Samenvatting hoofdstuk 2 Rechtsstaat paragraaf 1 tot en met 9 van het boek Thema's Maatschappijleer vwo lesboek. paragraaf 1: idee en oorsprong van de rechtsstaat. paragraaf 2: grondwet en grondrechten. paragraaf 3: legaliteitsbeginsel. paragraaf 4: trias politica: scheiding en evenwicht van machte...
Een rechtsstaat is een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Deze bescherming bestaat niet of nauwelijks in een
autoritaire staat, waarin één machthebber of een kleine groep mensen bepaalt wat de regels zijn.
Nederland is een
- Democratische rechtsstaat: ze mogen meedoen aan vrije verkiezingen.
- Sociale rechtsstaat: er zijn allerlei voorzieningen en wetten om de welvaart en het welzijn van
de burgers te bevorderen.
In een rechtsstaat heerst relatief veel sociale cohesie. De meeste burgers houden zich aan de wet, in
verwachting dat anderen dat ook doen. Daarom kun je zeggen dat vertrouwen en wederkerigheid in
een rechtsstaat hand in hand gaan.
Er zijn rechten voor burgers maar ook voor de overheid. Dat zorgt voor rechtszekerheid, want
iedereen kan precies nagaan wat wel en niet mag.
Met de verlichting kwam er vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw steeds meer verzet tegen
het onrecht, arme burgers moesten de meeste belasting betalen en hadden bijna geen rechten.
Echter waren het niet alleen de arme burgers die verzet boden, ook de burgerij. Door de drukpers
kon de nieuwe kennis snel worden verspreid. Dankzij de rede konden niet alleen de wetten van de
natuur worden achterhaald, maar zouden ook de voorwaarden voor een rechtvaardige en gelukkige
samenleving logisch beredeneerd kunnen worden. Vrijheid was de eerste voorwaarde om gelukkig te
kunnen zijn.
Thomas Hobbes, John Locke en Jean-Jacques Rousseau zijn bekende filosofen uit die tijd.
Mensen moeten volgens ‘contractfilosofen’ een sociaal contract sluiten, waarin ze tot afspraken
komen om in natuurlijke vrijheid en gelijkheid te kunnen leven.
De staat moet de veiligheid van de burgers garanderen en hun eigendommen beschermen. De staat
zou daarom een geweldsmonopolie krijgen, wat wil zeggen dat de staat als enige geweld mag
gebruiken. Maar hoe kan je de staat vertrouwen? De staat zou gebonden zijn aan de wetten die de
burgers zelf opstellen.
De Franse filosoof Montesquieu stelde voor om de staatsmacht op te splitsen in een wetgevende
macht, een uitvoerende macht en een rechtsprekende macht: de trias politica.
Beginsels van de rechtsstaat:
- Het beginsel van de grondrechten: alle mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren en moeten
zo ook kunnen samenleven.
- Het soevereiniteits- en democratiebeginsel: de mensen sluiten gezamenlijk een vredesakkoord,
het sociaal contract.
- Het legaliteitsbeginsel: er is een staat die het sociaal contract tussen mensen kan afdwingen,
maar die strikt gebonden is aan de wetten die de partijen zelf hebben opgesteld.
- Het beginsel van de trias politica: de macht van de staat wordt voor de zekerheid verder
begrensd door interne scheiding van de staatsmacht.
De Onafhankelijkheidsverklaring, de grondwet en de ‘Bill of Rights’ vormen samen de Amerikaanse
constitutie. Constitutie verwijst naar de beginselen en de regels om een staat te stichten.
, In 1789 werd de Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger opgesteld, die moest zorgen
voor een rechtvaardigere en gelukkigere samenleving. Hierin werden de grondrechten van ieder
mens vastgelegd.
In 1799 pleegde Napoleon een staatsgreep en vestigde een verlichte dictatuur, waarin de
machthebber in zekere mate rekening houdt met de bevolking. Zijn ‘Code Civil’ vormde ook in
Nederland het begin van het burgerlijk recht.
2.2 Grondwet en grondrechten
De Grondwet in Nederland:
- Legt de fundamentele rechten van burgers vast.
- Begrenst de macht van de staat en garandeert daarmee de vrijheden van burgers.
- Geeft aan hoe de belangrijkste organen van de staat in grote lijnen zijn georganiseerd.
- Drukt de eenheid van de natie uit: binnen het staatsverband vormen alle burgers, ondanks alle
verschillen, toch een eenheid.
Nederland kreeg in 1789 de Staatsregeling van de Bataafse Republiek. Daarin werd bepaald dat
iedere burger gelijk is voor de wet en onschendbare grondrechten heeft, zoals vrijheid van
meningsuiting, vrijheid van drukpers en godsdienstvrijheid.
In 1814 werd Nederland een constitutionele monarchie, een koninkrijk met een grondwet.
In 1848 werd onder leiding van Thorbecke de basis van onze latere rechtsstaat gelegd. De macht van
de koning werd ingeperkt in de grondwet. Vanaf dat moment was hij ‘onschendbaar’, dat wil zeggen:
buiten het spel van de macht gezet. De ministers kregen de verantwoordelijkheid voor wetgeving en
beleid. De grondrechten werden uitgebreid. Directe verkiezingen van de Tweede Kamer vergrootten
de democratie, al was het kiesrecht slechts voorbehouden aan een kleine groep mannelijke burgers
die een bepaald bedrag aan belasting betaalden: het censuskiesrecht.
De negentiende-eeuwse staat wordt ook wel een nachtwakersstaat genoemd, een staat die zich
voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van de burgers.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstond er een klassenstrijd vanwege uitbuiting van
arbeiders, armoede en kindersterfte. Ook de vrouwenbeweging beriep zich op de beginselen van de
rechtsstaat.
In 1917 werd het algemene mannenkiesrecht ingevoerd, in 1919 het vrouwenkiesrecht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte de Duitser bezetting een einde aan de grondrechten van de
burgers in 1983 werd er een nieuwe grondwet geschreven.
- Grondrechten van de burgers.
- Organisatie van de staatsinstellingen en het bestuur van ons land.
Vrijheid en gelijkheid van individuele burgers vormen de basis van de klassieke grondrechten.
Welke klassieke grondrechten kunnen we onderscheiden?
1. Het recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen. Niemand mag gediscrimineerd worden.
2. De persoonlijke vrijheid wordt op verschillende manieren gewaarborgd. Ieder mens heeft de
vrijheid om te gaan en staan waar hij wil.
- Recht op privacy.
- Martelen is verboden en zonder hun toestemming mogen mensen niet aan medische proeven of
behandelingen worden onderworpen.
- Zomaar fouilleren mag niet.
- Vrijheid van godsdienst en onderwijs.
- Recht op eigendom.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller info8955. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.