de samenvatting van KTF2 toets die plaats vindt in het tweede trimester van leerjaar 1 verpleegkunde en verpleegkunde technische stroom. de samenvatting is gemaakt aan de hand van de toetsmatrijs. alle punten zijn er in verwerkt. zowel het vak AFP als KERN a en c zijn samengevat in deze samenvattin...
Kenmerken en principes van persoonsgerichte zorg:
Werken met de opvattingen en waarden van de patiënt: Een helder beeld hebben van wat
de patiënt belangrijk vindt in zijn/haar leven en hoe hij/zij betekenis geeft aan wat er gaande
is vanuit zijn/haar individuele perspectief, psychosociale context en sociale rol.
Gedeelde besluitvorming: Het faciliteren van de betrokkenheid van patiënten en hun
naasten in de besluitvorming door aandacht te besteden aan waarden, ervaringen, zorgen
en toekomstige aspiraties.
Authentieke betrokkenheid: Verbondenheid tussen de zorgverlener en de patiënt en zijn
naasten, bepaald door: het kennen van de persoon, helderheid van de opvattingen en
waarden, zelfkennis en professionele expertise.
Welwillend aanwezig zijn: Een verbondenheid die de uniciteit en waarde van het individu
erkent, door adequaat te reageren op signalen die bronnen van coping maximaliseren, door
middel van het herkennen van belangrijke zaken in hun leven.
Holistische zorg verlenen: Behandelen en zorg verlenen waarbij aandacht wordt besteed
aan de gehele persoon door het integreren van de fysiologische, psychologische,
socioculturele, ontwikkelingsgerichte en spirituele dimensies van het mens-zijn.
Person-Centred Nursing-Model:
Person centred care, betekend persoonsgerichte zorg. Het is een manier om zorg op maat te
bieden aan mensen met een gezondheidsvraag. Kern van persoonsgerichte zorg is dat je als
zorgverlener niet de klacht of aandoening centraal stelt, maar de persoon in zijn geheel. Bij
de behandeling staat niet de ziekte centraal, maar de manier waarop de patiënt in het leven
staat en zelf met de aandoening omgaat.
Positieve gezondheid en PGZ:
De relatie tussen het raamwerk en het concept van positieve gezondheid ligt het in de vorm
van het raamwerk en de vorm van het spinnenweb van positieve gezondheid. Alle factoren
zijn verbonden met elkaar, bij het raamwerk via de bloemblaadjes die samen de kern van de
bloem vormen. En bij positieve gezondheid, alle factoren vormen samen de algemene
gezondheid van een persoon.
Het raamwerk gaat meer over wat jij als zorgverlener kan betekenen voor een zorgvrager en
welke eigenschappen/functies je moet kunnen invullen om een volwaardige zorgverlener te
zijn.
,Bij positieve gezondheid zijn alle 6 factoren andere dimensies met betrekking tot de
gezondheid die gezamenlijk een beeld geven over jouw gezondheid.
De 6 aspecten van positieve gezondheid zijn; dagelijks functioneren, mentaal welbevinden,
zingeving, meedoen, kwaliteit van leven en lichaamsfuncties.
Belevingswereld zorgvrager:
De persoon laten praten, zijn gevoelens en gedachten laten uitten. Luisteren naar de
behoeftes van de patiënt en de dingen waarmee de persoon worstelt, welke klachten de
persoon ervaart en wat de persoon heeft meegemaakt. Dit is allemaal van belang bij het
maken van een verpleegkundige diagnose, om deze informatie te winnen moet je de
persoon laten praten, dit doormiddel van een narratieve benadering. Ga in op de
interessante stukken van hetgeen wat de persoon verteld en de mogelijk bruikbare dingen
die de persoon verteld.
Presentietheorie:
De presentietheorie van Andries Baart: beschrijft in
de presentietheorie nauwkeurig wat goede zorgverleners doen: Aandachtig en toegewijd bij
kwetsbare mensen blijven en met steun, hulp en zorg bijdragen aan een goed leven waarin
zij gezien, gehoord en in tel zijn. Dit is een morele theorie die als uitgangspunt neemt dat
elke samenleving en elk mens voor zijn of haar voortbestaan aangewezen is op zorg van
anderen.
De belangrijkste kenmerken voor de presentietheorie zijn:
- Vrij zijn voor…, de persoon moet vrij zijn om zijn persoonlijke bagage los te laten en
alleen te kijken naar hoe de situatie is voor een ander.
- Open staan voor…, de persoon moet open kunnen staan voor het luisteren naar
verhalen en problemen van anderen.
- Een aandachtige betrekking aangaan, niet alleen een hulpverleningsrelatie aan
kunnen gaan maar ook een andere band kunnen opbouwen.
- Aansluiten bij het bestaande, aan kunnen sluiten bij de leefwereld van een ander en
geen problemen veroorzaken.
- Perspectiefwisseling, de wereld waarnemen vanuit het perspectief van een ander.
- Zich aanbieden, eigen mogelijkheden aanbieden in het netwerk van de ander.
- Geduld en tijd, afwijkende omgang met tijd, ongehaast, neemt zelf de tijd en geeft
andere de tijd.
- De trouwe toeleg, als persoon een ander het gevoel kunnen geven dat hij gezien
wordt, er mag zijn en er geluisterd wordt naar zijn problemen.
