4 DEFINITIES:
‘Publiek beleid is alles wat een overheid kiest te doen of
niet te doen.’ – Dye (1972)
‐ kernachtige definitie
‐ duidelijk standpunt ivm public policiy: ook het ‘niet doen’ is een bewuste beslissing en is ook beleid voeren
‘Een publiek beleid is een doelgericht handelen van een actor of een groep van actoren in het aanpakken van een
probleem of een bekommernis van de bevolking. Zo’n publiek beleid wordt ontwikkeld door tal van
overheidsorganisaties en politici.’ – Anderson (1984)
1. uitgebreider: nieuwe elementen toegevoegd
‘Publiek beleid is hoe politici een verschil maken. Politici zijn de verkozen besluitvormers met formele bevoegdheid
voor complexe subsystemen van participanten en spelers. Beleid is het instrument van governance, de beslissingen
die publieke middelen in de ene richting sturen maar niet
in de andere. Het is de uitkomst van een strijd tussen ideeën, belangen en ideologieën die ons politieke systeem
aandrijft.’ – Bridgman & Davis (2004)
‐ sterk focussen op wat politici doen: start met omschrijven
‐ hechten belang aan politieke systeem in definitie
‘Een publiek beleid is een serie van bewust op mekaar afgestemde beslissingen of activiteiten die genomen of
uitgevoerd worden door verschillende publieke – en soms private – actoren wiens middelen, institutionele links en
belangen variëren met het oog op het gericht oplossen van een probleem dat politiek is gedefinieerd als collectief
van aard. Dit geheel van beslissingen en activiteiten leidt tot geformaliseerde acties van een min of meer beperkende
aard die vaak gericht zijn op gedragsverandering van sociale groepen die verondersteld worden aan de basis te liggen,
of in staat zijn tot oplossing, van het aan te pakken collectieve probleem (= doelgroep) in het belang van de sociale
groepen die de negatieve impact van dat probleem ervaren (= eindbeneficianten).’ – Knoepfel et al. (2011)
‐ elementen die al in andere definities voorkomen + nieuwe elementen
bv. private spelers, problemen en oplossingen
‐ hoe oplossen: gedrag veranderen bij burgers
! definitie niet vanbuiten leren voor ex, wel insteken kunnen geven
VOORWERP/WAT:
Dye (1972) Kiezen om (van) alles te doen of niet te doen
Anderson (1984) Doelgericht handelen
Bridgman & Davis (2004) Beslissingen die publieke middelen in ene richting sturen, maar niet in de andere
Knoepfel et al (2011) Een serie van bewuste op mekaar afgestemde beslissingen of activiteiten… die
leidt tot geformaliseerde acties van een min of meer beperkende aard
vb. artikel HLN: OH die niet wou helpen
! slechte scoring België bij gevangenis: slechte hygiëne, te veel bij elkaar, behandeling,..
2. OH beslist om niets te doen (Dye)
Besluit alle definities:
beleid voeren = OH moet naar voor komen met wat ze doet, niet doet,
duidelijk moet zijn waarvoor ze staat/waarvoor niet (kleur bekennen)
1
,Kleur bekennen
Typologie van Lowi (1964, 1971 & 1972): beleidstypes naar aantal winnaars en verliezers
‐ winnaars: voordelen krijgen uit beleid
‐ verliezers: aan beleid bijdragen
bv. belastingen
types afh van 2 componenten
1. verdelend
= velen nodig om verdeling te regelen,
weinigen kregen een stuk grond
‐ gedecentraliseerd beleid
‐ beslissingen binnen politieke partijen,
niet met belangenbehartigers (pol part onderhandelen)
2. herverdelend
= sociale zekerheid ’70 in VS
‐ gecentraliseerd beleid
‐ belangengroepen onderhandelen
3. regulerend
‐ gedecentraliseerd beleid
‐ pol partijen onderhandelen
4. constituerend
‐ gecentraliseerd beleid
‐ belangengroepen onderhandelen
+ beleid is ook voor politieke systeem bepalend: per type associatie met bep pol systeem
! eerst is er beleid, daarna gaat politiek systeem hiernaar aanpassen met bepaalde kenmerken
Smith (2005) is hierop verder gegaan:
varianten van regulerend beleid
1. Competitief beleid
= beperkt de toegang tot de voorziening van bepaalde goederen of diensten.
