Tot begin 1900 begin industrialisatie
Vanaf 1960 begon de vraag naar bedrijfspanden, waarbij directeuren geen eigen panden
wilde bezitten of bouwen. Dus gingen bedrijven panden huren.
1980, crisis er was genoeg waardoor er overvloet ontstond op de markt.
1990, nieuwe vraag, maar niet de kantoren van 1980. Er werd weer nieuw gebouwd.
Daardoor veel leegstand van de oude kantoren.
Ontwikkeling van vastgoed
Vastgoedbeheer:
Technisch beheer:
Het onderhoud van het pand.
Financieel beheer:
Kijken wie er huur heeft betaald. En wie de huurder is.
Vastgoedmanagement:
Is gericht op het gebied van de gebruiker en huurder van het pand. Niet alleen het pand zelf maar
ook extra services verlenen.
Verschil CREM en REM
Huisvesting CREM
De dagelijkse praktijk van het onderbrengen
van bedrijfsprocessen.
De gebruiker staat centraal.
Vastgoed REM
Vooral het ontwikkelen en beheren van
locaties en gebouwen.
Moeten op de langere termijn rendement
opleveren.
Spelers bij huisvesting en vastgoed (stakeholders)
, De reader en de sheets leren voor het tentamen
Kenmerken vastgoed
Niet verplaatsbaar
Gering aantal vragers en aanbieders -> De vraag is vaak hoger dan het aanbod (2019)
Heterogeen product -> Ieder pand is anders.
Hoge waarden per transactie -> Erg duur
Hoge kosten per transactietijdsbestek
Tijdsbestek planvorming ->De totale planning van bouwen tot oplevering
Vastgoedmanagement
=
=
= Toekomstgericht over 20 jaar.
Vastgoedcyclus
Wanneer de economie aantrekt komt er
meer vraag naar panden.
(Tussen de 2 – 4 jaar)
Dat heeft even tijd nodig, en dan gaat de
vraag naar panden ook groeien.
Daalt de economie dan zal de vraag naar
vastgoed ook afnemen.
(Tussen de 4 – 5 jaar)
Parameters vastgoedmarkt (Dit zijn begrippen die je moet kennen!)
Opname:
Een pand overnemen, waardoor de m2 van jouw
worden. (Contracten voor afgesloten)
Aanbod:
Panden die in de komende 6 maanden op de markt
komen.
Leegstand:
Er is leegstand omdat er meer aanbod is dan vraag.
Aanvangsrendement:
Het geld dat je kan verdienen in het eerste jaar bij
100% verhuur. Gemiddeld tussen de 5 a 8%
rendement.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Leroyvv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.72. You're not tied to anything after your purchase.