Architectuur
Architectuur is de kunst van het ontwerpen van de gebouwde omgeving: gebouwen, interieurs,
landschappen en steden.
Een goed gebouw voldoet aan:
1. Schoonheid
2. Stevigheid
3. Bruikbaarheid
Vergeleken met vroeger zijn er 2 dingen verandert in architectuur:
- Materialen, van steen en hout naar gietijzer, staal en kunststof
- Vormen kunnen complexer worden doordat computers helpen hier een constructie voor te
bedenken.
Kenmerken van architectuur zijn
1. Functie (wat is de functie van het gebouw)
2. Vorm= wat is de vorm? Klassiek: symmetrie, centrale entree, versieringen. Modernisme:
geen versiering. Technologie: complexe, organische vormen. Blob (binary large object)
ballonachtige, ronde vormen.
3. Omgeving= wat doet het gebouw met de omgeving? Het kan erin opgaan, of juist afwijken.
4. Materiaal= wat is het effect van het materiaal op het gebouw?
5. Constructie= hoe zijn de verschillende delen samengevoegd?
6. Visie = wat is het achterliggende idee van de architect? Functie? Samenleven? Uitstraling?
Stromingen
Modernisme
- Modern
- Vanaf 1920 tot 1970
- Form follows function: niks overbodigs
- Wereldoorlogen – weinig economische groei.
Structuralisme
- 1960-1990
- Reactie of modernisme
- Geometrische structuur
- Bestaat uit kleinere delen
- Geïnspireerd op menselijke relaties
Postmodernisme
- 1980 tot 2000
- Ook een reactie op modernisme
- Uitbundige kleuren, vrije vormen, speelse details
, - Gebruik stijlen uit verleden
Neotraditionalisme
- 1995 tot nu
- Weer een tegenreactie op moderne architectuur
- Terugkeer naar bouwstijlen vroeger
- Dorps
Supermodernisme
- 1995 tot nu
- Strak en industrieel
- Opvallende vormen
- Grootschalig, statement
Ornament: versiering
Façades: gevel van een gebouw
Skeletbouw: constructiewijze waarbij het gebouw wordt gedragen door een skelet, en muren alleen
dienen om ruimtes te scheiden.
Fotografie en Nieuwe media
Eerste foto werd gemaakt in 1825.
Kenmerken
Voorstelling
- Wat heeft de kunstenaar afgebeeld en hoe interpreteer ik dat?
- Vormgeving is vaak anders door gebruik van nieuwe media.
- Voorstelling is vaak nog gelinkt aan traditionele (schilder) kunst.
Clair-obscur = licht- donker contrast.
Vorm
- Hoe wordt je blik gestuurd? Bepaalde standpunten?
Ruimte
- Wat voegt de ruimte toe aan de kunst (beleving)?
- Waarom kies je welke ruimte als kunstenaar?
Tijd
- Is er een tijdsverloop? Moet je er een bepaalde tijd naar kijken?
Drager
- De drager is waarop of waarmee het kunstwerk getoond wordt.
- Is het op papier? Lichtbak? TV? Projectie? In een lijst?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberdenhartog. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.21. You're not tied to anything after your purchase.