Deze samenvatting bestaat bij Nederlands uit 36 pagina's. Er staan veel aantekeningen in die we vanuit Avans hebben gekregen. Ook staan er handige tabellen in om je samenvatting beter te begrijpen en te kunnen leren. De begrippen zijn dik gedrukt en hebben een korte uitleg er bij staan. Ook staan e...
Kennistoets 2: Nederlands
1.2 Visies
De leertheorieën hebben het onderwijs bepaald. Tegenwoordig is het constructivisme erg
bekend bij het taalonderwijs.
Constructivisme: stelt de interactie tussen de lerende en de leeromgeving centraal: leren is
een actief proces van kennisverwerving, waarbij de kennis ontstaat in interactie met
anderen.
Ook maatschappelijke theorieën zijn van invloed op het taalonderwijs: communicatie en
expressie, leefwereld en het milieu van kinderen spelen een belangrijke rol in het onderwijs.
Ook is er aandacht voor technologische ontwikkelingen. Informatie is er altijd en overal
beschikbaar.
Vaardigheden voor in het onderwijs: creativiteit, kritisch denken,
probleemoplossingsvaardigheden, communiceren, samenwerken, digitale geletterdheid,
sociale en culturele vaardigheden en zelfregulering.
Digitale geletterdheid: een combinatie van ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden
en mediawijsheid.
1.2.2 Visies op taalonderwijs
Er bestaan acht visies op het taalonderwijs:
1. Traditioneel taalonderwijs
2. Thematisch- cursorisch taalonderwijs
3. Taal bij alle vakken
4. Communicatief taalonderwijs
5. Whole-language benadering
6. Strategisch taalonderwijs
7. Taakgericht taalonderwijs
8. Interactief taalonderwijs
Traditioneel taalonderwijs
Taal is een belangrijke drager van onze cultuur. Taal bestaat uit een aantal deelvaardigheden
die in het onderwijs geïsoleerd aangeleerd worden. In het traditionele taalonderwijs ligt de
nadruk op schriftelijke vaardigheden, en daarbinnen op vormaspecten.
Grammatica is belangrijk, want een goede beheersing leidt tot een betere taalbeheersing.
Bij schrijven is vooral spelling belangrijk. Leerlingen leren systematisch de schrijfwijze van de
woorden.
Bij lezen ligt de nadruk op technisch lezen: leestechniek, leesbegrip en leesbeleving worden
precies uit elkaar gehouden.
In het rooster staan er aparte lessen voor technisch lezen, begrijpend lezen en vrij lezen. Er is
weinig aandacht voor spreken en luisteren. De leerkracht is overdrager van de leerstof.
Voordeel:
1. Het is overzichtelijk: verdeeld in deelaspecten die los van elkaar zijn te bekijken en te
analyseren.
Nadeel:
, 1. De aandacht voor de verschillende domeinen van het taalonderwijs is niet in
evenwicht.
2. Het accent ligt op gemakkelijk meetbare aspecten van taal, zoals technisch lezen en
spelling.
3. Andere aspecten, zoals schrijven en mondelinge taalvaardigheden komen minder
voor.
4. Voor de leerlingen is het niet betekenisvol.
5. Weinig scholen doen deze visie aanhouden.
Thematisch- cursorisch taalonderwijs
Leerlingen leren vooral taal door taal te gebruiken in zinvolle gebruikssituaties. Leerlingen
werken voornamelijk met thema’s. Presentatie maken en poster maken.
De leerkracht is vooral begeleider.
Ook zijn er cursorische activiteiten: leerlingen leren vakonderdelen, ze horen niet bij het
thema. Zoals technisch lezen, spelling en grammatica.
De leerkracht doet bij deze activiteiten het onderwijsproces sturen.
Cursorische elementen: horen wel bij het thema, zoals iemand interviewen.
Voordeel:
1. Leerlingen werken in thema’s, waarin ze activiteiten doen die ze zelf zinvol vinden.
Nadelen:
1. Het kost veel tijd, waardoor het moeilijk is een balans te vinden tussen thematisch en
cursorisch werken.
2. Het is voor de leerkracht lastig om er greep op te krijgen, op degene wat de
leerlingen geleerd hebben.
De visie wordt opgepakt door taalmethoden en de hoofdkenmerken zijn nog steeds terug te
vinden in veel moderne taalmethodes.
