Samenvatting begrijpend lezen
Hoofdstuk 1
1.2 Lezen als vorm van communicatie
Taal is een communicatiemiddel tussen zender en ontvanger. Een schrijver schrijft de tekst in
een bepaalde taal (encodeert). De lezer leest deze (decodeert).
Er zijn vijf activiteiten tijdens het lezen:
1. Doel stellen (informatie tot zich nemen)
2. Selecteren (passend bij situatie)
3. Decoderen (code ontcijferen)
4. Begrijpen
5. Verwerken
1.3 Lezen in de basisschool
Begrijpend en studerend lezen zijn die vormen van lezen waarbij het accent ligt op het
achterhalen en vastleggen van de betekenis en bedoeling van woorden, de zinnen en de
gehele tekst in hun onderlinge verband en binnen hun context met als doel dat de lezer er
een passende reactie op geeft.
1.4 Vormen van lezen
In de lagere groepen vinden we de eerste fasen van het lezen terug; voorbereidend en
aanvankelijk lezen. Na groep 4 spreken we van voortgezet lezen.
Voorbereidend lezen: kleuters worden voor het eerst in aanraking gebracht met teksten.
Hieronder verstaan we: aanbrengen en uitbreiden van de woordenschat, leren
communiceren en leren waar een boek voor is. Op een speelse manier worden de kinderen
ingeleid in de wereld van taal en lezen.
Aanvankelijk lezen: er wordt een methode aangekoppeld, waar ook schrijven in terug komt.
Ze gaan bezig met decoderen: grafemen of lettes omzetten in spraakklanken. De technische
aspecten staan centraal. Ze leren klankzuivere woorden te lezen (groep 3).
De vormen van voortgezet lezen:
A. Technisch lezen; het gaat erom dat kinderen op een hoger leesniveau komen, steeds
vlotter de code kunnen breken en steeds beter teksten decoderen. De organisatievormen
kunnen verschillen: groepslezen, niveaulezen, klassikaal lezen of hardop-lezen.
B. Begrijpend lezen; de leerlingen kunnen de tekst technisch lezen en goed begrijpen. De
organisatievorm is vaak stillezen en de vragen maken.
C. Studerend lezen; het kind kan nu de tekst begrijpen en ook de hoofdpunten overzichtelijk
vastleggen in een schema of samenvatting. Dit wordt vooral gebruikt voor het voorbereiden
op de middelbare school (groep 7).
D. Voordrachtslezen; in een passend tempo, met de juiste accentuering en gepaste
afwisseling in hard en zacht (op-toon-lezen).
E. Belevend lezen; dit is er op gericht om de kinderen meer plezier in het lezen te geven.
,1.5 Leeslessen voor het leven
Leren lezen is in eerste instantie een doel op zich: kinderen moeten leren lezen. Uiteindelijk
is het de bedoeling dat kinderen de verworven leesvaardigheden kunnen inzetten in allerlei
andere situaties in en buiten de school: het is een functionele activititeit.
Uiteindelijk is het doel van begrijpend lezen dat kinderen teksten in allerlei levensechte
situaties kunnen lezen en begrijpen.
1.6 Competenties voor het leesonderwijs
Een leerkracht moet goed kunnen werken met een methode, maar is ook instaat om zelf
lessen voor begrijpend lezen te ontwerpen en verzorgen. Verder zal hij een behoorlijke mate
van adaptiviteit in het ontwerp en de uitvoering moeten realiseren. Bij het thematisch
werken zal een leerkracht oog moeten hebben voor de ontwikkeling van de vaardigheden
van begrijpend lezen. Ook moet hij bij alle activiteiten kunnen vaststellen wat de opbrengst
is van zijn onderwijs.
Binnen de vakinhoudelijke en vakdidactische competenties kunnen we vier niveaus
onderscheiden:
1. Niveau 1;: Methodelessen verzorgen of verwerken volgens een vast model.
2. Niveau 2: Zelf lessen ontwerpen.
3. Niveau 3: Adaptief werken = je ontwerpt met de leerlingen een krachtige
leeromgeving in je groep en lessen. Je bent gedurende een dag bezig met doelen.
