Samenvatting ondernemingsrecht
Leereenheid 1- Ondernemingsvormen
Het ondernemingsrecht regelt de (juridische) organisatie, de inrichting ervan, de vertegenwoordiging
en de aansprakelijkheid van de ondernemingen.
BV ofwel Besloten Vennootschap: art. 2:175 BW
Een in één of meer overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal
De aandelen zijn op naam gesteld.
Men kan slechts in een bv participeren via een aandeel in haar kapitaal. De aandelen mogen in
handen zijn van één aandeelhouder. Dit leidt tot een eenpersoons-bv. n. Er wordt in dit geval
verlangd dat de naam van de enig aandeelhouder in het handelsregister wordt opgenomen. Ook de
woonplaats moet te vinden zijn. Een andere bijzondere regel is art. 2:137/247 BW. Dit artikel vereist
dat transacties tussen de nv en de bv en de enig aandeelhouder op straffe van vernietigbaarheid
schriftelijk worden vastgelegd. De eis van schriftelijke vastlegging geldt niet als de desbetreffende
transacties tot de gewone bedrijfsvoering van de vennootschap behoren (een aankoop van een kilo
suiker behoeft niet schriftelijk te worden vastgelegd, maar de aankoop van een winkelpand wel,
omdat deze laatste niet de gewone bedrijfsvoering betreft).
Aandelen = dit is een middel om vermogen aan te trekken. De aandeelhouder brengt vermogen in de
bv. Hij krijgt als tegenprestatie een of meer aandelen van de bv. Dit wordt de inbrengverplichting
genoemd. In beginsel moet de aandeelhouder het nominale bedrag inbrengen waarvoor hij aandelen
neemt. In de statuten van een bv staat vermeld hoe hoog dit bedrag is voor een bepaalde soort
aandelen.
Een aandeel geeft doorgaans stemrecht aan de aandeelhouder (art. 2:228 BW). Het aandeel heeft
dan een zeggenschapsfunctie. Hoe meer aandelen hoe meer inbreng degene heeft in de
aandeelhoudersvergadering en daarmee in de vennootschap. Dit kan echter anders geregeld zijn in
de statuten van een de bv (art. 2:228 lid 4 BW).
Het aandeel vervult ook de winstverdelingsfunctie. In beginsel heeft ieder aandeel recht op een
gedeelte van de winst (art. 2:216 BW). Ook hierop zijn afwijkingen mogelijk (art. 2:216 lid 6 en 7 BW).
Een bv is gesloten en dit houdt in dat de uitgegeven aandelen op naam staan en overdracht in
beginsel niet vrij kan plaatsvinden. In beginsel dient een aandeelhouder zijn aandelen die hij wil
overdragen aan te bieden aan de medeaandeelhouders volgens art. 2:195 lid 1 BW.
Blokkeringsregelingen hebben als gevolg dat aandelen in een bv niet vrij verhandelbaar zijn.
De Bv is in Nederland de populairste rechtsvorm omdat de aandeelhouders en bestuurders in
beginsel niet aansprakelijk zijn voor hetgeen in naam van de bv is verricht (art. 2:175 lid 1 BW).
Art. 2:177 BW: bij de oprichting van een bv dienen voor de eerste keer de statuten te worden
vastgesteld. Deze statuten liggen bij het handelsregister ter inzage (art. 2:180 lid 1 BW).
Art. 2:334a-334ii BW (juridische splitsing)
Art. 2:335-359 BW (geschillenregeling en het recht van enquête)
Art. 2:360-446 BW (de jaarrekening en het bestuursverslag)
,NV ofwel Naamloze vennootschap
Een nv kent een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal (art. 2:64 BW).
Ook bij een nv zijn er aandelen welke dezelfde functies hebben als een bv. Denk hierbij aan het
aantrekken vermogen (art. 2:80 BW), de winstverdeling (art. 2:105 BW) en het stemrecht (art. 2:118
BW)
Bij een nv hoeven aandelen niet op naam te luiden. Een nv mag ook aandelen aan toonder uitgeven
die door hun aard vrij overdraagbaar zijn. Vandaar ook de naam naamloze vennootschap. De Nv
‘mag’ wel aandelen op naam uitgeven op grond van art. 2:82 BW. Deze namen moeten op grond van
art. 2:85 BW in een register worden bijgehouden.
Specifieke Nv bepalingen: art. 2:64-164 BW
De meeste toepasselijke bv bepalingen zijn ook van toepassing op de nv.
De maatschap en de vennootschap onder firma (vof)
De maatschap is een obligatoire, wederkerige overeenkomst tot samenwerking van twee of meer
personen. De maatschap is gericht op door middel van samenwerking behalen van een
vermogensrechtelijk voordeel. De maatschap heeft dus ook een winstverdelingsdoel. Ieder der
vennoten is gehouden iets in te brengen. Dit kan zijn een gebouw of bijvoorbeeld arbeid.
De maatschap is geregeld in art. 7A:1655-1688 BW
Als een maatschap onder gemeenschappelijke naam de onderneming uitoefent gelden voor haar,
naast bovengenoemde artikelen ook art. 16-34 K. De maatschap heet dan een vennootschap onder
firma ofwel vof. Voor de vof geldt hoofdelijke verbondenheid van de vennoten (art. 18 K). Voor de
maatschap geldt een minder streng aansprakelijkheidsregime: maten zijn voor gelijke delen
aansprakelijk (art. 7A:1680 BW).
