Bestuursrecht 22-23
Week 1
Bestuursrecht
Instrumentele functie, recht van het bestuur: toekennen van
bevoegdheden om het bestuursorgaan zijn taken goed te kunnen laten
uitoefenen.
Normerende functie, recht voor het bestuur: de regels waaraan het
bestuur zich moet houden.
Waarborgfunctie, het recht tegen het bestuur: deze functie zorgt voor de
bescherming voor de burger bij het eenzijdig overheidsingrijpen.
Doelen van de Awb:
Bevorderen eenheid;
Systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving;
Codificeren van ontwikkelingen die zich in bestuursrechtelijke
jurisprudentie hebben afgetekend;
Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere
regelgeving.
A-orgaan, B-orgaan
Art. 1:1 Awb;
o Sub a (A-orgaan) = een orgaan van een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld. (Rechtspersonen die ontstaan krachtens
een wet)
Art. 2:1 jo. 2:3 BW
o Sub b (B-orgaan) = een ander persoon of college, met enig
openbaar gezag bekleed. (Zijn vaak particuliere
overheidsinstellingen waaraan een deel van de overheidstaak is
opgedragen).
Taken van een bestuursorgaan
Presteren (verstrekken uitkeringen)
Dwingen/handhaven: (dwangsommen en boetes opleggen)
Transparant bestuur
Schadeveroorzakend bestuur
Bestuur door middel van privaatrecht
Legaliteitsbeginsel
Veel overheidsoptreden heeft een grondslag in de wet nodig.
Verschillende manieren van bevoegdheidstoedeling:
o Attributie: het is het scheppen van een nog niet bestaande
bevoegdheid en het toedelen daarvan aan een bestuursorgaan.
o Delegatie: het overdragen van een reeds bestaande
bevoegdheid door een bestuursorgaan aan een ander die deze
bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (Art.
10:13 Awb).
o Mandaat: de bevoegdheid om in de naam van een ander
bestuursorgaan besluiten te nemen (Art. 10:1 Awb.
Belanghebbende
Art. 1:2 Awb
, o Lid 1: Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang
rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Rechtstreeks geraakt: toetsen aan alle opera-criteria
o Objectief: niet alleen in subjectieve belevingswereld van iemand
bestaan.
o Persoonlijk: belanghebbende moet erin slagen aan te tonen dat
zijn belang zich in voldoende mate onderscheidt van anderen.
o Eigen: je kunt alleen voor je eigen belang opkomen, niet voor dat
van een ander.
o Rechtstreeks: het contrast van het rechtstreekse belang is het
afgeleide belang, wat inhoudt dat je niet direct maar middellijk
wordt geraakt.
Conclusie AG Widdershoven 5 vuistregels
CRvB 5 maart 2019, Zorgcentrum Meerkerk
AB Klassiek, pag. 44
Hoofdregel: afgeleid belang is niet aan de orde als de
betrokken derde een zelfstandig eigen belang heeft dat bij
het besluit rechtstreeks betrokken is.
o Actueel: het belang moet actueel zijn.
Algemeen en collectief belang (Art. 1:2 lid 2 jo. Art. 1:2 lid 3 BW).
HR Bewoners Buggenum
HR Mestbassin Mechelen
Week 2
Overheidshandelen
Handelingen van bestuursorganen;
Niet op rechtsgevolg gerichte handelingen
o Beslissingen tot het verrichten van een niet op rechtsgevolg
gerichte handeling
o Zuiver feitelijke handelingen
o Mededelingen
Wel op rechtsgevolg gerichte handelingen;
o Privaatrechtelijke rechtshandelingen
o Publiekrechtelijke rechtshandelingen
Overheid en privaatrecht: basisregeling BW
Art. 2:1 BW: rechtspersonen in de zin van het BW
Art. 2:5 BW: een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met
een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit.
Alle regels en verplichtingen die uit BW voortvloeien gelden ook voor
overheidsrechtspersonen. Net als voor natuurlijke personen.
Gevolg basisregeling BW
Overheidsrechtspersonen zijn dus drager van vermogensrechtelijke
bevoegdheden, plichten en rechten, en kunnen bijv, zijn:
o Eigenaar (Art. 5:1 BW);
o Partij overeenkomst (Art. 6:213 BW) met particulieren of andere
overheidsrechtspersonen;
o Eiser in actie uit onrechtmatige daad (Art. 6:162 BW): overheid als
gedaagde/overheidsaansprakelijkheid.
Let op: verschil overheidsrechtspersonen (gemeente) – bestuursorganen
(college van B&W etc.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isa29. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.