100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
ALLE aantekeningen INTERNATIONALE ORGANISATIES $5.48
Add to cart

Class notes

ALLE aantekeningen INTERNATIONALE ORGANISATIES

 9 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

ALLE hoorcollege aantekeningen INTERNATIONALE ORGANISATIES

Preview 4 out of 37  pages

  • March 12, 2023
  • 37
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Van willigen
  • All classes
avatar-seller
Inleiding Internationale Organisaties Hoorcolleges

Hoorcollege 1 – 1 november – IO’s in de Wereldpolitiek deel 1

IO’s zijn instituties:
Definitie institutie in PowerPoint

Internationale Gouvernementele Organisaties
- 3 of meer landen
- Juridisch bindend document
- Institutie met formele procedures en lidmaatschap, vastgelegd in het verdrag
- Ongeveer 250 IGO’s
- Het zijn internationale rechtspersonen (rechtspersoonlijkheid)

Categorisering
1. Lidmaatschap
Universeel: iedere staat kan in principe lid worden (voorbeeld: VN)
Beperkt: een specifieke groep van staten kan lid worden (voorbeeld: EU)
2. Taken (competence)
Beperkt: IO houdt zich bezig met een specifiek thema (voorbeeld: vrijhandel, WTO)
Alomvattend: IO houdt zich bezig met veel verschillende thema’s (voorbeeld: VN)
3. Functie
Programma-organisatie: maakt beleid en stelt regels op (voorbeeld: International Labour
Organisations (ILO))
Operationele organisatie: voert beleid uit (voorbeeld: Internationaal Atoom Energie
Agentschap (IAEA))
4. Gezag (decision-making authority)
Intergouvernementeel: interactie van staten op basis van soevereine gelijkheid
(horizontaal gezag), geen supranationale bevoegdheden en elke staat is gelijk.
Voorbeeld: OESO (OECD)
Supranationaal: interactie van staten waarbij er een hoger gezagsorgaan wordt opgericht
(verticaal gezag). Voorbeeld: Europese Commissie

Kenmerken IGO’s
- De meeste IGO’s zijn regionaal
- De meeste IGO’s zijn na de WOII opgericht
- De meeste IGO’s zijn klein met slechts enkele staten als leden
- De meeste IGO’s hebben een beperkt en specifiek mandaat
- Europa heeft de grootste dichtheid aan IGO’s

NGO’s definitie in de PowerPoint
Operationele en activistische NGO’s

Internationaal regime
Samenwerken van staten op een bepaald thema, mensenrechten milieu etc.
- Principles: beliefs of fact, causation, and rectitude
- Norms: standards of behavior defined in term of rights and obligations
- Rules: specific prescriptions or proscriptions for action
- Decision-making procedures: prevailing practices for making and implementing
collective choices
Global Governance
De term kwam op in de jaren ’90 van de vorige eeuw. Processen die tot de opkomst van dit
begrip hebben geleid:
1. De groeiende complexiteit van de mondiale problemen (duidelijke relatie met
globalisering)

, 2. De groei van het aantal niet-statelijke actoren
3. Erkenning van de beperkingen van het multilaterale stelsel

Hurd beschrijft in zijn boek drie belangrijke kenmerken van IGO’s:
1. Obligations (verplichtingen)
Staten accepteren de regels en verplichtingen van een IO op het moment dat zij lid
worden. Directe verplichtingen (opgenomen in het verdrag) en indirecte verplichtingen
(juridisch bindende besluiten door IGO’s). Vastgelegd in het oprichtingsverdrag.
2. Compliance (naleving)
Staten treden bewust wel of niet toe tot een IGO
Staten kunnen de regels van een IGO bewust wel of niet volgen
IGO’s beïnvloeden staten (en daarmee de naleving van afspraken gemaakt in IGO’s)
ook op subtielere manieren: zij geven vorm aan de omgeving waarin staten opereren
(multilateralisme), de belangen en doelstellingen van staten, en hebben invloed op de
principes en normen in de internationale politiek
3. Enforcement (afdwinging)
De meeste IGO’s hebben weinig directe middelen om afspraken mee af te dwingen.
Uitzonderingen: VNVR, IMF, WTO, EU
De meeste IGO’s beschikken over indirecte middelen: bv. ‘public branding’
In de praktijk houden veel staten zich aan de afspraken, ook als er geen directe
afdwingingsmiddelen beschikbaar zijn: ‘compliance without enforcement’

