Uitwerking van de werkgroepen van LP3 KT1 klinisch redeneren. Ik vond dit een leuk maar ook lastig onderwerp omdat je veel dingen moest weten en onthouden, helemaal omdat het over de ontwikkeling van een kind ging. Deze samenvatting maakt het hopelijk een stuk duidelijker!
JGZ Jeugdgezondheidszorg:
- Verbeteren en beschermen van gezondheid van doelgroep jeugd van 0 tot 18 jaar.
- Preventie (voorkomen) staat centraal.
- Individueel gerichte zorg en groepsgerichte zorg.
Preventie kan worden ingedeeld op verschillende manieren:
- Naar het stadium van de aandoening waarop de preventie gericht is.
- Naar de mate waarin de preventie op een ziekte is gericht.
- Breder doel.
- Doelgroep.
Primaire preventie = gericht op het voorkomen dat de aandoening ontstaat door het inzetten van
preventieve maatregelen.
Secundaire preventie = opsporen van gezondheidsproblemen in een vroeg stadium, om erger te
voorkomen.
Tertiaire preventie = voorkomen dat een aandoening verergert of leidt tot invaliditeit.
Preventie → leidt meestal tot verkleining van kans op bepaald probleem → niet tot het verdwijnen.
Ziektepreventie = gericht op 1 ziekte
Universele preventie = totale populatie.
Selectieve preventie = richt zich op groepen met een verhoogd risico.
Geïndiceerde preventie = gericht op een voorstadium van een ziekte.
Gezondheidsbescherming = erop gericht blootstelling aan risicofactoren te voorkomen (meestal
gericht op grote groep).
Gezondheidsbevordering = gericht op verbeteren van de gezondheid door beïnvloeden va
gezondheidsgedrag.
Zorg voor individuele kind in context: het model van Bronfenbrenner
Bio-ecologisch model → Onderscheidt binnen die context verschillende niveaus die de ontwikkeling
van individuen beïnvloeden.
- Microsysteem → weerspiegelt de omgeving waarin individuen leven en handelen.
- Metosysteem → omvat de interacties of relaties tussen verschillende microsystemen
- Exosysteem → verwijst naar contextfactoren die indirect van invloed zijn op het kind.
- Macrosysteem → cultuur waarin het kind leeft
- Chronosysteem → omgevingsgebeurtenissen en overgangen gedurende de levensloop.
Zorg voor groepen kinderen in context: gezondheidsbevordering en
gezondheidsbeleid:
Gezondheidsbevordering → contextgerichte handelen veel bijdragen aan gezondheid en dat
gezondheidsbeleid ook moet zijn gericht op die context van kinderen en gezinnen. Hierbij het model
→ Lalonde-model:
- Gezondheidstoestand van bevolking → omgeving telt ook mee.
Aanpak van dit model → gezondheidstoestand van bevolking beïnvloed kan worden door leefwijze
van mensen.
,Wettelijk kader voor de uitvoering van JGZ
Relevante wetten voor de JGZ:
- Wet publieke gezondheid (Wpg).
• Zorg voor gezondheid van samenleving en risicogroepen.
- Besluit Publieke gezondheid.
- Jeugdwet.
Gemeenten verantwoordelijkheid → alle jeugdigen van 0-18 jaar jeugdgezondheidszorg aanbieden.
JGZ-professionals:
Jeugdarts:
Brede sociaal-geneeskundige kennis en vaardigheden op gebied van opgroeiende kind. Niveaus:
- Arts Maatschappelijk en Gezondheid (M&G) profiel jeugd.
• Publieke gezondheid → overziet belangen, signaleert en vertaalt bedreiging uit
publieke domein naar individuele gezondheidszorg.
• Neemt verantwoordelijkheid over mondelinge en schriftelijke advisering in landelijk
en gemeentelijk beleid, projectmanagement, ontwikkelen en implementeren van
innovaties en het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek.
- Jeugdarts KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der
Geneeskunst).
• Bekwaam en bevoegd om complexe en niet-complexe JGZ specifieke handelingen uit
te voeren.
- Basisarts werkzaam als jeugdarts.
• De jeugdarts niet in opleiding, is bevoegd om alle aan een arts voorbehouden
medische handelingen uit te voeren.
Jeugdverpleegkundige:
Focus van jeugdverpleegkundige → preventie → gezondheid van gehele populatie te beschermen,
bewaken en bevorderen op lichamelijk, cognitief en sociaal-emotioneel vlak.
Doel jeugdverpleegkundige → alle jeugdigen kunnen opgroeien tot volwassenen die betekenis
geven aan het leven en hun rol in de maatschappij kunnen vervullen.
De aandacht niet alleen naar jeugdigen → relatie ouders en omgeving → goede analyse daarvan is
participatie in mono-, multi- en interdisciplinaire overlegvorm essentieel.
Adequate reactie op factoren die ontwikkeling en opgroeien kunnen beperken → brede aanpak → in
expertisegebied jeugdverpleegkundige → beschreven waar en op welke manier
jeugdverpleegkundige zich beweegt en ten opzichte van ouders, JGZ-team, ketenpartners en binnen
de eigen beroepsgroep.
Expertisegebied jeugdverpleegkundige = aanvulling op het beroepsverpleegkundige.
Het beroepsprofiel hanteert de CanMEDS systematiek → 7 verschillende rollen.
Kwaliteitsregister Verpleegkundige & Verzorgenden = hulpmiddel om deskundigheid bij te houden.
