Samenvatting Pathologie OWE2
Hoofdstuk 4 Kanker
Par 4.1 Inleiding
Andere woorden voor kanker zijn: maligniteit, kwaadaardige aandoening, kwaadaardige
tumor of maligne neoplasie.
De vijf meest voorkomende kanker zijn: huidkanker, borstkanker (mammacarcinoom),
longkanker, porstaatkanker (prostaatcarcinoom), en dikke darmkanker (colorectaal
carcinoom).
Par 4.2 Risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren van kanker zijn:
- Leeftijd; helft van de zorgvragers met kanker zijn 70 jaar of ouder, minder dan 2% is
jonger dan 30 jaar
- Erfelijke factoren
- Leefstijlfactoren; roken, onvoldoende lichaamsbeweging, overmatig alcoholgebruik
- Overgewicht
- Omgevingsfactoren zoals ultraviolette straling, röntgenstraling, radioactieve straling
en asbest
- Verminderde afweer
Par 4.3 Etiologie en pathofysiologie
Bij de verdubbeling van het DNA bij een celdeling kunnen fouten ontstaan. Deze fouten
worden meestal gerepareerd. Als dat niet lukt vernietigd de cel zichzelf -> geprogrammeerde
celdood (apoptose).
Een tumor ontstaat doordat cellen ongecontroleerd gaan delen. Een tumor kan goedaardig
(benigne) of kwaadaardig (maligne) zijn. Een benigne tumor is geen kanker, maar kan wel
tot uitval leiden door de plek in het lichaam. Benigne tumoren zijn vaak goed te verwijderen
met een operatie.
Benigne tumoren Maligne tumoren
Langzame groei Snellere groei
Goed gedifferentieerd: cellen lijken op de Slechter gedifferentieerd: cellen lijken
cellen waaruit ze zijn ontstaan minder op de cellen waaruit ze zijn ontstaan
Geen doorgroei in omliggend weefsels, Invasieve groei: doorgroei in het
goed afgrensbaar, vaak omgeven door een omliggende weefsel
kapsel
Geen metastasen Metastasen mogelijk
Kanker ontstaat door mutaties van het DNA in de celkern van lichaamscellen en een
verstoorde apoptose. Deze mutaties kunnen vastliggen op het DNA of ontstaan gedurende
,het leven. Het DNA bevat specifieke genen die celgroei en mitose bevorderen -> proto-
oncogenen. Daarnaast zijn er genen die ongeremde celgroei en mitose tegengaan -> tumor-
suppressorgenen. Mutaties in deze genen kunnen dus de kans op kanker vergroten of
verkleinen. Op oudere leeftijd is er meer kans op kanker doordat de cellen al vaker zijn
gedeeld. Ook het immuunsysteem speelt een rol. Bij langdurige verminderde weerstand
worden afwijkende cellen minder goed herkend en afgebroken. Carcinogenen zijn factoren
buiten het lichaam die kankerverwekkend zijn. Dit kunnen bacteriën en virussen zijn, maar
ook straling en chemische stoffen.
Typen kanker:
Naam Type weefsel Voorbeeld
Carcinomen Epitheelweefsel inclusief Mammacarcinoom,
klierweefsel prostaatcarcinoom
Sarcomen Bindweefsel en spierweefsel Liposarcoom, myosarcoom
Leukemie of lymfoom Bindweefsel – vormen van Leukemie, non-
bloedkanker hodgkinlymfoom
Maligne tumoren kunnen doorgroeien in omliggend weefsel -> invasieve groei. Daarnaast
kunnen er uitzaaiingen (metastasen) ontstaan. Hierbij zijn tumorcellen losgeraakt en
vervolgens via lymfebanen (lymfogeen) of via de bloedbaan (hematogeen) op een andere
plek in het lichaam terechtkomen.
Par 4.4 Symptomen
Voorbeelden algemene symptomen bij kanker:
- Vermoeidheid
- Gewichtsverlies
- Pijn
Cachexie= extreem mager in terminale fase
Par 4.5 Diagnostisch onderzoek
Laboratoriumonderzoek
Met bloedonderzoek kunnen speciale tumormarkers worden bepaald. Voorbeelden hiervan
zijn PSA bij prostaatcarcinoom en CEA bij colorectaal carcinoom. Tumormarkers worden
door de tumor zelf gemaakt of door het lichaam als reactie op de tumor. Tumormarkers
kunnen voorkomen in urine of liquor (hersenvocht).
Beeldvormend onderzoek
Hierbij gaat het voornamelijk om:
- Röntgenonderzoek, zoals mammografie
- CT-scan
- MRI-scan
- Combinatie van een PET-scan en CT-scan/MRI-scan
, - Echografie
Histologie en cytologie
Vrijwel altijd is microscopisch onderzoek van het weefsel (histologie) of de cellen (cytologie)
nodig om vast te stellen of het kanker is en zo ja welke vorm. Histologie kan worden
verkregen door het nemen van een biopt. Bij cytologie worden de cellen verkregen door
bijvoorbeeld een punctie van vocht in de tumor of een uitstrijkje.
Stadiëring
Stadiëring= het bepalen van het stadium van de kanker
Voor de stadiëring van de kanker wordt wereldwijd het TNM/G-systeem gebruikt. Een
combinatie van de T-score, N-scoren, M-score en G-score bepaalt het stadium.
- T staat voor tumor. De score loopt van T1 tot T4 en geeft de grootte van de tumor
aan en/of de mate van doorgroei in de omgeving. Hoe hoger de score hoe groter de
tumor en en/of is doorgegroeid in de omgeving. Soms wordt ook de aanduiding Tis
gebruikt dat wijst op een voorstadium van kanker.
- N staat voor nodus, een ander woord voor lymfeklier. Hiermee wordt aangeduid of
de tumor is uitgezaaid naar de lymfeklieren in de omgeving en zo ja in welke mate.
De score loopt van NO-N3. Bij NO zijn er geen lymfekliermetastasen aanwezig.
- M staat voor metastasen op afstand. Het gaat hier om hematogene metastasering
en/of om lymfogene metastasering naar lymfeklieren die verder weg liggen van de
primaire tumor. Bij M0 zijn er geen metastasen op afstand aanwezig, bij M1 wel.
- G staat voor graad en geeft aan hoe de differentiatie is van de cellen. Deze score
loopt van G1 tot G4. Hoe hoger de score hoe slechter de differentiatie en hoe
kwaadaardiger de tumor zich gedraagt.
Par 4.6 Behandeling
De behandeling kan curatief of palliatief zijn. Een aanvullende behandeling na een operatie
heet een adjuvante behandeling. Voorafgaand aan de operatie noemen we een behandeling
neo-adjuvant. Verschillende behandelingen:
Operatie
Bij veel vormen van kanker kan worden geopereerd. Hierbij wordt de kwaadaardige tumor
verwijderd en als het mogelijk is ook omliggend weefsel. Daarnaast worden ook regelmatig
in de buurt liggende lymfeklieren verwijderd. Ten slotte worden soms ook metastasen
operatief verwijderd.
Radiotherapie
Radiotherapie (bestraling) wordt gebruikt om het DNA van de tumorcellen dusdanig te
beschadigen dat er geen celgroei en mitose meer kan plaatsvinden. Doordat beschadigde
tumorcellen niet meer kunnen delen en zelf maar een bepaalde levensduur hebben zal de
tumor kleiner worden. Soms is brachytherapie mogelijk, dit is inwendige radiotherapie.
Hierbij worden radioactieve zaadjes met naalden zo dicht mogelijk op de tumor ingebracht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaraboekhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.