ᵒ Legt voorwaarden op waaraan de voorzieningen moeten voldoen.
2. Protectief beleid
= is bedoeld ter bescherming van burgers door het vastleggen van de voorwaarden waaronder private
activiteiten mogen worden geleverd en de niet-naleving ervan gesanctioneerd.
3. Zelfregulerend beleid
= stemt overeen met protectief beleid, al wordt het initiatief genomen door de voorzieners zelf.
oefening: Welk beleidstype herken je in die wet rond Kroppspress? Waarom zie je de andere types er niet in?
protectief beleid: element van bescherming aan jonge mensen / burgers
geen competitief beleid: toegang tot foto’s wordt niet beperkt
geen zelfregulerend beleid: influencers zijn zelf niet naar OH gestapt om dit aan te pakken
! argument zo specifiek mogelijk uitbouwen met info uit artikel
Bekkers (2017) heeft dit uitgebreid, mits afstappen van dwang/autoriteit (Lowi legde klemtoon op dwang):
1. Explorerend beleid
= aangeven van nieuwe denkrichtingen met de bedoeling om partijen te mobiliseren mee te denken over de
gewenste ontwikkeling en de nodige veranderingen (Bart Somers: uitnodigen experten)
2. Faciliterend beleid
= ondersteunen van bepaalde als wenselijk geachte doelstellingen zonder die dwingend op te leggen (BDW)
3. Stimulerend beleid
= prikkelen van mensen of organisaties om een bepaald wenselijk gedrag aan de dag te leggen. (BDW)
2
,! aard van beleid kan gaandeweg evolueren naar ander type (relance plan BDW Antwerpen)
andere typologieën/types: AANVULLEN MET HANDBOEK WANT KENNEN
a) Anderson (2003)
‐ Procedureel beleid
‐ Substantief beleid
b) Birkland (2011, 2020)
‐ Materieel beleid
‐ Symbolisch beleid
DEEL 2: WAAROM VOEREN OVERHEDEN BELEID?
Dye (1972) /
Anderson (1984) Ter aanpak van een probleem of een bekommernis van de bevolking
Bridgeman & Davis (2004) Om een verschil te maken in de strijd tussen ideeën, belangen en ideologieën die
ons politieke systeem aandrijft
Knoepfel et al (2011) Vaak gericht op gedragsverandering van de doelgroep in het belang van de
eindbeneficianten... als oplossing van een probleem dat politiek is gedefinieerd als
collectief van aard
‐ Probleem als kloof tussen wenselijke situatie en waargenomen toestand (Hoornbeek & Peters, 2017)
‐ Ziet iedereen dezelfde problemen/kloven? Strijd tussen problemen en oplossingen
‐ Zo ja, is de kloof even diep/breed?
oefening: baby Pia
‐ probleem: ziekte dochter is niet toegevoegd aan screening voor hielprik
‐ antwoord minister: experten taak geven om 5000 zeldzame ziekten te screenen en te kiezen welke bij hielprik
toegevoegd moeten worden
‐ minister krijgt publieke middelen en moet voor iedereen beslissingen maken, ook de minder mondige personen,
dus op advies van experten (collectieve noden vs individuele noden)
collectieve noden: basiswerk Harold D. Lasswell (1902-1978)
‐ grondlegger discipline: aantal basisvragen opgesteld
ᵒ wat kunnen we het best doen om dit probleem aan te pakken?
ᵒ hoe kunnen we dit doen?
ᵒ hoe kunnen we weten wat we precies gedaan hebben?