Verpleegkundige specialist:
De verpleegkundig specialist Algemene Gezondheidszorg of Geestelijke gezondheidszorg →
bevoegd om verpleegkundige en medische diagnosen te stellen en te verwijzen waar nodig is.
,Doktersassistente:
3 kerntaken:
1. Zorg dragen voor intake, voorlichting en advies.
2. Bijdragen aan medische zorg.
3. Uitvoeren van aan organisatie en professie gebonden taken.
Na de opleiding zijn er specifieke bijscholingen voor doktersassistenten in de JGZ.
Assistente op het consultatiebureau:
Worden aangenomen op hun persoonlijke kwaliteiten en ervaringen en kunnen na een
inwerkperiode geprotocolleerde taken uitvoeren. Hebben grote rol als gastvrouw.
Rollen en competenties van de jeugdverpleegkundige:
Rol zorgverlener:
Jeugdverpleegkundige werkt met en voor gezonde jeugdigen (0-18 jaar) en hun ouders → richt zich
op zowel collectieve als individuele universele, selectieve en geïndiceerde preventie. Volgt
jeugdigen gedurende deze hele periode (longitudinaal) en ondersteunt ouders in opvoeden en
opgroeien en bevestigt positief gedrag van ouders.
Jeugdigen met chronische ziekte of handicap richt jeugdverpleegkundige zich → op gezonde
ontwikkeling en opvoeding → zorg voor functionele integratie van jeugdigen met ontwikkelings- en
gezondheidsproblemen → door beschermende en bevorderende maatregelen.
‘Ontzorgen’ en vertalen van opvoed- en opgroeivragen binnen de normale opvoedingscontext
(normaliseren). Jeugdverpleegkundigen → relatie op bouwen met ouders/jeugdigen, rekening
houdend met culturele-, persoonlijke- en sociaaleconomische aspecten.
Rol communicator:
Jeugdverpleegkundige → 2 cliënten en moet continu (kunnen) verplaatsen van perspectief ouders
naar jeugdige en andersom. Communiceert niet alleen met individuen, maar ook met groepen.
Rol samenwerkingspartner:
JGZ → voor kind vervult de jeugdverpleegkundige de rol van casemanager → overziet het gehele
proces tussen samenwerkingspartners, rollen en taken, komt tot gezamenlijke doelbepaling,
signaleert en verhelpt hiaten in de samenwerking.
Jeugdverpleegkundige werkt samen met jeugdarts en doktersassistente en vele en snelle wisselende
ketenpartners en behandelaars in zorg, onderwijs en welzijn → verslag kunnen leggen in digitaal
dossier van JGZ, overleg voeren en overdragen vanuit gelijkwaardige, collegiale en openhouding.
Rol Reflectieve evidence based professional (EBP)
Jeugdverpleegkundige → onderzoek kan initiëren, mee kan werken aan (wetenschappelijk)
onderzoek, wetenschappelijke literatuur op zijn waarde kan beoordelen en projectmatig kan werken.
Rol gezondheidsbevorderaar:
Jeugdverpleegkundige → bevorderen van gezondheid jeugdigen. Houdt rekening met individuele en
groepskenmerken, fysieke en sociale omgeving en met bepalingen van overheid. Kennis van groei en
ontwikkeling en van een gezonde ouder- en kind relatie en welke factoren hierop van invloed zijn.
Ook kennis van indicatoren van gezonde leefstijl en manieren waarop die worden beïnvloed.
, Rol organisator:
Jeugdverpleegkundige functioneert binnen netwerkorganisaties.
Rol professional en kwaliteitsbevorderaar:
Jeugdverpleegkundige heeft in hoge mate keuzevrijheid en verantwoordelijkheid. Moet zelfstandig
besluiten kunnen nemen en goede risico-inschatting kunnen maken.
Klinisch redeneren: bij pijn
1. Risico-inschatting → Na een operatie verhoogde kans op pijn.
2. Vroeg signalering → Observeren van pijn (gezicht, lichamelijk).
3. Probleemherkenning → In gesprek gaan.
4. Resultaatbepaling → Pijnvrij.
5. Interventies → Pijnmedicatie.
6. Monitoring → Medicatie observeren door middel van pijnscore.
LIM:
L: label.
I: indicatoren.
M: gewenste tijd om resultaat te behalen.
Prognose = voorspelling hoe een bepaald gezondheidsprobleem zou aflopen?
- Beïnvloeders worden in beeld gebracht en dat bepaalt de prognose.
Prognose preventie → probleem zal waarschijnlijk niet optreden.
Prognose herstel/oplossen → er wordt verwacht dat het gezondheidsprobleem helemaal zal
verdwijnen.
Prognose verbetering → het is niet mogelijk om gezondheidsprobleem volledig op te lossen,
waarschijnlijk kan wel de ernst van het gezondheidsprobleem beperkt worden.
Prognose remissie en her optreden → verwachting dat het gezondheidsprobleem tijdelijk verdwijnt
maar dat de achterliggende oorzaken aanwezig blijven.
Prognose stabilisatie → optimaal haalbare resultaat is dat het gezondheidsprobleem waarschijnlijk
niet verslechtert.
Prognose verslechtering → gezondheidsprobleem zal waarschijnlijk alleen maar verergeren.
Zorgresultaat = wat eruit eindelijk gebeurt.
Prognostische factor = oefent invloed uit op het gezondheidsprobleem als het gezondheidsprobleem
er al is
Risico factoren en etiologische factoren = hebben invloed op het ontstaan van het probleem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnehoutepen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.