INLEIDING
SOCIALE ZEKERHEID = het geheel van sociale voorzieningen dat tot doel heeft aan alle burgers op elk ogenblik van
hun bestaan minstens een “bestaansminimum” te waarborgen.
HOE? Concreet zorgt de sociale zekerheid voor drie zaken: loonvervangende uitkeringen, loonaanvullende
uitkeringen en sociale bijstand.
KLASSIEKE SOCIALE ZEKERHEID: LOONAANVULLEND EN LOONVERVANGEND
LOONAANVULLENDE VERGOEDINGEN LOONVERVANGENDE UITKERINGEN
Wanneer? Als je bepaalde ‘sociale lasten’ hebt zoals het Wanneer? Bij loonverlies ontvang je een
opvoeden van kinderen, ziektekosten, … ontvang je een vervangingsinkomen.
aanvulling op het inkomen. Mogelijke oorzaken van loonverlies:
Het zijn geheel of gedeeltelijke terugbetalingen van ARBEIDSONGESCHIKTHEID:
kosten die wegen op iemands budget. - Ziekte en ongeval privéleven (ziekte- en
Bestaat uit: invaliditeitsverzekering);
GEZONDHEIDSZORG: - Arbeidsongeval en beroepsziekte: vertonen een
→ Uitkering wordt bepaald a.d.h.v. link met de arbeid (aparte verzekering).
beroepsactiviteit of afgeleide rechten (geldt voor WERKLOOSHEID (werkloosheidsuitkeringen)
vrijwel de ganse bevolking, ongeacht arbeid). OUDERDOM EN OVERLIJDEN (pensioenen: rust- en
GEZINSBIJSLAGEN: overlevingspensioen).
→ Uitkering wordt meer en meer een recht van het Dus: Uitkering wordt bepaald a.d.h.v. beroepsactiviteit
kind (groeipakket: forfaitaire tegemoetkoming in de (link met arbeid; men moet werken om deze rechten op
kosten van het kind). Historisch wel ontstaan als te bouwen).
initiatief van (katholieke) werkgevers als
loonsupplement.
SOCIALE BIJSTAND
Wanneer? Als je onvrijwillig niet over een beroepsinkomen beschikt, dan ontvang je een
bijstandsuitkering/gewaarborgde minimumregeling.
Het is een vangnet dat o.a. bestaat uit leefloon, tegemoetkomingen voor mensen met een beperking en de
inkomensgarantie voor ouderen.
→ Gewaarborgde minimumregelingen/bijstandsuitkeringen krijg je enkel na een onderzoek naar alle
bestaansmiddelen.
↔ Klassieke sociale zekerheid: draait om individuele rechten; bij klassieke sociale zekerheid wordt er niet
nagegaan of het echt nodig is, bij sociale bijstand is dit wel het geval.
Er zijn grote verschillen in financiering en prestaties bij de
3 beroepsgroepen: werknemers, zelfstandigen en
ambtenaren.
1
,DEEL 1. TOEPASSINGSGEBIED
A. WERKNEMERS
1. DEFINITIE
WERKNEMERS = degenen die tegen loon arbeidsprestaties leveren “in ondergeschikt verband” (onder het
gezag v/e andere persoon, de werkgever) in het raam van een arbeidsovereenkomst.
1.1 Gezagsverhouding
Opdat er sprake zou zijn v/e arbeidsovereenkomst is het voldoende dat de werkgever juridisch de
mogelijkheid heeft om zijn gezag te laten gelden:
Meer bepaald bevelen geven voor de organisatie en de uitvoering v/h werk;
Voortdurende en ononderbroken gezagsuitoefening ≠ vereist;
Gezag kan ook via een derde invulling krijgen.;
Dus: het bestaan v/e gezagsrelatie impliceert niet noodzakelijk dat de opdrachtgever werkelijk
controle en toezicht uitoefent.
Het bestaan v/e gezagsverhouding zal steeds moeten worden beoordeeld a.d.h.v. de concrete
omstandigheden waarin de betrokkene zijn arbeid presteert.
1.2 Spanningsveld
Soms laat de feitelijke situatie (bv. uitbaters van benzinestations, geranten van boetiek, toiletdames,
artsen, etc.) voldoende ruimte voor een keuze van de partijen tussen het sluiten van een
arbeidsovereenkomst en het aangaan van een contract van lastgeving of aanneming van werk dat de
zelfstandigheid v/d presterende partij eerbiedigt.
Aangezien het goedkoper uitvalt op het vlak van bijdrageregeling voor het statuut van zelfstandigen dan
met toepassing van de socialezekerheidsregeling voor werknemers → grotere verleiding om het
zelfstandigenstatuut aan te nemen dan de werknemersregeling.
