100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting natuurbeheer in en om de stad (HEEN02) $5.24
Add to cart

Summary

Samenvatting natuurbeheer in en om de stad (HEEN02)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting kan handig zijn voor tweedejaars studenten aan de Aeres Hogeschool die Toegepaste biologie volgen. De samenvatting bevat alle informatie uit de powerpoints die tijdens de HEEN02 lessen gepresenteerd worden.

Preview 3 out of 23  pages

  • March 10, 2023
  • 23
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
LES 1
Natuur  o.a. dat wat de mens om zich heen ziet als niet door hem gewijzigd.
Sinds 2008  meer mensen in steden dan daarbuiten.
Voorspelling  in 2050 3/4e van alle mensen in stad.
Mensen  consistente voorkeur voor natuurlijke boven stedelijke landschappen.
Stedelijke beelden met groen  meer gewaardeerd dan zonder groen. Hierdoor ook herstel van
aandachtsmoeheid en stress.

Natuurlijke omgeving kan op verschillende manieren bijdragen aan gezondheid van mens:
 Natuur kan bijdragen aan herstel van stress
 Natuur kan aanzetten tot sociaal contact
 Natuur kan bijdragen aan optimale ontwikkeling van kinderen
 Natuur kan persoonlijke ontwikkeling en zingeving bevorderen
 Natuur kan stimuleren tot beweging

Natuur in stad is belangrijk  steeds meer belang aan natuur in (en om) stad  natuur krijgt
zwaardere stem.
 Stadsecologen/stadsbotanisten
 Ontwikkelignen binnen Aeres Hogeschool Almere  Growing green cities/Floriade.
 Projecten door gemeenten:
o Planten op kantoor
o Meer groen op speelplein
o Boomspiegels beplanten

Geschiedenis:
 Middeleeuwen – 1800  omwalde steden  uiteindelijk ruimteproblemen
o 1661  John Evelyn  idee van tuinstad.
o 1720  Thomas Fairchils  drong aan op het aanleggen van meer openbare parken
in Centraal-Londen.
 1800-1900  industriële steden  verslechterende omstandigheden in steden.
o Gegoede burgerij trok naar plattenland.
o Grote sociale en milieukundige problemen  “kwade dampen” (stank)
veroorzaakten ziektes.
o Begin stadsverfraaiing en aanleg stadsparken
 1930-heden  suburbane stad
o 1902  Woningwet in NL  kwaliteit omhoog
o Ontstaan stedelijke netwerken  mede mogelijk door ontwikkelen auto’s.

Deltaplan biodiversiteit  “Bij de bouw van nieuwe wijken en bedrijventerreinen, en bij de aanleg
van nieuwe infrastructuur (t.b.v. auto, openbaar vervoer, scheep- en luchtvaart) kijken we
nadrukkelijk of ze stadsnatuur verrijken en natuur in het omliggende landelijk gebied versterken.
Natuurgebieden zijn inmiddels veel effectiever met elkaar verbonden via corridors, agrarisch gebied
en/of openbare ruimte. Het beheer van die gebieden is niet langer versnipperd, maar vult elkaar
aan.”
De stad moet ook meedoen  “Het [Delta] plan [Biodiversiteitsherstel] besteedt aan stedelijke
biodiversiteit – nog – geen aandacht, maar dat hoeft steden er niet van te weerhouden om
enthousiast mee te doen. Zeker een stad als Almere, met de Floriade 2022 als ideale stip aan de
horizon om biodiversiteit op te pakken. […] De strijd voor meer biodiversiteit in steden is op de eerste
plaats een strijd tegen verharding en verstening (...)”.

,Natuur in vs buiten de stad:
 Belangen verschuiven/liggen anders
 Natuur in stad  complexer
 “Buiten het straatje van de biologen”
 Wat speelt er?:
o Verschillende belangen stakeholders
o Waterafvoer gemeenten 
 “Stenificatie van tuinen”
 Overvraging riool tijdens piekbelasting
o Bomen in en om stad 
 Groei bomen vs esthetiek
 Veteranenbomen vs veiligheid
 Ziekteverspreiding
o Bovengrondse – ondergrondse interacties 
 ‘Wat je niet ziet, is er ook niet’.
 Bodemsamenstelling
 Waterafvoer
 Wortelen bomen
o Keuze beplanting 
 Natuurlijke bermen  bijen/stadsimkers
 Onderzoek Gemeente
Utrecht
 Burgeranticipatie 
boomspiegels beplanten
o Mogelijkheden voor toekomst
 Vergroening van stad?
 ‘Het ecosysteem van de toekomst’
 Initiatieven wereldwijd