Hoorcollege 2 – 4 november – IO’s in de wereldpolitiek deel 2

IGO’s als actor
- IGO’s vervullen een (semi)autonome functie
- In juridische zin: door de internationale rechtspersoonlijkheid. Dat onderscheidt IGO’s
juridisch van lidstaten
- Tegenwoordig vaak expliciet genoemd in het oprichtingsdocument. Vaak ook
impliciet; anders zouden staten geen IGO oprichten
- In politicologische zin: door institutionalisering veroveren IGO’s een aparte ruimte
binnen de wereldpolitiek. Ze worden unitaire actoren net als staten en zijn in staat om
de wereldpolitiek te beïnvloeden
IGOs als arena/forum
- IGOs zijn ontmoetingsplekken waar de lidstaten met elkaar in debat kunnen gaan. Er
vindt dan een uitruil van belangen plaats, er wordt informatie uitgewisseld en er wordt
beleid gemaakt. De staten zijn de actoren en de IO het focal point
- De IGO als arena komt duidelijk tot uiting in het plenaire orgaan dat de meeste IGOs
hebben. In het plenaire orgaan zijn alle lidstaten vertegenwoordigd. De procedures
zijn in de regel zodanig dat alle staten op gelijke basis kunnen deelnemen en
evenveel stemkracht hebben (1 land, 1 stem). Het plenaire orgaan heeft vaak weinig
uitvoerende bevoegdheden.
IGOs als instrument/resource
- IGOs zijn instrumenten van staten in die zin dat staten IGOs gebruiken als
verlengstuk van hun buitenlandsbeleid. Ze proberen posities en besluiten te krijgen
die hun buitenlandsbeleid ondersteunen.
- Vaak is dit een kwestie van interpretatie. Voorbeeld Bush in PowerPoint

IGOs en theorieën
Realisme
- Staten zijn uit op macht om hun belangen te behartigen. Macht wordt vooral
gedefinieerd in materiële zin. IGOs zijn belangrijk in relatie tot de mate waarin zij
invloed hebben op het nastreven van de relatieve voordelen van een staat t.o.v.
andere staten.

, - Rationale keuze theorie: staten gebruiken IGOs om hun belangen op een rationale
manier te behartigen.
- IGOs kunnen de constante machtsstrijd niet ‘verzachten’. Ze lossen het probleem
van de internationale anarchie namelijk niet op
- Dus realisten zij niet tegen IGOs. Sterker nog: ze zien IGOs als mogelijke
bondgenoten van machtige staten

Liberalisme
- Staten zijn de belangrijkste collectieve actoren. Maar ze zijn pluralistisch. D.w.z.:
binnenlandse factoren (parlement, regering, etc.) hebben een invloed op de
belangen en het beleid van de staat.
- Staten werken samen omdat zij verwachten er voordeel bij te hebben
(‘contractualism’)
- Toenemende samenwerking leidt tot grotere interdependentie, meer kennis, meer
communicatie, de verspreiding van liberale waarden en dat leidt dan weer tot vrede,
voorspoed en welvaart
- Staten werken samen en zij leren van hun interacties. Macht speelt een belangrijke
rol, maar dan binnen de context van instituties. Internationale instituties (waaronder
IGOs) maken internationale samenwerking makkelijker. IGOs spelen een grote rol in
het coördineren van beleid en de naleving van door staten gemaakte afspraken
1. Principal-Agent Theory
Gaat over de relatie tussen een actor die taken delegeert (de besluitvormer/
principaal), en een actor die de taken uitvoert (de agent)
In het geval van een IGO zijn de lidstaten de principals en de IGO en haar organen
de agenten. De principal is vaak niet in staat om de agenten volledig onder controle
te houden. Het oprichtingsverdrag en andere formele stukken zijn per definitie
incompleet; niet alles kan van tevoren formele geregeld en afgedekt worden.
2. Interest-group liberalism
Ook wel New Liberalism genoemd. Ontwikkeld door Andrew Moravcsik. Legt nadruk
op sub-statelijke actoren, zoals belangengroepen en individuele politici
Deze sub-statelijke actoren definiëren d.m.v. onderhandelingen met elkaar over het
nationaal belang. Het nationaal belang is dus niet automatisch gegeven.
3. Regime theorie
Gevoed door zowel het liberalisme (focus op absolute gains) als het realisme
(relative gains) en het constructivisme (focus op patronen van sociale interactie).
Maar het wordt toch vooral bestudeerd door liberalen.
Onderzoeksvragen: het ontstaan en voortbestaan van regimes verklaren.
Verandering binnen het regime verklaren: waarom, hoe en onder welke
omstandigheden veranderen regimes?
4. Rational design
Verklaart waarom IGO’s een bepaalde structuur hebben. Gaat uit van een rationeel
en door logica gedreven besluitvormingsproces bij het oprichten van IGOs.
Voorbeeld in PowerPoint
Recente variant: houdt zich bezig met het verklaren waarom IGOs in toenemende
mate NGOs accepteren als actoren die mee mogen praten.
Kritiek: weinig ruimte voor toevalligheden, miscommunicatie, cognitieve processen
van besluitvormers etc.

