Uitgebreide samenvatting van verschillende readers met hier en daar begrippen uitgelegd met voorbeelden voor het vak Communicatierecht. De stof (readers) is samengesteld door een docent van hogeschool Windesheim en bevat de belangrijkste stof voor het vak Communicatierecht.
Reader 1
Hoofdstuk 1
1.1 is recht saai?
Recht vorm centraal onderdeel van het maatschappelijk leven, is even dynamisch maar vaak ook
even complex. Recht is belangrijk voor veel handelingen in dagelijks leven. Bijvoorbeeld bij get
krijgen van een boete, maar ook bij het kopen van een smartphone: wat zijn jouw rechten als hij al
snel kapot gaat?
1.2 waarom recht?
4 functies van het recht
1. Normatieve functie: gedragsregels waarvan nagenoeg iedereen in samenleving vindt, dat zij
moeten nageleefd en opgevolgd worden. Gedragsregels (normen) liggen schriftelijk vast
(straffen als ze niet worden opgevolgd). Ethische normen = behoren tot de moraal.
Rechtsnormen = moord, diefstal, verkrachting, terrorisme etc. zijn voorbeelden.
2. Geschiloplossende functie: rechterlijke organisatie (rechterlijke macht) oordeelt bij uitsluiting
of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze en met behulp van welke
procedures.
3. Additionele functie: biedt een rechtsregel als partijen vergeten zijn op een bepaald punt
afspraken te maken. Hebben zij dit wel gedaan, dan gaat die afspraak voor en is de wettelijke
regeling niet meer van toepassing
4. Instrumentele functie: bijvoorbeeld het verkeersrecht (rechts rijden). De wetgever hakt op
tal van onderwerpen de knoop door; zo doen wij het en niet anders. Deze functie van recht is
steeds belangrijker geworden.
1.3 waar vinden we het recht?
Rechtsbronnen:
1. de wet
2. het verdrag
3. de jurisprudentie
4. de gewoonte
1.3.1 de wet
Wetten met betrekking tot het privaatrecht, ook wel het civiele recht of burgerlijk recht. Privaatrecht
kan uiteenvallen in: personen- en familierecht en het vermogensrecht.
Privaatrecht
Personen- en familierecht: regelt zaken als geboorte, huwelijk, echtscheiding, adoptie etc.
Vermogensrecht: alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling waaraan
juridische gevolgen verbonden zijn. Bijv. moet je een dure stoel betalen als deze kort na aankoop
wordt gestolen of de vaas die per ongeluk stuk valt?
Bij geschillen op terrein van vermogensgebied: er wordt vaak schade geleden, die via de rechter
verhaald wordt op degene die de schade heeft toegebracht. Regels op terrein van vermogensrecht te
vinden in Burgerlijk Wetboek (BW). Vermogensrecht ook te vinden in Pachtwet, Wet
aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en Colportage wet etc.
,BW bestaat anno 2009 uit 9 wetboeken:
1. personen- en familierecht (1970)
2. rechtspersonen (1976)
3. vermogensrecht in het algemeen (1992)
4. erfrecht (2003)
5. zakelijke rechten (1992)
6. algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht (1992)
7. bijzonder overeenkomsten
8. verkeersmiddelen en vervoer (1991)
10. internationaal privaatrecht (2012)
Boek ‘9’ is nooit ingevoerd (zou moeten gaan over rechten op voortbrengselen van de geest).
Wetten met betrekken tot het ondernemingsrecht. Ook onderdeel van het privaatrecht.
Ondernemingsrecht: regelt alles wat ondernemingen en bedrijven betreft. De wettelijke bepalingen
die op de ondernemingsvormen (BV, NV, Stichting etc.) betrekking hebben, worden tot het
ondernemingsrecht gerekend. Voor groot deel in H2 van BW. Handelsnaamwet, Handelsregisterwet,
Faillissementswet.
Wetten met betrekking tot het burgerlijk procesrecht. Op het terrein van het privaatrecht is er geen
derde (onafhankelijke persoon) die in actie komt voor een privaatrechtelijk geschil. Dit moet burger
zelf doen.
- Naar de rechter gaan = procederen
- Burgerlijk procesrecht = regels die op het voeren van juridische procedures op het terrein
van privaatrecht van toepassing zijn. Staan voor groot deel in Wetboek voor burgerlijke
rechtsvordering (Rv).
Dus:
Publiekrecht
Wetten met betrekking tot strafrecht.
Kenmerkend: de staat treedt door middel van Openbaar Ministerie (OM) actief op om sancties
(boetes, gevangenisstraf etc.) te eisen bij overtreding van de normen. Dit is dus anders dan bij het
privaatrecht.
De staat bezit monopoliepositie bij strafrecht alleen OM kan tot vervolging van strafbare feiten
overgaan. Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering & wetten als Opiumwet, Wet op
economische delicten en Wet wapens en munitie.
Strafrecht en privaatrecht (vermogensrecht) kunnen met elkaar verbonden zijn bijv. tegen een
auto aanrijden en jij moet dan de kosten betalen (vermogensrecht) + je komt in aanmerking met
strafrechtelijk apparaat (je hebt geen voorrang verleent).
, Wetten met betrekking tot staatsrecht.
Staatsrecht: regelt ruwweg gesproken de wijze waarop NL’se staatsbestel wordt vormgegeven en de
invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen. Eerste & Tweede Kamer, regering, verkiezingen en
totstandkoming van wetten.
Grondwet: bevat basisregels van ons staatsbestel (democratische rechtsstaat). Wet op Raad van
State, Kieswet, Wet op rechterlijke organisatie etc.
Wetten met betrekking tot bestuursrecht.
Algemene wet bestuursrecht (Awb): ‘aanbouwwetgeving’, de wet wordt in delen (tranchers)
ingevoerd en uitgewerkt.
Bestuursrecht: betrekking op mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden ten
aanzien van maatschappij. Overheid trekt zich terug = privatisering & deregulering.
Onteigeningswet, Wet ruimtelijke ordening, Drank en Horecawet, Wet milieubeheer etc.
Dus:
Wie zijn bevoegd wetten uit te vaardigen? wetgevers.
Onderscheid tussen wetgevers op centraal niveau & wetgevers op decentraal nivea.
Op centraal niveau: nationale wetgevers, samengesteld uit regering en Staten-Generaal. Wetten
vormen tezamen de regelgeving uit Den Haag (het Binnenhof).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekekleverwal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.48. You're not tied to anything after your purchase.