→ PROBLEEM VAN SCHIJNZELFSTANDIGHEID:
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) is belast met de inning v/d bijdragen voor de sociale
zekerheid v/d werknemers;
Door de oneigenlijke kwalificatie als zelfstandige loopt de RSZ inkomsten mis zodat hij zal trachten
aan te tonen dat de beweerde zelfstandige activiteit zich in realiteit in ondergeschikt verband
afspeelt. Daartoe moet de RSZ het bewijs leveren dat de vermeende zelfstandige in feiten onder het
gezag van zijn opdrachtgever staat.
SCHIJNZELFSTANDIGEN = werknemers die het statuut van zelfstandige hebben, hoewel ze in
werkelijkheid een beroepsactiviteit uitoefenen onder het gezag van een werkgever (vorm van sociale
fraude met als doel om bijdragen te ontduiken).
Maar wat is de waarde van de kwalificatie die de partijen zelf aan hun rechtsverhouding hebben gegeven?
Is het sluiten van een aannemingsovereenkomst (essentie: geen gezagsverhouding) op juridisch vlak een
waterdichte constructie?
In de oudere rechtspraak: de door de partijen gekozen kwalificatie was (slechts) een van de feitelijke
elementen bij de beoordeling van het al dan niet bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Volgens meer recente cassatiearresten: de juridische kwalificatie van de overeenkomst door de
partijen vormt de basis voor de beoordeling van het wel of niet boorhanden zijn van een
2
, gezagsrelatie. De feitenrechter kan geen andere kwalificatie in de plaats stellen als de voorgelegde
gegevens niet van dien aard zijn dat ze de gegeven benaming uitsluiten. Als partijen hun
overeenkomst hebben benoemd als een vorm van zelfstandige samenwerking, is het bewijs van een
gezagsverhouding niet geleverd indien de door de rechter vastgestelde feiten eveneens kunnen
wijzen op de uitvoering van zelfstandige arbeid en daarmee niet onverenigbaar zijn.
1.3 Wettelijke regeling
De wetgever heeft, vanuit het perspectief van het al lang aanslepende gevecht tegen
schijnzelfstandigheid, een aantal criteria ontwikkeld die meer duidelijkheid zoude moeten creëren
aangaande de aard v/d arbeidsrelaties.
→ ARBEIDSRELATIEWET:
Het uitgangspunt v/d arbeidsrelatiewet ligt grotendeels in het verlengde van de cassatierechtspraak:
zonder de openbare orde, de goede zeden en de dwingende wetten te kunnen overtreden, kiezen de
partijen vrij de aard van hun arbeidsrelatie waarbij de effectieve uitvoering van de overeenkomst
dient overeen te komen met de aard van de arbeidsrelatie.
De voorrang gaat echter naar de kwalificatie die uit de feitelijke uitoefening blijkt als deze de door de
partijen gekozen juridische kwalificatie uitsluit.
In het geval v/e onverenigbaarheid tussen voldoende elementen en de gegeven kwalificatie →
herkwalificatie v/d arbeidsrelatie met tegelijk ook de toepassing v/h overeenkomstige
socialezekerheidsregime. De beoordeling van die elementen gebeurt a.d.h.v. algemene en eventuele
specifieke criteria.
De wetgeving onderscheidt 4 algemene criteria met het oog op het beoordelen van het bestaan of de
aanwezigheid van een gezagsband:
(1) De wil van de partijen zoals ze die in hun overeenkomst hebben uitgedrukt (cf. Hof van Cassatie);
(2) De vrijheid aangaande het bepalen van de werktijd;
(3) De vrijheid bij de organisatie van het werk;
(4) De mogelijkheid om een hiërarchische controle uit te oefenen.
Zaken die op zichzelf geen element vormen op tot een adequate inschatting v/d arbeidsrelatie te
komen (elementen die niet doorslaggevend zijn bij de kwalificatie v/d arbeidsrelatie):
- de titel van de overeenkomst;
- de inschrijving bij een instelling van de sociale zekerheid;
- de inschrijving bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen of bij de administratie van de btw;
- de wijze van aangifte van de inkomsten aan de belastingadministratie.
Maar: deze elementen kunnen wel een aanwijzing vormen voor de wil van de partijen.
De mogelijkheid bestaat om (na toepassing v/e adviesprocedure waarbij de sociale partners een
belangrijke rol vervullen) bij KB een lijst van specifieke criteria op te maken die eigen zijn aan een of
meerdere sectoren, een of meerdere (categorieën van) beroepen of een of meerdere
beroepsactiviteiten.
Maar: de specifieke criteria mogen niet afwijken van de algemene criteria.
(- kijk p14 voor waarop deze specifieke criteria betrekking kunnen hebben -)
De arbeidsrelatiewet gaat uit van een weerlegbaar vermoeden voor bepaalde economische sectoren:
het bouwbedrijf, de bewaking, het vervoer, de landbouw en het tuinbouwbedrijf. Voor deze sectoren
werden 9 criteria uitgewerkt:
- Wanneer aan meer dan de helft v/d criteria is voldaan: weerlegbaar vermoeden dat de
arbeidsrelatie een arbeidsovereenkomst is;
- Wanneer meer dan de helft v/d criteria niet zijn vervuld: de arbeidsrelatie wordt weerlegbaar
vermoed een overeenkomst als zelfstandige te zijn.
