100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting tijdsperken landschapsvorming (PECS02) $5.74   Add to cart

Summary

Samenvatting tijdsperken landschapsvorming (PECS02)

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting kan handig zijn voor eerstejaars studenten aan de Aeres Hogeschool die Toegepaste biologie studeren. De samenvatting omvat de tijdperken Tertiair, Kwartiair, Saalien, Eemien, Weichselien en Holoceen die tijdens de PECS02 aan bod komen.

Preview 2 out of 4  pages

  • March 13, 2023
  • 4
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Tertiair
Nederlands landschap ontstaan vanaf tertiair  ongeveer 65 miljoen jaar geleden.
Paar graden warmer dan tegenwoordig  subtropisch klimaat  NL lang zuidelijker.
NL was grote zandbank  veel zee- en rivierafzettingen  300-400 meter dik.
Stroomsnelheid water rivieren groot  zowel witte als bruine zanden grof en slecht gesorteerd.
Schelp houdende en zandige klei afgezet.
Duitse rivieren (Eridanos delta) uit granietgebergte  mineraalarm wit zand  leemarm,
voedselarm en ijzerarm  berk, grove den en heide.
Rivieren uit vulkanisch gebergte zuiden (Maas en Rijn) rijke bruine zanden  lemig, voedselrijker
en ijzerrijk  eiken en beuken.
Afzettingen zorgen er mede voor dat NL boven water komt.
1,8 miljoen jaar geleden  einde tertiair  NL dik pakket grof zand & kustlijn meer naar oosten.


Kwartair
Pleistoceen:
IJs polen en gletsjers breidden uit, gemiddelde temperatuur daalde en zeespiegel zakte aanzienlijk.
Pleistoceen  ongeveer 8-10 ijstijden (glacialen) afgewisseld met even zoveel relatief warmere
perioden (interglacialen).
Rivierafzettingen dominant in NL landschap  snelstromende rivieren die hier hun uitmonding in zee
hadden en alleen grof zand en grind afzetten  deltavorming van de belangrijkste grote rivieren 
Rijn, Maas en Noord-Duitse rivieren.
Afzettingen:
- Marien: zand en klei  door zee afgezet
- Fluviatiel: zand, klei en grind  door rivieren afgezet
- Glaciaal: morene, keileem, zwerfkeien  door ijs afgezet
- Fluvio-glaciaal: sandr, kame  door smeltwater afgezet
- Eolisch: stuifduin, dekzand  door wind afgezet

Vormbepalende factoren:
- Tektonisch  vormen door tektonische bewegingen van aardkorst langs breuken  horsten
en slenken.
- Glaciaal  vormen door glaciale processen in aanwezigheid landijs  glaciale bekkens,
kameterrassen en morene.
- Periglaciaal  vormen onder periglaciale omstandigheden permanent bevroren ondergrond
en periodiek overvloedige hoeveelheden sneeuwsmeltwater  pingo’s en droge dalen.
- Fluviatiel  vormen door fluviatiele processen, erosie of afzetting materiaal door rivierwater
 oeverwallen.
- Eolisch  vormen door eolische processen, transport sedimenten door wind  duinen.
- Lacustrien  vormen door erosie en afzetting van materiaal in meren  IJsselmeer
afzetting.
- Marien  vormen door mariene processen, door erosie en afzetting materiaal door
zeewater onder invloed van het getij  schelpenbanken, Beemster.
- Organogeen  vormen door veenvorming  veenbulten, veenmoerassen.
- Antropogeen  vormen door menselijk handelen  Dijken, afvalberg.


Saalien  temperatuur daalde, zeespiegel daalde, Noordzeebekken daalden.
Lage dalen NL  met name rivierdalen  vastleggen grote hoeveelheden water in ijskappen 
zeespiegel daalde  erosiebasis rivieren daalde  rivieren vaak diep uitgeschuurd.
Diepste en grootste dalen  IJsseldaal (Rijn) en Gelderse Vallei (Maas).

, 3 fasen Saalien:
- IJs tot Haarlem-Utrecht-Nijmegen 
- Uitschuren rivierdalen  IJsseldaal en Gelderse Vallei
- Maas en Rijn buigen af naar westen  doordat grote ijslobben Gelderse Vallei
vulden.
- Afzetting keileem en zwerfstenen  morene  afgezet materiaal door ijs. In Noorde
NL laag keileem (klei, keien en zand) als grondmorene in ondergrond. Zeer stugge
ondoorlatende leem  voor landbouw zeer storend. Ook zwerfstenen meegevoerd.
- Vorming stuwwallen  ijslobben drukten rivierzand op  Utrechtse heuvelrug.
- IJs tot Texel-Coevoeren 
- Overijsselse Vecht buigt af naar het westen
- Keileembulten  landijs drukte het eerder afgezette keileem op.
- IJs tot Oost-Groningen 
- Keileembulten
- Fluvioglaciale afzettingen.

Na iedere fase  landijs smolt gedeeltelijk  smeltwater vulde diepe dalen met zand en grind 
smeltwaterafzettingen of fluvioglaciale afzettingen.
Afsmelten landijs  meer tussen ijs & door landijs gevormde stuwwal  sedimenten kunnen
bezinken  na verdwijnen water blijft relatief vlak gebied over aan rand stuwwal  kameterras,
esker.
Soms zoveel smeltwater vrij  water breekt door stuwwal  aan voet stuwwal zand in waaiervorm
afgezet  sandr.

Geomorfologie  wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van vormen van
aardoppervlak.




Eemien  temperatuur steeg, neerslag steeg, zeespiegel steeg (interglaciaal).
- Klimaat ongeveer zoals nu.
- Zeespiegel 1-2 meter boven huidig niveau.
- Door ijs uitgesleten rivierdalen en diepere geulen in noorden onder water  in ondergrond
Eemklei en zanden afgezet hinderlijke laag voor waterwinning uit diepere zandlagen.
- Warmer klimaat  plantengroei & natte omstandigheden lage dalen  veenvorming.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milouvdputten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.74
  • (0)
  Add to cart