Sociaal constructivisme
- Sociaal constructivisme: verschilt van realisme en liberalisme in die zin dat het
anders denkt over hoe sociale structuren (IGOs, bv.) en gedrag worden gevormd.
Naast materiële factoren zijn ideële factoren belangrijk: normen, identiteit, cultuur
- Logic of appropriateness naast logic of consequences. Dus staten streven niet alleen
hun belangen na, maar richten zich ook op gedeelde waarden en normen.
- IGOs zijn actoren die de wereldpolitiek vormgeven (sociaal construeren)

, Marxisme
- Er is geen verschil tussen de internationale politiek en de internationale economie.
Dat valt samen volgens de marxisten.
- IGOs zijn een uitvloeisel van het mondiale kapitalisme en daarmee van machtige
staten en ideeën van een dominante politieke elite (met als resultaat de Washington
Consensus)
- IGOs versterken de ongelijkheid en armoede in de wereld

Central Commission for Navigation on the Rhine
- Oudste IGO (1815)
- Gezeteld in Straatsburg
- 5 lidstaten
- Klein secretariaat met een kleine 20 medewerkers

De Volkenbond
Het ontstaan van de Volkenbond
- Eerste IGOs in de 19e eeuw: vooral functionele/technische organisaties: ITU
- Eerste Wereldoorlog leidde tot een grote behoefte aan collectieve veiligheid
- WOI vernietigde de oude wereldorde (Concert van Europa)
- Burgerbewegingen die oproepen tot vrede en een ‘League of Nations’
- Woodrow Wilson (Democraat)
- Oprichting Volkenbond was een van zijn beroemde 14 punten
- Schreef het grootste deel van het Convenant
- Het Convenant van de VB werd aangenomen door de geallieerde mogendheden op
28 april 1919 en op 10 januari 1920 trad het in werking (met de inwerkingtreding van
het verdrag van Versailles.)
- Bij oprichting waren er 32 leden, al snel 44 leden (12 neutrale landen, waaronder NL
werden uitgenodigd)
- De Centrale Mogendheden werden pas later toegelaten, Duitsland pas in 1926
- Hoogtepunt lidmaatschap: winter 1934: 58 leden
- Lidstaten konden lidmaatschap vrij makkelijk weer opzeggen. (Duitsland en Japan
deden dat in 1933)
Het ontbreken van de VS
- Henry Lodge (Republikein) leidde het verzet tegen Amerikaans lidmaatschap van de
VB, als voorzitter van het Senate Committee of Foreign Relations en leider van de
Republikeinen in de Senaat
- Grootste bezwaar: de VB ondermijnt Amerikaanse soevereiniteit en vooral het recht
van het Congres om oorlog te verklaren
- Hij stelde 14 wijzigingen voor (de Lodge reservations), maar Wilson en de
Democraten gingen niet akkoord
Het Convenant
- Vrij kort: 26 artikelen
- Zoals zo vaak met internationale verdagen is er over elk artikel uitgebreid
onderhandeld
- Vrij bescheiden in de belangrijkste doelstelling: ‘to promote international co-operation
and to achieve international peace and security’
- Geen alomvattend geweldsverbod. Oorlog is soms toegestaan: als de Raad geen
unaniem besluit over een conflict kan nemen
De VB had drie belangrijke instrumenten om internationale vrede en veiligheid te
bevorderen:
1. Disarmament
2. Peaceful resolution of disputes
3. Conflict prevention

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessjacobs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51292 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.48  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added