Hoofdstuk 7
7.1 Spaarvormen
De pensioenopbouw bestaat uit een of meerdere onderdelen: AOW, aanvullend
bedrijfspensioen en een eigen pensioenopbouw. De AOW wordt bekostigd met de
ontvangsten van de huidige AOW-premiebetalers. Dit is het omslagstelsel. De
werkenden van nu betalen de AOW-uitkeringen van de huidige gepensioneerden.
Bij een bedrijfspensioenfonds wordt maandelijks een deel van het inkomen
ingehouden en ingelegd als pensioenpremie. De werknemer en werkgever leggen
allebei maandelijks een bedrag in als pensioenpremie zodat de werknemer een
pensioen uit het fonds ontvangt.
Voordelen bedrijfspensioen:
Werkgever legt een deel in
Door de werknemer ingelegde premie is geen inkomstenbelasting verschuldigd
Als de lonen stijgen neemt et pensioen ook toe, maar dat is niet gegarandeerd
Nadelen bedrijfspensioen:
De pensioenpremie is een behoorlijk deel van het inkomen waarvan je zelf niet
kunt bepalen waarvoor je het gebruikt
Je kunt niet vrij kiezen voor een bepaald pensioenfonds
Het is niet zeker of het pensioenfonds voldoende rendement behaalt om de
pensioenen uit te keren
Bij het kapitaaldekkingsstelsel worden nu betaalde premies belegd en uit het kapitaal
vermeerderd met de beleggingsinkomsten worden de uitkeringen gedaan. Nu wordt
geld ingelegd om later uitkeringen te betalen. Vrijwillig pensioensparen kan via
lijfrente, banksparen , zelf beleggen of sparen bij een bank. Bij de eerste twee
mogelijkheden zijn er fiscale faciliteiten mogelijk. Een opneembare paarvorm is de
dagelijkse opvraagbare spaarrekening. Bij deze vorm ontvangt de spaarder een
variabele rente. Bij een deposito zet je een bedrag voor een bepaalde periode vast.
Tijdens deze periode is het niet toegestaan geld van je depositorekening te halen.
Spaarrekening Deposito
Vrij opneembaar (storten en opnemen) Niet vrij opneembaar
Geen vaste looptijd Vaste looptijd
Variabele rentevergoeding Vaste rentevergoeding
Relatief lage rentevergoeding Relatief hoge rentevergoeding
7.2 Effectenbeurs
, de meeste aan- en verkopen van aandelen, obligaties en financiële opties gaan via de
effectenbeurs. De effectenbeurs brengt vraag en aanbod van effecten bij elkaar.
Effecten zijn waardepapieren die kunnen worden gekocht en verkocht.
Bemiddelingskosten bij het kopen of verkopen van aandelen is provisie.
Een belegger kan twee soorten orders geven: limietorders en market orders. Bij een
limietorder geeft de belegger een maximale koopprijs of een minimale verkoopprijs
op voor een aandelentransactie. Hier is de prijs belangrijker dan de tijd. Bij een
market order geeft de belegger opdracht tot een zo snel mogelijke aankoop of
verkoop van aandelen zonder limiet. Hier is tijd belangrijker dan prijs.
Een index wordt gebruikt om de gezamenlijke prestatie van een verzameling
aandelenfondsen te weergeven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maradriessen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.