100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Vergelijkend en Internationaal Privaatrecht: Schema's week 1 t/m 6 $7.02
Add to cart

Summary

Samenvatting Vergelijkend en Internationaal Privaatrecht: Schema's week 1 t/m 6

 46 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Dit bestand bevat alle belangrijke schema's, stappenplannen en opsommingen van week 1 t/m 6 van het vak Vergelijkend en Internationaal privaatrecht. Er wordt ook verwezen naar belangrijke jurisprudentie.

Preview 2 out of 6  pages

  • March 16, 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Civil Law Common Law
1) Wortels in ius commune 1) Wortels in ‘custum of the courts’
 Uitlegging van het Romeinse recht door professor  Ander soort gemeenschap: manier waarop
 Wet centraal vaste rechters in Engeland op een vaste manier
steeds dezelfde zaken afdoen
 Precedent/jurisprudentie centraal
2) Gecodificeerd recht (wetboek) 2) Jurisprudentieel recht
3) Onderscheid publiekrecht en privaatrecht 3) Eenheid van recht voor staat en burger
4) Rechtsvinding vanuit abstract geformuleerde regels, 4) Rechtsvinding vanuit feitenpatroon,
systeem gevalsvergelijking
 Analogie regels  Analogie vergelijkbare gevallen
5) Hoogleraar als orakel (autoriteit) 5) Rechter als orakel (autoriteit)
 Vroeger & nu: studeren aan uni vereist  Vroeger: intern meelopen bij gerecht (geen
hoogleraar)
6) Subjectieve recht staat voorop 6) Rechtsmiddel staat voorop
 Je hebt een recht als eigenaar  je kan naar de  Je hebt alleen een materieel recht als de
rechter gaan om een revindicatie in te stellen rechtsorde jouw dat geeft. Je kan niet zeggen
 Rights precede remedies dat je eigenaar bent totdat de rechter heeft
beslist dat het jouw eigendom is en dat wil..
 Remedies precede rights
7) Romano-canonieke procedure 7) ‘Adversarial trial’
 Procedure, ‘proces’  ‘Single day event’
 Waarheidsvinding  Scheidsrechter tussen partijen
 Schriftelijkheid  Mondelinge concentratie
 Regel leidt naar feitelijke vraag  Feitenpatronen leiden tot regel
 Rechter controleert getuigen  Partijen controleren getuigen
 Latijns notariaat  ‘Notary public’


Overeenkomsten Romeinse recht en Common Law Rechtsbronnen
1. Regels uit feitenpatronen Ius Commune
2. Actiënrecht 1. Primair: lokale gewoonterecht
2. Secundair: Romeins recht aangevuld met
3. Duale structuur civiele procedure
commentaren van juristen
 Fase 1: Fase in iure/juridische fase  procesformulier:
Reductie van juridische vraag tot feitelijk probleem (leek Common law
heeft weet van feiten, niet van recht) 1. Primair: rechtersrecht (eigen oordeel -
o Romeins: preator dissenting opinion?  predictive justice)
2. Secundair: equity
o CL: lord chancellor
 Hoger beroep niet mogelijk: feiten zijn voor
 Fase 2: Fase apud iudicem/feitelijke fase fase rechter elke jury hetzelfde. Rechter spreekt recht op
o Romeins: lekenrechter eigen autoriteit. Heel soms zaak opnieuw
o CL: jury (=leek) bekijken
 Presumption against alteration: In twijfel
 Verschil: Leiding van het feitenproces
gevallen  neem aan dat common law niet
 Overeenkomst: eerst een juridische fase met mensen die veranderd is, tenzij expliciet vermeld.
verstand hebben van het recht. De casus wordt hapklaar
gemaakt voor de leek. Juridische vraag wordt in fase 1 Civil law
omgezet naar feitenvraag 1. Primaire rechtsbron: de wet
4. Veroordelingen op geld De rechter als spreekbuis van de wet =
kleurloos (Montesquieu)
5. Magistratenrecht als rechtsbron  Hoger beroep mogelijk: ambtenaren kunnen
 Bron van praetor: edict van praetor fouten maken  controle functie
 Lord of Chancellor: maxims of Equity = billijkheid

