6.2: Italië was een van de winnaars van WOI en hoopte meer land te krijgen. Ze kregen
helaas niks en werden boos. De economie en politiek was slecht. Veel stakingen en
demonstraties. Communisten gingen de straat op in poging de revolutie de ontketenen. De
zwarthemden wilden een sterke leider: Mussolini. En richtten de fascistische partij op, die
kreeg bij verkiezingen niet genoeg stemmen. Mussolini kreeg wel veel steun op straat en van
rijke elite. Mussolini besloot met een groep aanhangers naar Rome te gaan en een keuze te
stellen: sta je macht af, of verdedig je. De Italiaanse koning was bang voor burgeroorlog. Om
dat te voorkomen droeg hij de macht over aan Mussolini. Het fascisme werd een ideologie.
Mussolini bepaalde wat goed was voor het volk. Nationalisme en militarisme waren
belangrijk binnen het fascisme. Vechten maakt een volk harder en sterker. Italië veranderde
in een totalitaire samenleving.
Ook in Duitsland zorgde de afloop van WOI voor woede en frustratie. Oud-soldaten en
burgers gaven de schuld van het verlies aan communistische, socialistische en joodse
oproepkraaiers. De dolkstootlegende droeg bij aan de boosheid. De politieke en
economische chaos versterkt de boosheid. Volgens Hitler vond dat alleen een sterke leider
Duitsland nog kon redden. Hitler wou net als Mussolini de macht. Hij deed een poging tot
staatsgreep in München. De bierkellerputsch mislukte en Hitler werd veroordeeld tot vijf
jaar cel. Hij zat uiteindelijk 1 jaar in een luxe gevangenis.
Tijdens zijn gevangenschap legde Hitlers plannen voor Duitsland vast in het boek: Mein
Kampf. Fascisme en Mussolini waren de inspiratie. Naast het nationaalsocialisme (nazi’s)
was er ook racisme, daar begreep Mussolini niks van. Het lebensraum was nodig voor het
overleven van een ras. De rassenleer is een belangrijk element van nationaalsocialisme. De
nazi’s richtte zich ook tegen joden. Het Duitse volk kon volgens Hitler alleen overleven door
joden uit de samenleving te verwijderen. Duitsland en het Germaanse ras waren volgens
Hitler het sterkst in de zin van volksgemeinschaft en saamhorigheid. Die was verloren gegaan
door kapitalisme, liberalisme en parlementaire democratie
6.3: Hitler kwam in 1933 aan de macht. Hitler voerde later de militaire dienstplicht in.
Hierdoor kreeg hij een miljoenenleger. Duitsland en Italië stelden een vriendschapsverdrag
waarin ze elkaar steun beloofden. In 1936 viel Hitler Rijnland aan (Rijnland= Tsjechië en
Slowakije). Volgens het verdrag van Versailles, mocht Hitler dat niet meer doen. Als hij dat
wel deed, zouden Frankrijk en Engeland Duitsland aanvallen. Dat deden ze niet. In 1938
richtte Hitler zich op zijn Heims ins Reich-politiek (gebieden waar Duits wordt gesproken,
moeten bij Duitsland horen). Oostenrijk sloot heel snel bij Duitsland aan. Nu wilde Hitler het
Sudetenland (tussen Tsjechië Slowakije en Duitsland) bij Duitsland hebben. In de conferentie
van München kreeg Hitler zijn zin, en mocht dus het Sudetenland als laatste aanvallen. Hitler
hield zich hier niet aan, en ging gewoon verder met aanvallen. De appeasement-politiek
(beleid dat is gericht op het voorkomen van oorlog) had gefaald.
Hitler wilde Polen. Hiervoor ging hij een niet-aanvalsverdrag tekenen met Stalin. Rusland en
Duitsland verdeelde Polen in 2 stukken. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen.
Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarde Duitsland nu echt de oorlog. De 2e wereldoorlog
was officieel begonnen. Een half jaar later, veroverden Duitse legers in een Blitzkrieg
Denemarken, Noorwegen en vervolgens Nederland, België en het grootste deel van
Frankrijk. In 1940 begon Duitsland een aanval op Groot-Brittannië. Duitsland verloor de
Battle of Britain. Duitsland leed te grote verliezen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vvanpoorten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.