. Als niet wordt voldaan aan de inlichtingenplicht van ar 17 lid 1 pw wordt ook een
boete opgelegd. Dit is een punitieve sanctie
Op grond van art 18a pw wordt een boete opgelegd van ten hoogste het benadelingsbedrag (=het bedrag dat
ten onrechte aan uitkering is ontvangen
Maaaarrr jurisprudentie van de CRvB→ er moet rekening worden gehouden met de mate van verwijtbaarheid
en de draagkracht. Art 2 boetebesluit socialezekerheidswetten.
MC VRAGEN
1. B
2. C
3. B
4. A
5. C
CASUS VRAGEN
Vraag 1
Sarah (23 jaar) is na afronding van haar studie rechten eerst 3 maanden naar het buitenland geweest. Na 3
maanden komt zij terug naar Nederland en gaat eerst bij haar moeder wonen. Omdat zij geen inkomsten heeft,
vraagt zij bijstand aan.
a. Aan welke voorwaarden moet Sarah voldoen om in aanmerking te komen voor een uitkering op grond van de
Participatiewet?
Art 11, art 13, 15 pw en eventueel 19 pw.
b. Stel; Sarah voldoet aan de voorwaarden. Welke norm is op Sarah van toepassing? Motiveer je antwoord aan
de hand van het relevante artikel.
Kostendelersnorm, art 22a pw.
Vraag 2
Sarah uit de vorige vraag ontvangt inmiddels een uitkering op grond van de Participatiewet. Omdat zij
slechtziend is, vraagt zij bijzondere bijstand voor de kosten van een ooglaserbehandeling. Komt zij in
aanmerking voor de bijzondere bijstand? Ga er bij de beantwoording van de vraag van uit dat een
ooglaserbehandeling niet in het Besluit Zorgverzekering is opgenomen.
→Dat laatste betekent dat de zorgverzekering (= voorliggende voorziening) de behandeling niet noodzakelijk
acht
Art 15 pw.
Vraag 3
Janny is getrouwd met Henk. Janny heeft een parttimebaan als receptioniste waarmee zij rond de 900 euro per
maand (netto) verdient. Henk heeft op dit moment geen inkomen.
a. Komen Henk en Janny in aanmerking voor algemene bijstand? Motiveer je antwoord.
Gehuwdennorm art 21 sub b pw hun krijgen een aanvulling van 659 euro.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanadegeus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.31. You're not tied to anything after your purchase.