Inhoud
College 1.................................................................................................................................................2
College 2 – 2 visies..................................................................................................................................5
College 3.................................................................................................................................................9
College 4 - Cultuur, instituties en rollen...............................................................................................13
College 5 - Sociale ongelijkheid en macht.............................................................................................18
College 6 – Sociale controle, schooluitval en criminaliteit....................................................................22
,Aantekeningen sociologie
College 1
- Huiswerkopdracht inleveren voor het werkcollege
Definitie van sociologie
Sociologie is, volgens Anthony Giddens, de studie van het menselijke sociale leven hoe mensen
samenleven. Ook via leren sta je altijd in contact met anderen. Contact en afhankelijkheid zie je
overal in de samenleving terug (gezinnen/grote systemen, zoals gezondheidszorg verbonden is met
economie en onderwijs). Ook onderzoekt het hoe de sociale omgeving van invloed is op het gedrag
van mensen en hoe gedrag van mensen van invloed is op de sociale omgeving. Bij sociologie gaat het
over tot welke groep iemand behoort, bijvoorbeeld een positie in de maatschappij
(werkloos/werkend, laag/hoog opgeleid, religieus/niet-religieus welke religie). Bij een groep horen
vooroordelen en verwachtingen. Die groepen, wat er gebeurt en de verwachtingen worden
onderzocht. Vaak gaat het om ongelijkheden en kansen: hoog/laagopgeleid, economisch, man/vrouw
e.d. Als laatste kenmerk van sociologie is het brede belangstellingsveld. Sociale processen vinden in
heel veel gebieden plaats. Wat er binnen en tussen groepen gebeurt, is heel belangrijk.
Micro-macro processen: psychologie vooral gedrag van individuen, socioloog meer sociale processen
in groepen/instituties/systemen (gebruik micro-niveau voor macro-niveau).
Dé definitie van sociologie bestaat niet, want:
- Sociologie is nog relatief jonge wetenschap. Hierdoor nog niet helemaal uitgekristalliseerd.
- Breed vakgebied, kan dus over heel veel onderwerpen gaan.
- Uiteenlopende aanpak, geen volledige eensgezindheid hierover.
- Niet onderscheidend genoeg: heel veel lenen bij andere disciplines (filosofie, politicologie,
psychologie).
Werkdefinitie: sociologie is de wetenschap van het samenleven.
Centraal uitgangspunt: alles is contingent, maar daarmee niet arbitrair
Thema’s als onderwijsuitkomsten, sociale groepen, schooluitval, veiligheid op school, kansen
Geschiedenis van de sociologie
18e eeuw: Westerse samenleving was een agrarische samenleving & standensamenleving. Door de
industriële revolutie was er een overgang naar een industriële samenleving. Leven op het platteland
verplaatste zich naar de steden. Dit zorgde voor veel verandering: verhuizingen en toenemende
welvaart. Dit was een relatief snelle verandering. Dit riep vragen op over onze samenleving: hoe
kunnen mensen nog steeds samenleven in steeds drukkere steden? Ook onder invloed van Franse
Revolutie in Verlichting overgang van standenmaatschappij naar klassenmaatschappij. In de
standenmaatschappij kon je niet opklimmen van een boer naar een adellijke. In de
klassenmaatschappij werd deze scheiding kleiner en steeds vaker bepaald door
opleidingsniveau/inkomen. Hierdoor kreeg men meer kansen op hogerop te komen. Verlichting was
een belangrijke voor het ontstaan van de sociologie, want verlichte denkers gingen niet meer uit van
, 1 waarheid. Voorheen bepaalden de geestelijken wat er moest gebeuren en hoe het in elkaar zat.
Ten tijde van de Verlichting ging men er steeds meer vanuit dat de waarheid met rede/verstand kon
worden bepaald. Ook ontstond steeds meer het idee van de maakbaarheid van de samenleving.
De industrialisatie en verdwijning van standenmaatschappij (modernisering samenleving) zorgde
voor ontstaan nieuwe maatschappelijke verschijnselen & problemen, zoals armoede, kinderarbeid en
ongelijkheid. Welvaart kwam vooral terecht bij fabriekseigenaren, de arbeiders leefden vaak in grote
armoede. Sociologie is mede ontstaan door de opkomst van deze nieuwe problemen en
onzekerheden (orde niet meer bepaald door geboorte). Hierdoor ontstond er behoefte naar kennis
naar de werking van de samenleving.
Centrale uitgangspunten van de sociologie
Een van de eerste vragen: wat houdt de samenleving bij elkaar? Hiervoor moet je weten hoe mensen
samenleven en waarom op die manier.
De belangrijkste les van de sociologie volgens het boek: alles is contingent maar niet arbitrair. Dit
heeft te maken met 2 inzichten:
- Besef van contingentie: denkbare alternatieven het had anders kunnen zijn dan het nu is.
Hoewel bijvoorbeeld ons onderwijssysteem vanzelfsprekend is, had het ook een andere vorm
kunnen krijgen. Je ziet dat ook in verschillen tussen landen, bijvoorbeeld manieren van
groeten of onderwijsorganisatie. In de USA en NL zijn invulling bijvoorbeeld heel anders van
onderwijs.
- Contingentie is niet arbitrair: het gegeven dat onze samenleving anders georganiseerd had
kunnen zijn, betekent niet dat er geen redenen zijn waarom onze samenleving is zoals hij is.
Gedragingen/instellingen e.d. zijn niet toevallig, er is een reden voor. Bijvoorbeeld verschillen
in kosten tussen Nederland & USA: maatschappijvisie (gelijke kansen in NL belangrijk,
verzorgingsstaat gericht op nivellering. In Amerika is het idee dat je zelf je kansen moet
pakken & persoonlijk falen), mensbeeld e.d.
Er zijn dus verschillen mogelijk, maar in beperkte mate, omdat dingen niet bij toeval zo zijn.
Vraagstukken zijn: vraagstuk van niet-arbitraire contingentie en vraagstuk van sociale orde (waarom
hebben we het dan zo geregeld in Nederland?)
Vraagstuk niet-arbitraire contingentie
- Welke eigenschappen van de samenleving zijn niet willekeurig? En wat ligt daaraan te
grondslag?
o Legitimerende derden/bronnen non-contingentie (factoren die hieraan te grondslag
liggen)
Natuur
Geschiedenis
Samenhang.
Wij hebben weinig invloed op legitimerende derden: we kunnen bijvoorbeeld geen mensen maken
die geen voedsel nodig hebben. We moeten daarom onze samenleving zo inrichten dat we aan
voedsel kunnen komen. De natuur beperkt ons dus in het inrichten van onze samenleving en is hierin
een bron van non-contingentie. Ander voorbeeld: als samenleving leef je noodgedwongen met je
verleden. Keuzes in de geschiedenis beperken anderen in de samenleving later in andere keuzes. Het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rixt1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.76. You're not tied to anything after your purchase.