Klinisch Redeneren en Evidence Based Practice 2 (2500KE2_22)
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
nursingstudent1
Reviews received
Content preview
Voorbeeld:
Interventie Z ter preventie van vallen in high risk-groep. Uitkomst is dus ’vallen’
RR = 0,6 (0,32 – 0,87) (ten minste 1 val)
Wat is de Neutrale waarde? De neutrale waarde van RR is 1
Wat is de Significantie? De neutrale waarde 1 ligt niet in de 95% betrouwbaarheidsinterval,
dit betekend dat dit een statistisch significant is
Wat is de Relevantie? Een persoon heeft als de interventie wordt toegepast een 0,6 keer de
kans om te vallen dan wanneer de interventie niet wordt toegepast. Dit is relevant want je
wilt vallen voorkomen bij ieder persoon. Maar hierover is altijd discussie en verschil van
mening.
Interventie W ter bevordering van afvallen in groep met overgewicht. uitkomst: aantal kg
afgevallen: effectmaat is ‘gemiddeld verschil in afvallen”
MD = -2,2 (-1,2 tot -3,1)
Neutrale waarde is: 0, want het is een absolute maat
Significantie: statistisch significant, want de neutrale waarde ligt niet in het 95%
betrouwbaarheidsinterval
Klinische relevantie: ja, want de behandeling helpt goed bij het afvallen
Relatief Risico (RR) = verhouding van het risico (of de kans) op een bepaalde outcome van
de interventiegroep ten opzichte van de controlegroep
- Hoe hoger het RR, hoe meer kans je hebt op een goede uitkomst als je in een
interventiegroep zit.
RR = 1,0 Er is geen verschil tussen in risico of kans
op outcome (waarde van 1,0 is neutrale
waarde)
RR = 0 - 1,0 De interventiegroep heeft een lager risico
op de outcome dan de controlegroep
RR = > 1 De interventiegroep heeft een hoger risico
of kans op de outcome dan de
controlegroep
Odds Ratio (OR) = associatiemaat waarmee de verhouding van het risico op een bepaald
(gezondheidstoestand van de interventiegroep ten opzichte van dit risico op de controle
groep wordt uitgedrukt.
OR = 1 Er is geen verschil tussen in risico
tussenbeide groepen (neutraal waarde)
OR = 0 - 1,0 Interventiegroep heeft een lager risico dan
de controlegroep
, OR = > 1 Interventiegroep heeft een hoger risico dan
controlegroep
Absolute Risico Reductie (ARR) = het ARR geeft aan hoeveel minder risico op een
bepaalde outcome de patiënt heeft indien hij de interventie krijgt in plaats van de controle
interventie.
- ARR = 0 = geen verschil tussen beide interventies
- ARR = absoluut risico controle groep – absoluut risico interventie groep
Gemiddeld verschil (Mean Difference) = het verschil tussen de resultaten van 2 groepen
Bijvoorbeeld: de interventiegroep ligt 18 dagen in het ziekenhuis en de controlegroep 24
dagen
MD = 0 Er is geen verschil. 0 is de neutrale waarde
MD = kleiner dan 0 De experimentele interventie is beter is
MD = groter dan 0 De controle interventie is effectiever
Number Needed to Treat (NNT) = Het aantal patiënten dat met de interventie behandeld
moet worden om bij 1 patiënt een gunstige uitkomst te krijgen.
- NNT = (1/ARR) x 100.
- Bijvoorbeeld: NNT = 17, dit betekent dat er 17 patiënten de interventie moeten
krijgen om 1 keer meer de decubitus te voorkomen.
Absoluut = het getal geef het precieze verschil (absoluut risicoverschil) weer tussen de
interventie en de controlegroep
Relatief = het getal drukt de verhouding uit tussen de interventie en de controlegroep
- Bijvoorbeeld RR = 1,43 en Absoluut risico = 11%, p = 0,002, 1,14-1,78. De kans op
de outcome is in de interventiegroep 1,43 keer zo groot ten opzichte van de
controlegroep. Dit effect is statistisch significant want de neutraal waarde ‘1’ RR
valt niet tussen de 2 grenzen van het betrouwbaarheidsinterval. Daarnaast is de p
waarde kleiner dan 0,05.
Klinisch significant of relevant = belang voor de patiënt (is het effect zodanig groot dat het
ook relevant is?).
Statistisch significant = hang samen met de power, sample size en onderzoeksresultaten.
Je kijkt naar:
o Betrouwbaarheidsinterval = geeft de nauwkeurigheid weer van de
berekende puntschatting van de effectmaat. het betrouwbaarheidsinterval
geeft aan dat er 95% kans is dat het effect in de volledige populatie binnen
het interval ligt
o P-waarde:
▪ Kleiner dan 0,05 > Statistisch significant
▪ Groter dan 0,05 > Niet statistisch significant
P-waarde = probability (waarschijnlijkheid).
- Uitgedrukt in een getal van 0 tot 1.
- P-waarde kan omgerekend worden in percentage.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nursingstudent1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.