, W2: Remedies bij non-conformiteit W3: Remedies non-conformiteit
CIVIL LAW COMMON LAW
- Consensuele overeenkomst corresponderende Ontevreden koper  3 opties
wilsverklaring + vertouwensleer 1. Mistake = oneigenlijke dwaling
- Contract strekt tot wet + toetsing goeder trouw Er is geen contract  restitutie
Ontevreden koper 2. Voorcontractuele fase: (mis) representations
a. “Er is geen contract” Uiting staat niet in het contract! (Dan naar 3)
• Geen contract → ongedaan making a. Fraudulent = opzettelijk onwaar  schadevergoeding
b. “Dit was niet de afspraak” van ‘all loss’ op grond van OD
• Wanprestatie → schadevergoeding b. Innocent = onschuldig onwaar  ontbinden mits
c. “Als ik dát had geweten…” mogelijk om schade te vergoeden door getroffen
• Verborgen gebrek → ontbinding of prijsvermindering zaak in oorspronkelijke vorm terug te geven. Soms
d. “Dit is niet eerlijk” ruimte voor vergoeding noodzakelijke kosten
• Onrechtvaardige prijs → prijsvermindering c. Negligent = onzorgvuldig onwaar 
schadevergoeding op grond van zorgvuldigheidsnorm
Regeling van de wanprestatie: Artikel 6:74 BW bepaalt dat Bewijslast: verkoper moet bewijzen dat hij meenden of
de partij die tekortschiet in de nakoming van een mocht menen dat hij de waarheid sprak
verbintenis verplicht is de schade te vergoeden die hierdoor Schadevergoeding als je niet slaagt in het bewijs dan
ontstaat. De tekortkoming moet wel toerekenbaar zijn. hang je voor het hele schadebedrag. Rechter kan
Vereisten: ontbinding vorderen
1. Schade Misrepresentation Act 1967
2. Causaal verband schade en wanprestatie
3. Kwader trouw: Rechtstreeks gevolg wanprestatie  3. Contractuele fase: breach of contract
bewijs weten of behoren te weten a. Warranty?: secundaire contractsbepaling 
 Schadevergoeding schending? Schadevergoeding
! Lange termijn 30 jaar b. Conditions?: centraal begrip in contract

Regeling van de verborgen gebreken: = magistratenrecht. Kijk naar:
Daardoor kan goed toegezien worden of restitutie gedaan  Express terms: in contract. Warranty’s of conditions
wordt. Op grond van de wet is de verkoper aansprakelijk  Implied terms: staan niet in het contract
voor verborgen gebreken indien de afgeleverde zaak niet o by custom: uit standaard uitspraken, overbekend
aan de verwachting van de koper voldoet. o by courts
Vereisten:  Business efficacy test
1. Verborgen gebrek  Officous bystander test
a) Al aanwezig bij verkoop o by legislation
b) Niet bekend / had niet bekend horen te zijn  Sale of Goods Act (S14 belangrijkst!)
2. Verborgen gebrek onbekend aan verkoper (weten of a. Breach of conditions - S11, S35 en S15A
b. Implied terms – S12-15
behoren te weten is onbelangrijk)
c. Professionele verkoper – S14
3. Verborgen gebrek onbekend aan koper
Express terms gaan vóór op implied terms, maar niet alle
 Ontbinding of prijsvermindering
implied terms mogen terzijde geschoven worden.
= Speciale regeling van wanprestatie voor gevallen
Bijvoorbeeld in Sales of Goods Act waarin veel bepalingen
die om verborgen gebreken gaan, die geldt als lex
zitten van consumentenbescherming. Die mogen niet terzijde
specialis en heeft derogerende werking  gaat
worden geschoven.
voor op regeling van wanprestatie
! Korte termijn om te klagen. Bij ontdekking begint termijn
te lopen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adrankier. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.02  8x  sold
  • (0)
Add to cart
Added