handelskapitalisme -> kleinschalig, agrarisch-urbane samenleving, opkopers handelen op markt in
steden, opkopers produceren het niet zelf
groei (engelse) economie komt door:
opbrengst van landbouw stegen
bevolkigsgroei dus meer spullen nodig
koloniën produceren goedkoop grondstoffen
fabrieken van waterkracht werden vervangen door stoommachines omdat de plekken langs de rivier
bezet waren. in 1782 ‘’vond’’ James Watt de stoom machine uit. Textielindustrie groeide enorm.
Andere bedrijfstakken gingen ook stoommachines gebruiken. er werden spoorwegen aangelegd om
alles te vervoeren.
sociaal had de industrialisatie veel invloed:
maatschappelijke indeling in klassen en standen veranderde doordat er een grotere stand
van rijke fabriekseigenaren.
er onstond een nieuwe klasse, de arbeidsklasse, dit was een groep met mensen die naar de
steden verhuisde voor fabrieken. hun hadden slechte leefomstandigsheden
versterking middenklasse, er was meer vraag naar onderwijzers, ambtenaren en
boekhouders etc.
door de industriele revolutie ging de staat zich meer bemoeien met de samenleving, zoals het
onderwijs. de overheid ging zelf scholen oprichten, vooral voor de middenklasse.
modern kapitalisme -> fabrieken, ondernemingen, kapitalisme (vraag en aanbod) en grootschalig.
op het mercantilisme kwam steeds meer kritiek. Adam Smith vond dat er zo veel mogelijk
economische vrijheid moest zijn, de handelaren en fabrieken eigenaren vonden dit heel fijn want zo
werden hun minder belemmerd. Mede door het economisch liberalisme hadden ondernemers veel
vrijheid en ging het goed met de economie. Maar er was geen bescherming meer van de arbeiders,
hun leef- en werk omstandigheden waren slecht.
9.2
nationalisme kwam voort uit:
de (franse) verlichting, omdat toen de burgers zelf belangrijker werden
de romantiek, dat was tegenovergesteld van de verlichting, het ging hier om de gevoelens
van mensen.
bij culturele nationalisme keek men naar het verleden en naar de prestaties van een land.
in het duitse taalgebied ontstond behoefte aan een eenheidsstaat. in 1817 kwam er een
studentenbond die een eenheidsstaat wou, maar dit lukte pas ion 1871. in 1848 leek het erop dat er
een eenheidsstaat kwam maar de pruissen werkte dit tegen. de Italianen lukte het in 1870 om een
eenheidsstaat te creeeren.
door nationalisme vielen ook grote staten (zoals ottomaans rijk) uit elkaar omdat de volkeren zich af
wilde scheidden.
, door al deze samenvoegingen en afscheidingen ontstond een europa met nationale staten. maar
nationalisme zorgde ook voor spanningen tussen landen.
9.3
modern imperialisme is het verschijnsel dat europeese landen vanaf de 19 e eeuw een groot
koloniaal rijk wilde en daar grondstoffen vandaan haalde. dit had een paar redenen:
goedkope grondstoffen (industriele revolutie)
afzetmarkt voor producten (industriele revolutie)
politieke en militaire macht (prestige/nationalisme)
“beschaving” aan brengen (white mans burden)
de veroveringen kende twee fasen. In de eerste fase was vooral veroveren van gebieden in Azië. In
de tweede fase liepen politieke spanningen op omdat landen die later waren ontstaan geen kans
meer maakte in Azië. Daarom kwamen in 1884-1885 de belangrijkste europese landen in de
conferentie van berlijn bij elkaar om te praten over het verdelen van afrika.
de verovers beschouwde amerika als “leeg” en dus voelde europeese migranten zich vrij om daar
naartoe te gaan. De bevolking stuurde zich grotendeels zelf, de moederlanden kwamen alleen maar
voor belasting. Hierdoor zagen de kolonisten in het land het steeds meer als hun eigen en dat zorgde
voor spanningen.
gevolgen modern imperialisme:
de mensen in de kolonieen kregen te maken met europese machthebbers.
de bevolking van de kolonieen moesten bijdragen aan economische activiteiten. Ze moesten
koloniale producten verbouwen (cultuurstelsel) wat zorgde voor hongersnood
er kwamen mensen in de kolonien met bestuurlijk macht, wat onderling in de kolonien voor
spanningen zorgde
er werd geen rekening gehouden met natuurlijke grenzen tussen volkeren, er kwamen
random grenzen
de inwoners van de kolonien kregen te maken met de westerse cultuur.
10.1
de ierse politicus Edmun Burke had voorspeld dat in frankrijk een populaire generaal de macht zou
pakken. in 1792 was frankrijk in oorlog geraakt met omringende landen, en daarna pakte napoleon
bonaparte de macht. in 1814 werd hij verslagen. Europa was overhoopt gegooid na napoleon. er
waren nieuwe grenzen gemaakt, privileges van de adel waren weg, er waren nieuwe staatshoofden.
nadat napoleon was verslagen was vonden oude heersers dat alles moest worden teruggedraait
(restauratie).
tijdens het congress van wenen (1814-1815) besloten weggedreven vorsten dat zij weer de macht
mochten krijgen. frankrijk werd omringd door sterke landen. niet iedereen keek hetzelfde naar de
gebeurtenissen in frankrijk. Aan de ene kant het conservatisme, die vonden dat de adel/keizer
moest besturen. aan de andere kant de mensen die vonden dat de burgers de macht moesten
hebben, dit noemen we het politiek liberalisme.
in de EU verlangde liberale burgers naar meer politieke inspraak. Frankrijk kreeg als een van de
eerste landen in de eu algemeen kiesrecht voor mannen. maar wat nou als er korte metten werd
gemaakt met de minderheid? de engelse liberaal john stuart mill pleite in zijn essay ‘on liberty’ in
1859 voor optimale vrijheid van het individu.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller caithlinmegan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.67. You're not tied to anything after your purchase.