100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Internationale en Europese criminele politiek + reader $7.49
Add to cart

Summary

Samenvatting Internationale en Europese criminele politiek + reader

 32 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Notities uit de lessen van Internationale en Europese criminele politie en samenvatting v/d belangrijkste teksten uit de reader

Preview 4 out of 103  pages

  • March 15, 2023
  • 103
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1



INTERNATIONALE EN EUROPESE CRIMINELE
POLITIEK
-
Academiejaar 2022-2023

-

Prof.dr. Dirk Van Daele



Bij dit vak hoort een literatuurbundel die op Toledo ter beschikking wordt gesteld. De
daarin opgenomen teksten behoren integraal tot de kennen leerstof.




- Examen: openvragen (vergelijkingsvragen), soms een casus

DEEL I. EUROPESE INTEGRATIE BUITEN DE EUROPESE UNIE

I.1. De Raad van Europa
- Raad van Europa:

1. Historische achtergronden en ontwikkeling
2. Actieterrein
3. Institutionele structuur
4. Juridische instrumenten
5. Belangrijkste verwezenlijkingen

, 2


I.1.1. De historische achtergronden en ontwikkeling
- Historische achtergronden en ontwikkeling:

o Eind WOII:
 1946: Churchill (oorlogspremier)
 Speech in Zwitserland aan universiteit van Zurich (toen geen premier meer)
 riep een ‘Kind of United states of Europe’ op
 Als we oorlog willen vermijden
 dan moet er meer samenwerking tussen de Europese landen komen
 1948
 2 belangrijke dingen:
1) Men richt april ’48 organisatie voor Europese economische samenwerking op
 want economie lag plat na WOII
! Marshall plan had coördinatie nodig !
 nu: OESO = organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling
2) Mei ‘48 congres georganiseerd in Den Haag
 samenwerking in Europa
 gestalte geven door 2 dingen:
~ Ervoor zorgen dat we een gemeenschappelijk beleid maken
 voor economische, industriële en politie kwesties
~ Instrument nodig dat toelaat
 om toe te zien op de naleving v/d mensenrechten
 multilateraaltoezichtsinstrument
 resultaat van beiden: 1949 Raad van Europa wordt opgericht
o 1949: Raad van Europa
 10 stichtende leden:
1) België
2) UK
3) Nederland
4) Luxemburg
5) Italië
6) Ierland
7) Noorwegen
8) Denemarken
9) Frankrijk
10) Zweden
 Gevestigd in Strasburg
 waarom: niet ver v/d Duitse grens, dus symbolische plaats
 Nu: 47 lidstaten
 heel de EU is lid v/d Raad van Europa!
 maar ook andere landen
Bv: Rusland (maar ondertussen geschorst) DUS nu: 46 lidstaten
 Beperking: je kan er niet bij als je niet van Europa bent
 MAAR grootste beperking: art. 3 statuut RVE
 je kan maar toetreden en lid blijven als je aan 2 voorwaarden voldoet:
a) Rule of law respecteren
= je moet je onderwerpen aan het recht
b) U moet waarborgen dat alle mensen op uw grondgebied
 genot hebben van alle mensenrechten
 zoals die in het EVRM zijn opgenomen
! is niet beperkt tot Europese mensen !
Bv: een Afgaan in België behoort hier ook toe

, 3


I.1.2. Het actieterrein
- Actieterrein:

o Waar houdt de RVE zich mee bezig?
o Art. 1 statuut RVE
 houdt zich ongeveer met alles bezig (politiek, economisch, sociaal, cultureel, criminaliteit,…)
 BEHLAVE 1 ding: nationale defensie (leger)
 Waarom: omdat de landen dachten ‘vertrouwen is goed, controle is beter’
 als we leger uit handen zouden geven
 staan ze naakt en hebben ze niets meer van verdediging
(met WO in hun gedachten)

I.1.3. De institutionele structuur
- Institutionele structuur:

o 2 soorten:
A. Intergouvernementele organisatie
 Inter = tussen
 Gouvernementeel = ‘gouvernement’ = regering
 = tussen regeringen
 Symbolisch: grote tafel waarbij elke staat een zit heeft aan die tafel
 we zullen maar iets kunnen realiseren als iedereen akkoord gaat
 elke staat houdt eigen bevoegdheid en geeft die niet af, maar je bent wel
instaat om met andere staten over jouw bevoegdheid te praten
! DUS: hoe groter dat die is, hoe moeilijker dat het wordt !
B. Supranationale organisatie
 Supra = boven
 = bovennationaal
 Organisatie boven de lidstaten
 waar je bepaalde bevoegdheden aan af staat
 Kan de lidstaten op de vingers tikken

, 4


o Raad van Europa is intergouvernementeel
 makkelijker: want je staat geen bevoegdheidsdomeinen af (je bent nooit gebonden tegen je wil)
 structuur:
 Comité van ministers
 statuut art. 13-…
 Elke lidstaat vaardigt een minister af
 in principe minister buitenlandse zaken
 Ministers komen 1 à 2 keer per jaar samen
 HET beslissingsorgaan v/d RVE
 Beslist bij 2/3de meerderheid
 MAAR beslissing leidt tot niets
 kan alleen maar bindende kracht krijgen als elke lidstaat die beslissing
aanvaardt (unanimiteit)
 Onder comité: stuurcomités
 aantal gespecialiseerde comités met experten v/d lidstaten in
Bv: European committee on crime problems
~ Leden: deskundigen van alle landen
~ Landen kunnen van elkaar leren
 want veel landen worden geconfronteerd met dezelfde problemen
 dus oplossingen kunnen gedeeld worden
 Parlementaire vergadering
 Er is geen eigen parlement
 maar er moet wel democratische verantwoording zijn
 daarom parlementaire vergadering
 Alle landen mogen vertegenwoordigers
 uit hun nationale parlementen sturen
 Komen +/- 4x per jaar samen
 Maakt GEEN wetten!!
 kan aanbevelingen formuleren, adviezen, discussies,…
 Beschikt over 10 parlementaire commissies
 bereiden wetgevend werk voor
 Secretariaat-generaal
= communicatiekanaal tussen ministercomité en parlementaire vergadering.
 Administratie
 Ondersteuning ministercomité en parlementaire vergadering
 Verslaggevers, vergaderruimtes,… nodig

I.1.4. De juridische instrumenten
- Juridische instrumenten
 2 sporen:

I. Soft law (niet-bindend)
 Kan niet-bindende teksten aannemen
 je bent dus niet gebonden
 Maar zijn wel instrumenten waar veel inhoud in zit
II. Ontwerp van verdrag (bindend)
 Krijgt kracht van wet
 nadat het geratificeerd is in elk v/d lidstaten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller babsismets. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.49
  • (0)
Add to cart
Added