‐ kennis om beleid te optimaliseren
kennis voor beleid, in functie van omgeving
essentie model
= uit politiek systeem komen beslissingen en beleid
(tegengestelde van Lowi zijn essentie)
klassiek input-output model van politiek systeem
“I believe that this nation should commit itself to achieving the goal, before this decade is out, of landing a man on the moon
and returning him safely to the Earth.“ J. F. Kennedy (25 mei 1961)
‐ Doelbewust optreden bij beleid
‐ Doelen niet altijd geëxpliciteerd, kunnen ontplooien tijdens beleidsvoering
‐ Nieuwe doelen ‘en tour de route’
3
, DEEL 3: WIE IS ERBIJ BETROKKEN?
Dye (1972) Overheid
Anderson (1984) Overheidsorganisaties, politici
Bridgman& Davis (2004) Politici als verkozen besluitvormers met formele
bevoegdheid, participanten en spelers
Knoepfel et al (2011) Verschillende publieke en soms private actoren, sociale
groepen die verondersteld worden aan de basis te liggen, of
in staat zijn tot oplossing, van het aan te pakken probleem
(doelgroep); sociale groepen die de negatieve impact van dat
probleem ervaren (eindbeneficianten)
recente definities: verwijzing naar verschillende soorten actoren die betrokken kunnen worden bij beleidsvoering
‐ Knoepfel: OH-beleid is OH-actor die iets bepaald gaat initiëren, gebeurd met doelgroep voor ogen (verandering in G)
‐ bij verandering: anderen gaan hierbij gebaat zijn (eindbeneficianten)
Overheid als (potentieel) centrale actor rond publiek beleid
→ Autoriteit ter behartiging van collectieve noden/ambities
Zeker niet in isolement, tal van anderen betrokken
→ Man/vrouw in straat, private bedrijven, non-profitsector, academische wereld, politieke partijen, …
Wie is de overheid? = Minister, parlementariërs, overheidsadministratie, hun netwerken, …
Basisdriehoek van beleidsactoren (Knoepfel)
= verschillende actoren in model gezet,
welke actoren zijn in situatie betrokken
+ zijn ze in elke hoek te plaatsen?
interventiehypothese
= veronderstelling dat maatregel bepaald G gaat veranderen
causale hypothese
= als doelgroep ander g stelt zullen eindbeneficianten hierbij
gebaat zijn
- getroffen derden doelgroepen
=
+ getroffen derden eindbegunstigden
=
test jezelf vraag HB H1:
pol adm aut = gemeente Mesen
doelgroep = alle bewoners die voetpad aan hun huis hebben waartussen onkruid kan groeien
eindbegunstigden = voetpaden gebruikers in Mesen
interventie H = als OH reglement hiertegen uitvaardigen zal doelgroep voetpad proper houden
causale H = als voetpad er proper uitziet zal er minder hinder zijn voor voetpad gebruikers
po def probleem = stad geeft boodschap naar alg m’pij dat burger ook verantwoordelijkheid draagt naast zij die beleid
voeren. Properheid voetpaden en gebruik ligt in handen burgers, beleid waarbij burger wordt
gewezen op eigen verantwoordelijkheid om mee te draaien om het in Mesen aangenaam te maken.
- getroffen derden = ouderen die niet in staat zijn om het voetpad proper te maken, stadsdiensten die extra werk krijgen
+ getroffen derden = personen met een beperking
extra info basisdriehoek
‐ Overheidsbeleid via gedragsverandering bij doelgroep
ᵒ verandering gebeurt niet enkel via gedragsbeperking
ᵒ Een doelgroep is niet altijd even expliciet af te bakenen
‐ Hypothesen veronderstellen hoe het beleid eraan toe gaat
ᵒ Grondslag van de beleidstheorie
ᵒ Gaat het er in de beleidspraktijk echt zo aan toe?
‐ Derden kunnen ook actief betrokken zijn/worden bij beleid
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Emeli. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.