Dit is een overzicht van de beweging van gewrichten voor het vak locomotie uit het derde studiejaar van diergeneeskunde. De fysiologie en anatomie van gewrichten en de krachten die erop werken zijn uitgelegd
Overzicht Beweging
Gewrichten
Een gewricht (articulatio) is een verbinding tussen 2 botten. Er zijn 3 soorten gewrichten:
fibrineuze gewrichten, kraakbeengewrichten en synoviale gewrichten. De schedelnaden zijn
een voorbeeld van fibrineuze gewrichten. Kraakbeengewrichten bevinden zich op de
overgang van kraakbeen naar bot, zoals bij de ribben. De bekendste gewrichten zijn
synoviale gewrichten, waar dit blok vooral op ingaat.
In synoviaalgewrichten is het spongieus bot bekleed met
gewrichtskraakbeen (niet doorbloed). Om het gewricht bevindt
zich een kapsel, dat alle onderdelen bij elkaar houdt. Ook kan
het gewricht versterkt zijn met gewrichtsbanden. In de holte
van het gewricht zit synovia, wat voor het “smeren” van het
gewricht zorgt. Hierdoor kan het gewricht met minimale
wrijving bewegen. De productie van deze stof vindt plaats in
een speciaal membraan, het synoviaalmembraan. Dit
membraan bevindt zich aan de binnenzijde van het
gewrichtskapsel
Gewrichtsdraaiassen
De bewegingen van een gewricht kunnen worden geschreven als rotaties om 1 of meerdere
draaiassen. Een draaias is een verzameling van punten, die bij de beweging van het
gewricht niet van plaats veranderen.
● Mediolaterale as: gewrichten die in deze as bewegen kunnen flexie (hoek van botten
neemt af) en extensie (hoek van botten neemt toe) uitvoeren.
● Craniocaudale as: op deze as kunnen abductie (van het lichaam af bewegen) en
adductie (naar het lichaam toe bewegen) plaatsvinden.
● Dorsoventrale as: gewrichten kunnen endoroteren (naar binnen draaien) en
exoroteren (naar buiten draaien) op deze as.
Het ellebooggewricht heeft nog een extra as, de radius en ulna kunnen om elkaar heen
draaien. Dit leidt tot supinatie (arm naar buiten draaien, handpalm omhoog) en pronatie (arm
naar binnen draaien, handpalm omlaag).
Het kaakgewricht kan ook een extra beweging uitvoeren, translatie. Hierbij wordt er
evenwijdig aan een as bewogen, door de kaak naar voren te schuiven
Rotatie-assen
Gewrichten kunnen ingedeeld worden op basis van hun
rotatiemogelijkheden. Hoe minder assen het gewricht heeft, hoe
minder beweging er gemaakt kan worden.
● Scharniergewricht: 1 as
○ Ellebooggewricht (mediolaterale as)
● Eigewricht: 2 assen
○ Polsgewricht (mediolaterale as + craniocaudale as)
, ● Zadelgewricht: 2 assen
○ Schoudergewricht van een vogel
● Kogelgewricht: 3 assen
○ Heupgewricht (mediolaterale as + craniocaudale as + dorsoventrale as)
Richtingstolerantie
In gewrichten kunnen alleen krachten die loodrecht op het contactoppervlak staan worden
overgebracht. Mbv collaterale banden kunnen afschuifkrachten omgezet worden tot deze,
loodrechte, krachten.
Moment
Om een gewricht te buigen wordt er een moment opgewekt: 𝑚𝑜𝑚𝑒𝑛𝑡 = 𝑘𝑟𝑎𝑐ℎ𝑡 × 𝑎𝑟𝑚
● Kracht: spierkracht of bodemreactiekracht
● Arm: de kortste (loodrechte) afstand tussen de krachtlijn en
het gewricht
In het blauwe voorbeeld is te zien dat de arm 0,5m is en de kracht
10 N. Dit leidt tot een moment van 0,5*10 = 5.
In het groene voorbeeld is de arm veel korter, namelijk 0,1m. De
kracht is wel gelijk, wat leidt tot een moment van 0,1*10 = 1. Bij dit
voorbeeld is er voor hetzelfde moment dus meer kracht nodig dan
bij het blauwe voorbeeld.
Voor stabilisatie van het gewricht wil je een korte arm en veel kracht. De spier zit zo dicht
mogelijk op het gewricht, met een zo kort mogelijke peesafstand.
Voor beweging wil je juist een lange arm, je hebt dan minder kracht nodig voor het bewegen.
Bodemreactiekracht (BRK)
Een dier staat op de grond, waardoor er zwaartekracht (Fz)
op werkt. Het dier duwt hierdoor op de grond, terwijl de grond
terugduwt op het dier. Hierdoor blijft het dier op de grond
staan, en zakt hij er niet doorheen. De kracht die vanuit de
grond op het dier werkt wordt de bodemreactiekracht (FBRK)
genoemd. De lijn van FBRK kan omhoog doorgetrokken
worden, waarna er te berekenen is wat het moment van de
gewrichten is.
In de afbeelding is ter hoogte van de elleboog een klein
horizontaal streepje gezet, dit is de arm. Het moment is
vervolgens uit te rekenen: 𝑚𝑜𝑚𝑒𝑛𝑡 = 𝐹𝐵𝑅𝐾 × 𝑎𝑟𝑚.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ankejesse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.