Het vermoeden is weerlegbaar door alle middelen van recht, o.m. o.b.v. de algemene criteria. Een KB
kan het vermoeden uitbreiden tot andere sectoren.
De wetgeving voorziet ook in de oprichting van een Administratieve Commissie ter regeling van de
arbeidsrelatie:
3
, - Normatieve en administratieve commissie: regelen de duidelijkheid rond de arbeidsrelatie d.m.v.
adviezen en sociale ruling (men kan hier terecht voor zekerheid);
- De bedoeling is te komen tot een systeem van SOCIALE RULING (men kan enkel op voorhand
zeggen wat voor soort arbeidsrelatie het is) in de vorm v/h nemen van beslissingen in individuele
gevallen;
- Deze commissie kan worden gevat op gezamenlijk initiatief van de onderscheiden partijen v/d
arbeidsrelatie, op voorwaarde dat het verzoek wordt ingediend binnen een termijn van een jaar
v/h op de arbeidsrelatie toepasselijke KB, of door een van de partijen bij de arbeidsrelatie
wanneer zij haar beroepsactiviteit als zelfstandige aanvat, ter gelegenheid van haar aansluiting
bij een sociaalverzekeringsfonds, en door iedere partij die zich voorneemt om een arbeidsrelatie
aan te gaan met een andere en van wie de status van werknemer of zelfstandige onzeker is.
- De Commissie kan echter geen uitspraak (meer) doen als de bevoegde inspectiediensten al een
onderzoek hebben geopend of ingeval de zaak reeds voor een arbeidsgerecht werd gebracht.
- De beslissing van de Commissie is aanvechtbaar voor de arbeidsrechtbanken binnen de maand
volgend op de betekening ervan aan de partijen. De beslissing wordt definitief als geen van de
partijen beroep heeft aangetekend.
- De beslissing bindt de RSZ, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen
(RSVZ) en de sociale verzekeringsfondsen voor zover de door de partijen overgemaakte gegevens
volledig en juist zijn en ongewijzigd blijven.
- Ieder jaar stelt de commissie een verlag op met een overzicht van haar rechtspraak.
1.4 Gevolgen van herkwalificatie
Wanneer de rechter na jaren oneigenlijke zelfstandige activiteit besluit tot het bestaan van een
arbeidsovereenkomst i.p.v. een zelfstandige relatie (HERKWALIFICATIE), heeft deze beslissing aanzienlijke
consequenties:
Financiële consequenties:
- De opdrachtgever die nu als werkgever wordt beschouwd: verplichting om aan de RSZ alle
achterstallige bijdragen te betalen die verschuldigd zijn in het raam van de sociale zekerheid voor
de werknemers; hij/zij moet zowel werkgevers- als werknemersbijdragen voor zijn rekening
nemen (verjaringstermijn van 3 jaar dus de RSZ kan slecht met 3 jaar terugwerkende kracht
achterstallige bijdragen vorderen). DUS: het risico van herkwalificatie van de arbeidsrelatie rust
volledig op de opdrachtgever/werkgever.
- Schijnzelfstandige: kan zijn ten onrechte betaalde bijdragen aan het sociaal statuut der
zelfstandige terugvorderen (verjaringstermijn van 5 jaar dus de vermeende zelfstandige kan de
door hem betaalde bijdragen van de voorgaande 5 jaren recupereren).
Gevolgen op het vlak van de genoten prestaties: de pseudo-zelfstandige zal retroactief aanspraak
kunnen maken op het verschil tussen de loonvervangende uitkeringen die hij conform de
zelfstandigenregeling heeft genoten, en degene waarop hij volgens het werknemerssysteem
gerechtigd was.
De Arbeidsrelatiewet voorziet onder bepaalde strikte voorwaarden in een verlichting van de gevolgen van
een andere kwalificatie mits de partijen vrijwillig tot regularisatie overgaan.
1.5 Bijzondere procedure
Het sociaal statuut der zelfstandigen omvat een speciale procedure die een dam wil opwerpen tegen het
fenomeen van de schijnzelfstandigheid:
Deze bijzondere regeling vindt uitwerking wanneer uit de aansluitingsverklaring bij het
sociaalverzekeringsfonds blijkt dat de beroepsbezigheid die aan de basis ligt van de aansluiting,
tevoren is uitgeoefend in een hoedanigheid die aanleiding gaf tot de toepasselijkheid van de sociale
zekerheid voor werknemers.
Wanneer dit het geval is zendt het RSVZ een afschrift van die aansluitingsverklaring aan de RSZ;
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carolinejanssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.