100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Aanvulling ziekten van vogels en bijzondere dieren $11.17
Add to cart

Summary

Samenvatting Aanvulling ziekten van vogels en bijzondere dieren

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak 'Aanvulling in de ziekten van vogels en bijzondere dieren' op basis van alle lessen en slides (ook de lessen gedoceerd door andere lesgevers). Volzinnen om beter te begrijpen.

Preview 4 out of 99  pages

  • March 13, 2023
  • 99
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
AANVULLING IN DE
ZIEKTEN VAN VOGELS
EN BIJZONDERE DIEREN
Examen is MC (4 mogelijkheden waarvan 1 juist) van 30 vragen (19 correcte vragen
nodig voor 10/20), 80min de tijd. Te kennen wat in de lessen behandeld is. Belangrijkste
zijn dus slides met bijhorende notities.


REPTIELEN

Algemeen
Vogels zijn ook reptielen, maar we gaan het nu over de non-avian reptiles hebben. Er
zijn ongeveer 12.000 soorten (ze verschillen allemaal van elkaar, je kan niet van
reptielen spreken als geheel). Elke soort heeft zijn eigen behoefte en hier loopt het vaak
mis.
5 orden:
- Squamata (slangen, hagedissen en wormhagedissen)
o Serpentes (slangen; groep binnen de hagedissen → ze zijn evolutionair
hun poten weer verloren)
▪ Hebben geen oogleden, maar wel een “bril” → een doorzichtige
schub die over de cornea ligt ipv oogleden; kan een indicatie geven
over de algemene gezondheidstoestand van het dier. Deze moeten
mee vervellen; ogen gaan troebel worden, als dit niet gebeurd =
brilretentie, kan leiden tot verlies zicht.
▪ Geen buitenoor/uitwendige gehoorgang en trommelvlies
▪ Staart breekt niet af (wel bij hagedissen)
o Sauria
o amphisbaenia
- Chelonia (schildpadden)
- Crocodylia (krokodillen)
- Rhinchocephalia (brughagedis)
- Aves (vogels) → homiotherm – endogeen warmte aanmaken; verschillend met
andere reptielen

, Geen een van deze dieren
is een slang. Hagedissen
hebben over het algemeen
wel oogleden en wel een
uitwendige gehoorgang.




Huid
De huid van reptielen is bedekt met schubben (onderdeel van het ectoderm itt bij vissen,
hier heb je geen ectodermale schubben). Hierdoor kunnen ze in droge gebieden leven.
Het beschermt hen tegen uitdrogen. MAAR de huid gaat niet mee groeien. Als ze willen
groeien moeten ze vervellen (= ecdysis) (niet goed vervellen = dysecdysis). Reptielen
hebben ook osteodermen → beenplaatjes in de huid/dermis en dit zorgt voor het harde
gevoel als je ze vastpakt. Bij schilpadden is het schild opgebouwd uit niet anders dan
osteodermen → carapax (dorsaal deel) en plastron (ventrale deel). We zien ook een
aantal structuren die nuttig zijn voor geslachtsdeterminatie (zie later).

Ecdysis bij de slang: dit is het vervellen. Je kan er geen getal op plakken, het hangt af
van seizoen, hormonen, voedingstoestand, hoe snel zo een dier groeit, … Vervelling
gebeurt in fasen → onder de reeds bestaande hoorn zal de epidermis een nieuw stratum
corneum vormen. Tussen de oude en de nieuwe huid komt een vloeistof (bij het oog
veruiterlijkt dit zich in het troebel worden van de ogen). Symmetrie: bilaterale
vertroebeling van de ogen → hoogst waarschijnlijk vervelling, unilateraal vertroebeling
→ er is iets mis met het oog zelf. Oppassen; vertroebeling ogen = minder goed zicht →
gaan sneller bijten. Ze gaan ook minder eten (anorexie). Vervelling begint vaak thv de
kop/neus → ze gaan de kop ergens tegenaan schuren om de vervelling te beginnen en
stroopt zijn oude huid af als een soort sok/mouw. Dit gebeurt in 1x. Wanneer vervelling
niet in 1x verloopt → vaak systemische ziekte. Wanneer je flarden oude huid op de huid
ziet liggen is dit dus klinisch abnormaal. Huid geeft een goede indicatie over
gezondheidstoestand → als vervelling dus niet goed verloopt is het geen specifieke
oorzaak bij de huid, maar een algemeen probleem met de slang waardoor die niet goed
vervelt.

