Diagnostische En Therapeutische Methodieken (D012477A)
Summary
Samenvatting Klinische Biologie (D&T) (3de bach)
73 views 3 purchases
Course
Diagnostische En Therapeutische Methodieken (D012477A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Een samenvatting van klinische biologie binnen het vak 'diagnostische en therapeutische methodieken' van het derde jaar geneeskunde aan de UGent. Het is een combinatie van de cursus, de slides en wat er gezegd wordt in de les. Deze examenperiode is de zwaarste ooit, dus goed voorbereiden en dan kom...
Diagnostische En Therapeutische Methodieken (D012477A)
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
notie
Reviews received
Content preview
KLINISCHE BIOLOGIE
DIAGNOSTISCHE EN THERAPEUTISCHE METHODIEKEN
2. ANALYTISCHE TECHNIEKEN
2.1 FOTOMETRIE
Intensiteit
Fotometrie = standaardtechniek voor vele biochemische reacties.
𝐼 Eigenlijke wet:
Gebaseerd op wet van ‘Lambert-Beer’: 𝐸 = 2 − log(%𝑇) (met %𝑇 = 𝑋 100).
𝐼0 𝐸 = 𝜀×𝐶×𝑙
➔ De wet is enkel geldig als het gaat over licht met 1 bepaalde golflengte E = extinctie
𝜀 = molaire extinctiecoëfficiënt
Hoeveelheid geabsorbeerd licht levert informatie over de aanwezige concentratie.
C = concentratie
Gebruikt voor: l = cuvetlengte
Er zit een ‘ruis’ op van 0,128 als men
water gebruikt t.o.v. een blanco:
=> Corrigeren door 0,128 af te trekken
,2.2 POTENTIOMETRIE
Elektrochemische methode die berust op de wet van Nernst
Aangewend voor meting van:
- Natrium
- Kalium
- Chloride
2 soorten:
1. Indirecte potentiometrie = op een verdund staal (in
centrale laboratoria)
2. Directie potentiometrie = op een niet verdund staal (in
point-of-care toestellen)
2.3 OSMOMETRIE
Osmolaliteit van serum of urine kan worden bepaald door de vriespuntdaling te meten:
→ osmolaliteit van 1000 mosm/kg komt overeen met een vriespuntsdaling van 1,86 °C.
2.4 ELEKTROFORESE
Aan de hand van het analyseren van het bewegen, onder invloed van een elektrisch veld, van macromoleculen
door een gel (meestal agarose gels), de groottes van de molecules t.o.v. elkaar beoordelen.
Gebruik:
a. Scheiden van eiwitten op basis van lengte
b. RBC-afwijkingen opsporen (bv. Sikkelcel) of HbA2 (merker voor beta-thalassemie) opsporen
c. + door toepassing van bijzondere kleuringen: enzymactiviteit aantonen
→ iso-enzymen met gelijkaardige activiteit, maar andere structuur opsporen
d. Capillaire elektroforese:
a. Geen gel, maar een haarfijn capillair
b. Zeer hoge spanningen
c. Indrukwekkende resoluties kunnen bereikt worden
d. (plasma-eiwitscheiding, dosage van farmaca en studie van eiwitheterogeniteit)
2
,2.5 IMMUNOLOGISCHE ASSAYS
Hierbij worden antilichamen (mono-/ polyklonaal) gebruikt als uiterst specifiek reagentia.
Gebruikt voor metingen van C-reactief proteïne, immuunglobulines en tal van andere serumeiwitten.
Soorten:
- Immunoturbidimetrie:
o Fotometer
- Immunonefelometrie:
o Nefelometer
o Ontstane strooilicht wordt gemeten met een optische detector die niet op de as van de
lichtbron staat → grotere analytische gevoeligheid
In beide wordt gebruik gemaakt van een reactie tussen toegevoegde antilichamen en het serum of plasma
aanwezige antigen, hierdoor ontstaat een kleine nevel van immuuncomplexen.
Speciale vorm: radio-immuno assay (RIA)
→ Hier kan men antigenen in zeer lage concentraties meten (tumoreiwitten, hormonen, vitamines..)
Tegenwoordig:
- ELISA = enzyme linked immunosorbent assay
→ I.p.v. isotoop, gebruikt men een enzym om het ligand te merken
- ECLIA = elektrochemiluminescentie immunoassay
→ Immuuncomplex wordt luminiscent gelabeled
ELISA-techniek
2.6 CHROMATOGRAFIE
Verschillende componenten langs een specifieke vaste stof laten lopen waaraan de ene component sterker
bindt dan de andere component(en).
Gebruik:
- Toxicologie: opsporen van farmaca en toxische substanties
- Monitoring van diabetes: HbA1c a.d.h.v. high-performance liquid chromatography (HPLC)
- Metabole aandoeningen: gaschromatografie gekoppeld aan massaspectometrie (GC-MS)
o Bv. Erfelijke aandoening van aminozuurstofwisseling opsporen:
→ GC-MS spectra van organische zuren bestuderen
3
, 2.7 HEMOCYTOMETRIE
= het tellen van het aantal cellen in het bloed
MANUELE MICROSCOPIE
Klassieke manier: telkamers en microscopen.
AUTOMATISCHE CELTELLER
Maken gebruik van de fysische eigenschappen van de verschillende soorten
bloedcellen:
Moderne aparatuur kan verdelen in 5 hoofdgroepen:
→ neutrofielen, eosinofielen, basofielen, lymfocyten en monocyten
Interfererende factoren: plaatjesaggregaten, grote bloedplaatjes + ernstige infectie of leukemie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller notie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.94. You're not tied to anything after your purchase.