4. Niveau 4: Lessenseries geven en thematisch werken = je ontwikkelt kennis-, inzichts-,
vormings- en vaardigheidsdoelen. Deze hebben negen aspecten die van belang zijn:
a. taalactiviteiten verantwoorden
b. de beginsituatie van kinderen bepalen
c. de doelstelling van je taalactiviteiten bepalen
d. een didactische route bepalen
e. kinderen motiveren voor de les
f. een goede instructie geven
g. de juiste werkvormen gebruiken
h. de goede materialen gebruiken
i. je onderwijs evalueren
1.7 Kenmerkende situaties voor begrijpend lezen
Kenmerkende situaties is een concrete werksituatie die typerend is voor het onderwijs in
begrijpend lezen. In die situatie moet je de beschreven competenties inzetten.
Hoofdstuk 2
2.1 De componenten van het leesproces
Je hebt bij lezen te maken met de taalcode, de lettervormen. Die code moet je breken: je
moet de lettertekens omzetten in woorden en zinnen en hardop of in jezelf verwoorden.
De beginsituatie van de lezer heeft invloed op het al of niet begirjpen van de tekst. Het is van
belang om te weten waarom je deze tekst wilt lezen en begrijpen. Een lezer kan allerlei
doelen hebben: kennisdoel, ontspanningsdoel of een actiedoel.
Je leesdoel bepaalt de manier waarop je de tekst leest en hoe je hem gebruikt. Het
leesproces is geslaagd als je je leesdoel hebt gerealiseerd.
, Ook je leestechniek en leeshouding hebben invloed op het leesbegrip. De omvang van je
woordenschat is ook van invloed op het begrijpen van de tekst.
In je geheugen bevindt zich zowel inhoudelijke als talige voorkennis. Bij inhoudelijke
voorkennis gaat het om voorkennis die je al hebt van het onderwerp van de tekst. Een lezer
kan de informatie uit een tekst pas goed eigen maken, als hij die relateert aan al bestaande
kennis. Je moet dus de voorkennis actualiseren.
Je grammaticale voorkennis en je ervaring met taalconventies helpen je een tekst beter
begrijpen. Dankzij die kennis weet je hoe zinnen zijn opgebouwd, waavoor teksten zijn, in
welke situaties ze worden ingezet en wat de toon is die erbij past.
Criteria voor de lezer zijn:
- Heeft de lezer een specifiek leesdoel?
- Is de leestechniek van de lezer toereikend voor deze situatie?
- Is de lezer gemotiveerd om de tekst te begrijpen?
- Heeft de lezer voldoende inhoudelijke en talige voorkennis om de tekst te kunnen
begrijpen?
- Is de inhoudelijke voorkennis van de lezer voldoende geactualiseerd?
- Legt de lezer voortdurend een relatie tussen bestaande en nieuwe kennis?
Hoe meer moeilijkere woorden of uitdrukkingen, hoe moeilijker de tekst wordt. Ook de wijze
waarop zinnen zijn geconstrueerd, bepaalt de moeilijkheid. Er moet altijd een zekere mate
van redunantie in zitten. Redunantie betekent overvloedigheid of overtolligheid, het is vaak
een steun voor zwakke lezers.
Verder zijn de lengte, lettertype, regelafstand, illustraties en lay-out van invloed op
leesbaarheid. De soort tekst speelt ook een rol
Referentiële teksten zijn teksten die rechtstreeks naar de werkelijkheid verwijzen. Fictionele
of verhalende teksten gaan over een verzonnen werkelijkheid. Hierbij moet je goed de
volgorde van handelingen herkennen, netzoals het vertelperspectief.
De compontenten van het begrijpend lezen die te maken hebben met de tekst op zich,
bevinden zich dus op drie niveaus:
1. Semantisch of woordniveau: het vóórkomen van moeilijke woorden en uitdrukkingen.
2. Syntactisch of zinsniveau: al of geen ingewikkelde zinsconstructies.
3. Tekstniveau: het onderwerp, de tekstsoort, de tekststructuur en de stijl.
De teksten moeten zorgvuldig gekozen worden. Hierbij moet rekening worden gehouden
met:
- De relaties met andere vakken.
- De actualiteit.
- De interesses van de kinderen.
- De opbouw en de vormgeving.
- De functie van de tekst.
Hierbij horen ook negen criteria voor het kiezen van een passende tekst:
1. Komen er niet teveel moeilijke woorden en uitdrukkingen in de tekst voor?
2. Zijn de zinsconstructies doorzichtig?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisboele. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.