Ecdysis bij hagedis: Vb. hiervan is een kameleon. Verloopt net iets anders dan bij de
slang. Meeste hagedissen vervellen in flarden. Ze gaan hun oude huid opeten. Het is
belangrijk dat de oude huid weg is 1 week na vervelling; als de oude huid vast blijft
hangen aan de ledematen bvb kan het de vingertjes/teentjes doen afsnoeren.




2

,Ademhaling
Ze hebben 1 of 2 longen (meestal 2 longen bij hagedissen, meeste slangen maar 1 long).
Dit is in tegenstelling tot amfibieën waarvan er veel geen longen meer hebben. Alle
reptielen hebben longen. Het is een zakvormige structuur met een groot lumen (dode
ruimte) en een sponzige wand; klinisch belangrijk → als een dier ademhalingsproblemen
ontwikkeld. Stel dat er mucus of ontstekingsexsudaat opgestapeld is, dan kan zo een
dier dat moeilijk verwijderen.

Trachea loopt bij de slang door tot in de long (=tracheale long) → wanneer het dier een
grote prooi eet kan het hierdoor alsnog ademhalen (kraakbeen; wordt niet dichtgedrukt).
De trachea heeft bij schildpadden gesloten kraakbeenringen → gebruik dus nooit een
cuff bij het intuberen!

Ze hebben geen diafragma, dus we spreken van een coeloomholte. Reptiel kan dus
niet hoesten, dit icm de relatief grote dode ruimte in de longen en een zwak
mucociliair transport zorgt ervoor dat ze gevoelig zijn voor ademhalingsproblemen
(als deze problemen optreden is het vaak irreversibel).

Ze hebben een onvolledig gehemelte (klinisch weinig belangrijk).

Glottis ligt zeer ver naar craniaal (glottis enkel geopend als het dier ademt) en dit
is interessant om een dier te intuberen of om een bronchiaal spoelsel van te
verzamelen (kan op een wakker dier gedaan worden). Nadeel hieraan is dat ze wel
moeten ademen om je tube erin te kunnen steken.

Rond de neus zijn er klieren die overtollige zouten gaan uitscheiden bij planteneters
(kan witte aanslag/korst geven thv de neus). Ze niezen dit uit. Kijk altijd naar de
symmetrie; beide neusgaten witte neerslag, dan is het vaak normaal. Ook bij
zeeschildpadden, maar dan thv de ogen.
Bij zeeschildpadden zien we dat de trachea craniaal splitst in 2 grote bronchen
(bifurcatie) → niet te diep intuberen, anders zou je maar 1 long intuberen en dan krijg je
zo een beest onmogelijk in slaap. Longen van schildpad liggen dorsaal tegen carapax.
Als zo een dier schuin hangt in het water, duidt dit vaak op een longprobleem → als L
longhelft is aangetast met exsudaat vb. zal deze schuin hangen in het water of
moeilijker kunnen duiken. Het middenoor bij schildpadden is ook een relatief grote holte
en hier zien we vaak problemen.


Cardiovasculair
Renaalportaal systeem klinisch belangrijk; portadersysteem thv de nier: het bloed van
de staart en de achterpoten gaat via de renaal portaal vene eerst langs de nier alvorens
het in de algemene circulatie terecht komt. Caudaal injecteren van producten; kan eerst
langs de nieren gaan → nefrotoxische stoffen zorgen zo snel voor nierschade (NSAIDs en
aminoglycosiden → jicht) of snelle metabolisatie. In de praktijk valt dit effect wel mee →
kleppen sturen bloed bij stress niet langs renaal portaalsysteem/nieren. Injecteer toch
bij voorkeur craniaal in het lichaam.




