In dit document wordt het materiele en formele strafrecht samengevat. Van een introductie tot het strafrecht tot de strafuitsluitingsgronden, uitbreiding van strafbaarheid en de strafprocedure worden allemaal behandeld. Met deze samenvatting heb ik het vak met een 8 kunnen afronden en jij hopelijk ...
hoofstuk 1 geheel hoofstuk 2 paragraaf 21 blz 29 tot en met 30 hoofdstuk 3 tot en met subparagraaf 321 en subparagraaf 324 en paragraaf 33 blz 39 tot en met 45 en 46 tot en met 49
Bronnen van het strafrecht zijn:
- Wetboek van Strafrecht (Sr) en, materieel (straf)recht
- Wetboek van Strafvordering (Sv). formeel (straf)recht
- Bijzondere wetten (wet wapen en munitie, Opiumwet etc.)
- Algemene maatregelen van bestuur
- Verordeningen
- Jurisprudentie
- Internationale verdragen
Het wetboek van strafrecht kent 3 verschillende boeken. Ik onthoud dit met het woord OMA (maar
dan nog omdraaien). De boeken zijn:
1. Algemene bepalingen boek 1
2. Misdrijven boek 2
3. Overtredingen boek 3
De doelen van het strafrecht zijn:
- Vergelding
- Voorkomen van herhaling
- Afschrikken
- Beschermen van de samenleving
Strafrecht (materieel recht) wetboek van strafrecht
Om in het strafrecht ergens strafbaar aan te zijn moet er ten eerste sprake zijn van een strafbaar feit.
Art. 1 lid 1 Sr: Geen feit is strafbaar dan uit een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Hier
ken je vast het legaliteitsbeginsel in: Geen feit is strafbaar tot het door wet strafbaar is gesteld.
Art. 1 t/m 8d Sr. Laat zien wanneer iemand strafbaar is volgens het Nederlandse strafrecht en dus in
Nederland vervolgd kan worden.
Een strafbaar feit heeft 4 voorwaarden:
1. Menselijke gedraging (gewilde spierbeweging),
2. Gedraging valt binnen een delictsomschrijving (is dus strafbaar gesteld in de wet),
3. Wederrechtelijk (in strijd met de wet), rechtvaardigingsgronden
4. Aan schuld te wijten (er is sprake van verwijtbaarheid als de verdachte anders had kunnen
handelen, maar dit niet heeft gedaan). schulduitsluitingsgronden
Deze voorwaarden zie je terug in de wetsteksten van het strafrecht. Bij een menselijke gedraging kan
er worden gedacht aan opzet. Een delictsomschrijving is natuurlijk het artikel zelf, wat vervolgens dus
ook meteen in strijd met de wet is (wederrechtelijk). Als laatste nemen veel artikelen het woord
schuld op in een artikel als bestanddeel. Wanneer schuld niet letterlijk in het artikel staat is het nog
altijd een element. Dit geldt ook voor wederrechtelijk.
Artikelen in het strafrecht bestaan dus uit bestanddelen. Eigenlijk is dit hetzelfde als een Nederlandse
zin ontleden met persoonsvorm, onderwerp, infinitief etc. Elke wet in het strafrecht bestaat uit:
- Delictsomschrijving hierin staat precies wat er niet mag.
- Kwalificatie juridische naam voor strafbepaling. Bv: gevangenis of boete.
- Sanctienorm het slot met de maximale straf die de rechter op mag leggen.
- Bestanddelen dit zijn de onderdelen van de delictsomschrijving.
, In het strafrecht moet bewezen worden aan de rechter dat een verdachte zich aan elk van deze
bestanddelen schuldig heeft gemaakt. Wanneer dit niet zo is dan is de verdachte niet schuldig aan
dat specifieke artikel.
Art. 287 Sr: hij die opzettelijk | een ander | van het leven berooft |, wordt, als schuldig aan doodslag,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Bestanddelen zijn dus:
1. Opzettelijk
2. Een ander
3. Van het leven beroven
Wederrechtelijk en schuld zijn in dit voorbeeld een element. Wanneer ze wel in dit artikel werden
genoemd zouden het dus bestanddelen zijn!
Aan elk van deze bestanddelen moet worden voldaan voordat ik aan doodslag schuldig kan worden
bevonden. Wanneer ik mezelf, i.p.v. ‘een ander’, van het leven beroof ben ik dus niet strafbaar aan
doodslag. Ook kan ik een ander van het leven beroven zonder dat het opzettelijk was, dan ben ik ook
niet strafbaar aan doodslag (wel aan dood door schuld).
Het strafrecht kent verschillende soorten strafbare feiten (delicten). Er wordt onderscheid gemaakt
tussen:
1. Misdrijven en overtredingen (boek 2 en 3)
2. Formele en materiële delicten
a. Formeel delict stelt het handelen strafbaar
b. Materieel delict stelt de gevolgen strafbaar
3. Commissie en omissiedelicten
a. Commissiedelict is iets doen
b. Omissiedelict is iets nalaten
4. Gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde delicten
a. Gronddelict is ook het basisdelict, hier wordt iets strafbaar gesteld
b. Gekwalificeerd delict zijn er verzwarende omstandigheden, de straf wordt hierdoor
zwaarder/hoger dan bij het gronddelict. Denk hierbij aan moord met terroristisch
oogmerk.
c. Geprivilegieerd delict zijn er verlichtende omstandigheden, de straf wordt hierdoor
dus lichter/lager dan bij het gronddelict. Denk hierbij aan kindermoord en -doodslag
door een moeder.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stanharmsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.92. You're not tied to anything after your purchase.