LES 2
Myrmecofielen  dieren die bij mieren leven  meer dan 10.000 soorten
bekend.
Paussini  mierennest kevers  parasitair. Excretie chemische
stoffen  mieren denken dat het om koningin gaat. Hebben ook
morfologische aanpassingen  antennes. Mieren voor gek gehouden.
Kevers roven nest leeg of leven van larven mieren.

Mierenpissebed  commensaal  leeft in allerlei mierennesten &
varieert in lichaamsgrootte met grootte gastheer  fenotypische
plasticiteit. Passen zich aan grootte mieren aan.

Pimpernelblauwtje vlinder  parasitair  legt eieren op bloemen van grote pimpernel 
jonge rups laat zich na paar weken op grond vallen  lijken op mieren larven 
moerassteekmier neemt rupsen mee in nest  daar eten rupsen alle miereneieren en larven
op  mieren verlaten nest  rupsen kunnen veilig verpoppen.

Ecosysteemingenieur  organisme dat direct of indirect de beschikbaarheid van levensbronnen voor
andere soorten vormgeeft door veranderingen aan te brengen in biotische en abiotische
omstandigheden van gebied.

, We onderscheiden 2 typen ecosysteemingenieurs:
1. Autogenic engineers  koraal  veranderen omgeving via fysische structuren, met levend
of dood materiaal.
2. Allogenic enigeers  bever  veranderen omgeving door levend of niet-levend materiaal
om te zetten in andere staat.

Nederlandse Waddenzee  zeegras, mossel, Japanse oester en kokerwormsoorten  biobouwers
 geven bodem was een vaste structuur.

Op dit moment:
 Is 3% van het landoppervlak stedelijk gebied
 Is 11% van het landoppervlak in gebruik als landbouwgebied
 Leeft 95% van de wereldbevolking op 10% van het landoppervlak.

Stad als ecosysteem  uitgangspunten:
 Steden en dorpen nemen een steeds groter deel van het landoppervlak in beslag
 Het stedelijk gebied vormt een habitat met een combinatie van voor de stad kenmerkende
omgevingsfactoren
 Er is contact en uitwisseling van soorten tussen urbane gebieden verspreid over hele wereld
(macworld)
 Er leven soorten in stedelijk gebied die aangepast zijn aan de stad
 Er zijn soorten die voor hun overleving afhankelijk zijn van de stad.

Abiotische factoren in stad:
 Verstening
 Versnippering
 Vervuiling
 Warmte
 Licht
 Geluid
 Nieuwe relaties

Verstening  paardenbloem:
 De zaden van de paardenbloem zijn aangepast aan de stad
 De pluizige parapluutjes waaraan ze hangen, zijn in de stad iets smaller en korter, waardoor
de zaden wat eerder vallen.
 Op het platteland is het als paardenbloem gunstig om je zaden zo ver mogelijk te
verspreiden.
 In de stad waar veel van de grond bedekt is met steen en asfalt is het gunstig om juist zo
dichtbij mogelijk de grond te bereiken, dan heb je meer kans om in aarde te landen.

Versnippering  evolutie in kleine populaties:
 Fragmentatie van een populatie (van de genenpool) is slecht voor de kansen van overleving
 Inteelt zorgt verspreiding erfelijke afwijkingen
 Genetische variatie verdwijnt gemakkelijk door toevalsgebeurtenissen (genetic drift)
Razendsnelle evolutie in kleine populaties:
 Witvoetmuizen leven in kleine afzonderlijke populaties in New-York
 Ze evolueren razendsnel en passen zich aan, aan lokaal (fastfood) voedselaanbod, maar ook
aan bodemvervuiling en in immuunsysteem.
 Aanleggen corridors tussen deze kleine populaties kan averechts werken  door verlies aan
lokale aanpassingen (gene flow).
Vervuiling  de stadsduif:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milouvdputten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.24
  • (0)
Add to cart
Added