Belevingsgerichte zorg:
De belevingsgerichte zorg: staat vooral de beleving van de cliënt centraal. De zorg houdt in
dat geval rekening met de individuele behoefte, waarbij een negatieve ervaring, bijvoorbeeld
tijdens een ADL zorg moment dat stress geeft, zoveel mogelijk omgezet wordt in een
positieve beleving. Het gaat om het kunnen inleven in de leef- of belevingswereld van de
cliënt, begrijpen welke gevoelens de cliënt beleeft en van daaruit contact proberen te
,maken. Dus niet alleen weten 'wat' de cliënt beleeft maar ook begrijpen wat de betekenis
daarvan is in zijn of haar belevingswereld.
Eigen regie:
Eigen regie: Het gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij.
Centraal staat: wat wil ik? Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke
ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk,
sociaal en psychisch opzicht.
Zelfmanagement:
Zelfmanagement: Acties en vaardigheden gericht op: Het zelf omgaan met de aandoening,
symptomen en psychosociale gevolgen van de aandoening. Het zelf omgaan met factoren
die de symptomen kunnen verergeren (risicofactoren). Het zelf werken aan
leefstijlveranderingen.
Empowerment:
Empowerment: Iemand tot iets in staat stellen. Het heeft alles te maken met kracht en
zelfbewustzijn. Empowerment is een bewustwordingsproces, waarbij het gaat om mensen te
stimuleren hun eigen kracht te vinden en die te activeren.
Veerkracht:
Veerkracht: Het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag.
Pijn en (pijn)meetinstrumenten.
Pijnmeetinstrumenten:
Pijnmeetinstrumenten zijn een hulpmiddel bij het bepalen van de pijnintensiteit en tevens
nuttig om de effectiviteit van de pijnbestrijding (farmacologisch of non-farmacologisch) te
bepalen.
VAS: Een pijnindicatie gegeven door de patiënt. Bij VAS is dit op een meetlat van 10 cm,
waarbij 0 cm geen pijn is en 10 cm de ergste pijn die voor te stellen is.
NRS/VRS: Een pijnmedicatie gegeven door de patiënt maar zonder iets zichtbaars, maar met
cijfers van 0 tot 10.
Poorttheorie:
De poorttheorie is een begrip dat ontstaan is in 1965. Om de poorttheorie te snappen, is het
belangrijk dat het basismechanisme van pijn duidelijk is. Als een pijnlijke prikkel binnenkomt,
gaat het eerst via zenuwen naar het ruggenmerg. Het ruggenmerg stuurt dan de prikkel door
naar het brein. Als de prikkel het brein bereikt heeft, dan pas wordt pijn gevoeld.
Onderzoekers kwamen erachter dat andere binnenkomende prikkels deze pijnprikkels
kunnen wijzigen. Dit is te vergelijken met een poort die open en dicht gaat. Als de poort van
een onschadelijke prikkel opengaat, dan gaat de poort van de pijnlijke prikkel dicht, zodat
deze niet meer naar de hersenen gaat en de pijn niet gevoeld wordt. Daarom heet dit ook
wel de poorttheorie.
, Pijn verminderen met de poorttheorie:
Hoe kunnen we deze poorttheorie nou gebruiken om onze eigen pijn te verminderen?
Gebruik zelf niet-pijnlijke prikkels als je pijn hebt! Hier een voorbeeld: je stoot je hoofd tegen
het plafond. Dit kan erg zeer doen. Als je er vervolgens over begint te wrijven, dan neemt de
pijn af. Het wrijven sluit de poort van de pijnprikkel. Daardoor komt de pijnprikkel niet in de
hersenen aan en kan de pijn dus verminderen.
Acute/chronische pijn:
Acute pijn: is pijn van korte duur en heeft meestal een duidelijke oorzaak, bijvoorbeeld na
een operatie of bij een infectie. Pijn heeft een belangrijke beschermingsfunctie. Het
waarschuwt als er schade aan het weefsel is of dreigt te ontstaan.
Chronische pijn: is als pijnklachten langer dan 3 maanden duren. De oorzaak van
de chronische pijn is vaak moeilijk te bepalen. Ook de behandeling ervan is lastig want er zijn
namelijk veel verschillende soorten pijn.
Verpleegkundig proces.
De fasen van het verpleegkundig proces:
Het verpleegkundig proces bestaat uit 6 stappen:
1. Anamnese; achtergrondinformatie verzamelen, medische achtergrond en eventueel
gebruik van medicatie.
2. Diagnose; verwachting stellen van het ziektebeeld.
3. Planning, doel en resultaten; verwachtingen van resultaten, hoe ga ik deze
onderzoeken en een plan opstellen.
4. Interventies; welke onderzoeken zijn nodig om de verwachte resultaten te bereiken.
5. Uitvoering; de onderzoeken doen.
6. Evaluatie; is alles goed gegaan? Ben je te weten gekomen wat je wilde? Terugblik op
het proces en eventueel verdere acties ondernemen.
NIC, NOC, NANDA:
NANDA; North American Nursing Association. Heeft te maken met diagnoses stellen. Maakt
gebruik van de PES-structuur;
PES:
- P; probleem; geeft gezondheidstoestand van een patiënt bondig en duidelijk weer.
- E; etiologie(oorzaak); beschrijft factoren die de actuele problemen veroorzaken of
hieraan bijdragen (samenhangende factoren)
- S; signs en symptoms; ervaringen van patiënt (symptomen, bevindingen van
verpleegkundige, belangrijkste bepalende kenmerken.
NIC; Nursing Intervention Classification à ingrijpen verpleegkundige interventies. -à
classificeert elke behandeling. Dus welke behandeling ga je doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josjesneijders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.38. You're not tied to anything after your purchase.