3

, Hart: 2 atria en 1 ventrikel. Veneus en arterieel bloed
zijn niet strikt van elkaar gescheiden maar functioneel
zijn ze wel van elkaar gescheiden → er zitten
spierriggels in het hart en dit zorgt ervoor dat
bloedstroom functioneel van elkaar gescheiden wordt
zonder dat je hiervoor 2 ventrikels nodig hebt. Nadeel:
als er iets misloopt (vb. verhoogde weerstand van long
door pneumonie), dan kan je makkelijk shunts krijgen
en heb je toch menging van veneus en arterieel bloed en
zo kan je uiteindelijk zuurstofarm bloed rondpompen in
de algemene circulatie (dit komen we nooit tegen bij
zoogdieren).


Spijsverteringsstelsel
Eenvoudig bij reptielen: slokdarm → zakvormige maag (geen functionele cardiasfincter
thv de maagingang dus dwangvoederen met sonde gaat zeer makkelijk bij reptielen) →
dunne darm (niet onderverdeeld) → dikke darm (zakvormig bij planteneters voor de
fermentatie. Dit betekent dat ze ook gevoelig zijn aan verstoring van de darmmicrobiota,
dus als je ze AB zou geven kan dit resulteren in diarree) → rectum en cloaca.


Thermoregulatie
Dit is een van de belangrijkste principes bij reptielen. Ze zijn ectotherm → ze reguleren
hun warmte mbv uitwendige warmtebronnen (wil niet zeggen dat ze even warm zijn als
hun omgeving). Ze regelen hun lichaamstemperatuur tijdens hun activiteit binnen een
nauw bereik → dit noemen we de voorkeurstemperatuur (per soort verschillend, kan
van 25-40 °C gaan). Dus om op te warmen gaan ze directe straling opnemen of tegen een
warm voorwerp aanliggen (dit moet dan ook in het terrarium aanwezig zijn). als ze hun
voorkeurstemperatuur hebben bereikt gaan ze actief worden en paren, eten, activiteit
vertonen, … Als het te warm wordt, zoeken ze naar plekken die koeler zijn (ook dit
moeten ze kunnen in gevangenschap!). Reptielen worden vaak ziek in gevangenschap
omdat ze in die huisvesting moeilijk kunnen thermoreguleren. Meeste reptielen zitten ‘s
nachts veel koeler dan overdag, dus de schommeling tussen dag/nacht is heel belangrijk
(kameleons zijn hier heel gevoelig aan). DUS overdag moeten ze hun
lichaamstemperatuur op voorkeurstemperatuur kunnen brengen en ’s nachts meestal in
afkoeling (afhankelijk van biotoop waaruit zo een dier afkomstig is). We hebben ook
seizoenale schommelingen → als ze in de winter hun voorkeurstemperatuur niet kunnen
bereiken, gaan deze dieren in winterslaap gaan/inactief worden. Hierbij zijn de
landschildpadden belangrijk. Sommige reptielen zijn dagactief, maar er zijn er ook veel
nachtactief. Doordat de dieren ectotherm zijn, hoeven ze geen energie te steken in zelf
warmte produceren. Dit betekent dat het metabolisme van een reptiel veel lager is dan
dat van een zoogdier → dit heeft consequenties: veel slangen hebben een laag
metabolisme, dus ze hoeven niet elke dag te eten (1 maaltijd per 2 weken is voldoende).
In gevangenschap zien we dat ze soms overvoederd worden en dan zien we vervetting →
obesitas en leverproblemen.


Bijzondere zintuigen
Orgaan van Jacobson (vomeronasaal orgaan) → slang en hagedis: ze steken frequent
hun tong uit om hun omgeving te gaan proeven. Bij het terugtrekken, wrijven ze dit
langs het orgaan van Jacobson. Slangen hebben een gevorkte tong om de richting te



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janapelfrene. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.17
  • (0)
Add to cart
Added