Toetsdoelen C-NED8G
De student kan de tussendoelen beginnende geletterdheid benoemen en kan de
verschillende subdoelen herkennen in aangeleverde praktijkvoorbeelden.
Tussendoelen beginnende geletterdheid
1. Boekoriëntatie Kinderen begrijpen dat illustraties en tekst samen een verhaal
vertellen.
Ze weten dat boeken worden gelezen van voor naar achter,
bladzijden van boven naar beneden en regels van links naar rechts.
Ze weten dat verhalen een opbouw hebben.
Ze kunnen aan de hand van de omslag van een boek de inhoud
van het boek al enigszins voorspellen.
Kinderen weten dat je vragen over een boek kunt stellen. Deze
vragen helpen je goed om naar het verhaal te luisteren en te letten
op de illustraties.
2. Verhaalbegrip Kinderen begrijpen de taal van voorleesboeken. Ze zijn in staat om
conclusies te trekken naar aanleiding van een voorgelezen verhaal.
Halverwege kunnen ze voorspellingen doen over het verdere
verloop van het verhaal.
Kinderen weten dat de meeste verhalen zijn opgebouwd uit een
situatieschets en een episode. Een situatieschets geeft informatie
over de hoofdpersonen, de plaats en tijd van handeling. In een
episode doet zich een bepaald probleem voor dat vervolgens wordt
opgelost.
Kinderen kunnen een voorgelezen verhaal naspelen terwijl de
leerkracht vertelt.
Kinderen kunnen een voorgelezen verhaal navertellen, aanvankelijk
met steun van illustraties.
Kinderen kunnen een voorgelezen verhaal navertellen zonder
gebruik te hoeven maken van illustraties.
3. Functies van Kinderen weten dat geschreven taalproducten zoals briefjes,
geschreven taal brieven, boeken en tijdschriften een communicatief doel hebben.
Kinderen weten dat symbolen zoals logo's en pictogrammen
verwijzen naar taalhandelingen.
Kinderen zijn zich bewust van het permanente karakter van
geschreven taal.
Kinderen weten dat tekenen en tekens produceren mogelijkheden
bieden tot communicatie.
Kinderen weten wanneer er sprake is van de taalhandelingen
'lezen' en 'schrijven'. Ze kennen het onderscheid tussen 'lezen' en
'schrijven'.
4. Relatie tussen Kinderen weten dat gesproken woorden kunnen worden
gesproken en vastgelegd, op papier en met audio/visuele middelen.
geschreven taal
Kinderen weten dat geschreven woorden kunnen worden
uitgesproken.
Kinderen kunnen woorden als globale eenheden lezen en schrijven.
Voorbeelden: de eigen naam en namen van voor het kind
belangrijke personen/dingen, logo's en merknamen.
5. Taalbewustzijn Kinderen kunnen woorden in zinnen onderscheiden.
Kinderen kunnen onderscheid maken tussen de vorm en betekenis
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kempelstudent2014. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.00. You're not tied to anything after your purchase.