Het samenwerkingsvereiste: de vennoten moeten op voet van gelijkheid samenwerken.
Intuitu personae: omwille van de persoon (maatschap en vof)
Intuitu pecuniae: omwille van het geld (bv en nv)
Joint venture: een bv waarbij aandeelhouders een samenwerkingsovereenkomst aangaan die onder
andere verplicht tot het vaststellen van een gezamenlijk beleid op het gebied van de financiering van
de bv.
Stille maatschap: naar buiten toe blijkt niet van een gezamenlijke beroeps- of
bedrijfsoefening. Een stille maatschap die geen onderneming in stand houdt hoeft niet in het
handelsregister te worden ingeschreven.
Openbare maatschap: voor derden wel duidelijk kenbare wijze van naar buiten treden onder
een gemeenschappelijk als zodanig gevoerde naam.
Verschillen tussen de maatschap en vof
1. Bij de vof ontleent iedereen vennoot aan de wet vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 17
lid 1 K). Bij een maatschap mag een vennoot in beginsel slechts namens de andere vennoten
optreden indien deze hem daartoe een volmacht heeft gegeven 9art. 7A:1679 BW). Bij de
maatschap kan ieder der vennoten wel in de regel op eigen naam transacties afsluiten en bij
de maatschap in rekening brengen (art. 7A:1676 BW).
2. Voor schulden van de vof zijn alle vennoten hoofdelijk verbonden (art. 18K). Voor de
maatschap gelden minder strenge regels. Art. 7A:1679 en 1680 BW bepalen dat de vennoten
van de maatschap in beginsel slechts voor gelijke delen verbonden zijn voor
vennootschapsschulden.
, Art 29 K: van toepassing als de inschrijving van de vof in het handelsregister niet heeft
plaatsgevonden.
Verschillen tussen nv/bv enerzijds en de maatschap en vof anderzijds
Aandeelhouders van de nv en bv zijn in beginsel niet aansprakelijk voor hetgeen in naam
hiervan is verricht. Voor de maatschap en vof gelden strengere aansprakelijkheidsregels.
De nv en bv moeten en jaarrekening, opmaken, vaststellen en openbaar maken (art. 2:101
BW) en art. 2:210 BW). Deze verplichting geldt niet voor de maatschap en vof.
Een aandeelhouder kan de kapitaalvennootschap niet opzeggen, een vennoot van een
personenvennootschap heeft wel de mogelijkheid de vennootschap te verlaten. Een
aandeelhouder kan in wezen alleen van zijn aandeel af door deze over te dragen.
De nv en bv moeten twee organen hebben, namelijk de aandeelhoudersvergadering en het
bestuur. Daar kunnen nog organen aan toegevoegd worden zoals een raad van
commissarissen (art. 2:140.250 BW). Bij een maatschap en vof geldt het uitgangspunt dat de
vennoten samen het bestuur zijn. Hier geldt geen duale organisatiestructuur.
Tussenvormen: commanditaire vennootschap en coöperatie
Commanditaire vennootschap: een samenwerkingsovereenkomst tussen commanditaire vennoot en
gewone vennoten. Een commanditaire vennoot is tot niet meer gehouden dan het bedrag van zijn
inbreng (art. 20 lid 3 K). Deze vennoot heeft recht op een deel van de winst. Een commanditaire
vennoot mag geen bestuurs- of beheers handelingen verrichten. Anders is hij ook in beginsel
aansprakelijk. De HR heeft enige tijd geleden beslist dat de aansprakelijkheid van de commanditaire
vennoot wordt verlicht, als deze in een onevenredige verhouding staat tot de aard en de ernst van de
overtreding van het beheers verbod (Lunchroom De Katterug).
Toepasselijke bepalingen: art. 19, 20 en 21 K
Coöperatie: staat tussen de maatschap/vof en de nv/bv in.
Toepasselijke bepalingen: art. 2:53-63j BW
Combinatievormen: concern
Concern/groep: het komt voor dat een nv de meerderheid van de aandelen in een aantal bv’s houdt.
De nv noemt men in zo’n geval wel moedermaatschappij of moedervennootschap. De bv’s worden
wel dochtermaatschappij en dochtervennootschap genoemd (art. 2:24a BW).
Rechtspersoon
Art. 2:3 BW, rechtspersoonlijkheid heeft als belangrijkste gevolgd dat de rechtspersoon zelf drager
van rechter en plichten kan zijn. Een rechtspersoon staat wat dat betreft gelijk met een natuurlijk
persoon (art. 2:5 BW).
Eenmanszaak
Er is geen onderscheid tussen privé en zakelijke schulden. Er kunnen werknemers werkzaam zijn. Een
eenmanszaak kan niet worden overgedragen omdat het geen goed is in de zin van art. 3:1 BW.
Vereniging en stichting
De vereniging en stichting zijn minder geschikt als ondernemingsvormen omdat ze geen
winstuitkeringen mogen doen aan de leden en hun oprichters en personen die van hun organen deel
uitmaken (art. 2:26 lid 2 BW en art. 2:285 lid 3 BW)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celestewiertz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.
