100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting erfelijkheidsleer dictaat (HDOP03) $5.16   Add to cart

Summary

Samenvatting erfelijkheidsleer dictaat (HDOP03)

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting kan van handig zijn voor tweedejaars studenten aan de Aeres Hogeschool die Toegepaste biologie volgen. De samenvatting bevat alle aspecten die voor de HDOP03 toets uit het dictaat geleerd moeten worden.

Preview 2 out of 13  pages

  • March 10, 2023
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
HS 1.1
Domesticatie  proces waarmee de mens planten en dieren zodanig
van eigenschappen verandert zodat deze steeds meer aangepast
raken aan het leven dichtbij en in dienst van de mens.
Domesticatie  geleidelijk proces:
1. Verzamelen wilde planten
2. Gebruik wilde planten rondom tijdelijke woonplaatsen
3. Plantensoorten aangepast aan verstoord en rijker milieu.
4. Mens schept gunstige groeivoorwaarden  plantenteelt.
5. Mens onderneemt activiteiten om gewenste planten te
krijgen  plantenteelt en plantenveredeling.

HS 1.2
Ad 4. Plantenteelt:
 Voor 1500 n. Chr. Weinig gegevens
 Na 1500 ontdekkingsreizen  nieuwe gewassen.
 Teler is “veredelaar”:
o Laat zijn gewassen bloeien
o Verzamelt zaad van de beste individuen voor het volgende jaar
o Houdt de beste lokale variëteiten over

Ad 5. Traditionele plantenveredling:
 Selectie in het veld  “vinden” van nieuwe vormen en variëteiten.

Plantenveredeling  omvat alle menselijke activiteiten gericht op de productie van planten met een
betere erfelijke aanleg voor de voorziening in de menselijke behoeften.
1. Kweken  “kwekersoog”  gericht op verkrijgen nieuwe rassen.
2. Onderzoek:
a. Fundamenteel  grondslagen van kweekwerk (WUR)
b. Toegepast  bijv. verbeterde proeftechniek, efficiëntere selectiemethoden (PPO,
Proeftuin Zwaagdijk, veredelingsbedrijven).

HS 1.3
Rasbegrip  ras is een groep van planten binnen een cultuurgewas:
 Binnen een ‘cultuurgewas’
 Waarin zij een niet verder te splitsen (1) onderscheidbare eenheid vormt
 En die in haar karakteristieke eigenschappen (2)
 Op de voor het gewas gebruikelijke wijze (3) constant reproduceerbaar is.
DUS-criteria  Distinsct Uniform Stable.

Naamgeving  binaire naamgeving.
1. Botanische naam  geslachtsnaam + soortnaam
2. Commerciële naam  raasaanduiding.
a. Mag geen Latijn zijn
b. Naam moet kort zijn
c. Geen naamgeving naar indeling van het plantenrijk
d. Moet in vele talen goed uit te spreken zijn.
e. Moet geldig gepubliceerd of wettelijk geregistreerd zijn.

Cultivar en variënteiten  andere woorden voor ras.
Onderscheiding 4 rastypen:

, 1. Kloon
2. Lijn
3. Populatie  ‘landras’  populatie planten die zich in bepaalde streek van nature heeft
gevormd onder invloed van daar heersende klimaat-, bodem, en bedrijfsomstandigheden en
waarop slechts een onzorgvuldige (grove) selectie is toegepast.
4. Hybride


HS 1.4
Veredelingsdoelen:
1. Opbrengst:
a. Raseffect
b. Bodemeffect
c. Klimaat effect
o Fysiologisch opbrengst potentieel  meer ton/ha
o Hogere oogstindex  oogstbaar product t.o.v. totale droge stofproductie.
o Gehalte aan eiwit/olie/suiker/gewenst inhoudsstof nemen af met stijgende
opbrengst.
2. Kwaliteit  totaal aan eigenschappen van een product dat de mate van geschiktheid ervan
voor het beoogde gebruiksdoel bepaalt.
a. Wensen van de consument
b. Verwerkingskwaliteit
c. Voedings- of voederwaarde  aanwezigheid gewenst componenten en afwezigheid
van of laag gehalte aan schadelijke bestanddelen.
Vaak negatieve correlatie met opbrengst.
3. Oogstzekerheid. Bedreigd door:
a. Biotische factoren  resistentie tegen en ziekten en plagen. Deze kunnen zelf ook
resistent worden en is daarom erg moeilijk  volledige resistentie niet te behalen,
partiële resistentie wel.
b. Abiotische factoren  tolerantie  vb. schot bij granen (belangrijk bij natte
oogstomstandigheden), kou tolerantie bij maïs, zouttolerantie bij bieten,
winterhardheid bij granen en droogtetolerantie bij veldbonen.
c. Fysiologische factoren  te snel doorschieten kropsla, openspringen van peulen &
gelegerd gewas (granen) rijpt slecht en is moeilijk te oogsten.
Vaak positieve correlatie met opbrengst.
4. Oogsttijdstip  vroege oogsten vanwege:
a. Primeurteelt  vroeg oogsten omdat consument dan meer voor product wil betalen.
b. Twee teelten per jaar
c. Jaarrondteelt (temperatuur/daglengte gevoeligheid)
 ontlopen ongunstige opbrengst
Vaak negatieve correlatie met opbrengst.
5. Teeltkosten  voorbeelden:
a. Klein, rond zaad veldboonrassen  goedkoper.
b. Kortstrorassen bij graan  minder risico legeren & kan meer stikstof verwerken.
c. Synchrone afrijping bij spruitkool
d. Lage energiebehoefte kasgewassen
6. Nieuwe vormen en typen
a. Groentegewassen  gaat om nieuwe typen bestaande gewassen.
b. Sierteelt  gaat om nieuwe typen binnen bestaande gewassen & om introductie
geheel nieuwe gewassen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milouvdputten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$5.16
  • (0)
  Add to cart