Taal bij alle vakken
Taal is meer dan alleen leren, je kunt namelijk door taal leren. Taal gebruik je voor het leren
van nieuwe inhouden en voor het verkrijgen van nieuwe inzichten. Om taal voor dat doel zo
goed mogelijk in te zetten, is de leerkracht sterk gericht op de interactie in de groep. De
bedoeling is dat leerlingen in de gelegenheid te stellen om te leren in klassikaal verband of in
kleine groepjes. De leerkracht geeft handige uitleg en goed omschreven taaltaken om het
proces van de leerlingen te ontwikkelen.
Voordeel:
1. Leerlingen gebruiken taal die voor hen betekenisvol is, maar ook transferproblemen
worden voorkomen.
2. Strategieën die aangeleerd worden bij begrijpend lezen zijn geen doel opzich, maar
een middel dat bij andere vakken kan worden ingezet.
Nadeel:
1. Sommige taalonderdelen komen niet goed aanbod, omdat deze beter systematisch
aangeleerd kunnen worden. Zoals spelling.
,Deze visie is nog erg populair bij het basisonderwijs. Er zijn ook initiatieven zoals Stichting
Kansrijke Taal. Dit vervangt de taalmethode.
In het voortgezet onderwijs heeft deze visie vooral de naam: taakgericht onderwijs. Leraren
gaan met drie pijlen om: context rijk leren, in interactie en taalsteun.
Communicatief taalonderwijs
Leerlingen leren goed mondeling en schriftelijk te communiceren. De aandacht gaat minder
uit naar de correctheid van taalgebruik en meer naar het tot stand komen van de
communicatie en het overbrengen van de bedoeling van de spreker/schrijver.
Het accent ligt op leren spreken, luisteren, schrijven en lezen vanuit de gedachte: zender(s)
boodschap ontvangers.
Leerkrachten die vanuit deze visie werken, creëren reële communicatieve situaties zoals
buiten school.
Voordeel:
1. Leren raken gemotiveerd door de gekozen situaties.
Nadeel:
1. Wanneer het door een leraar wordt gekozen, kan het minder gemotiveerd worden.
2. Niet alles kan in een reële communicatieve situatie worden aangeboden, onderwijs in
deelgebieden zoals spelling zal handig zijn.
Whole- languagebenadering
Voor leerlingen is het onnatuurlijk om taal te delen in kleinere eenheden (domeinen) die
apart aangeleerd worden. Dit komt oorspronkelijk uit Amerikaanse visie, maar Stichting
Taalvorming heeft dit overgenomen.
Leerlingen hebben wat te vertellen en dan kijken ze hoe dat zowel mondeling als schriftelijk
kan doen. Uitgangspunt: alle leerlingen hebben wat te vertellen. Ook leerlingen die lijken
niks mee te maken. De keuze van de onderwerpen is daarom van groot belang en dat ieder
kind kan meepraten.
Kinderen leren hierdoor taal, door taal te gebruiken. Uitgangspunt: de eigen ervaringen van
het kind, voor het gesprek. In plaats van de lesstof. Dit kan op verschillende manieren
worden gedaan, zoals vanuit een boek te praten of de leerkracht een voorbeeld te noemen.
Het wordt in de kring of in tweetallen gedaan.
Hiervan worden teksten geschreven, wat daarna in kleine groepjes wordt besproken. Alle
taalvaardigheden komen aan bod: praten, luisteren, schrijven en lezen.
De leerkracht kijkt naar inhoud en vorm: betekenis, boodschap van de schrijver, opbouw,
structuur en woordgebruik.
Strategisch taalonderwijs
Leerlingen voeren communicatieve taken uit, waarin ze leren strategieën te beheersen. In
het taalonderwijs worden de belangrijkste strategieën uitgelegd, gedefinieerd en
aangeleerd. Bij begrijpend lezen halen de leerlingen de hoofdgedachte eruit. Leerlingen
krijgen procedures aangereikt, zoals een stappenplan. Om vervolgens uit te voeren.
Voordeel:
1. Leerlingen krijgen de beschikking over een middel om greep op taal te krijgen.
, Nadeel:
1. De leerkracht gebruikt de procedures te vaak of gebruikt telkens hetzelfde
stappenplan, hierdoor gaan de leerlingen het snel vervelend vinden.
2. Strategieën worden dan een doel op zich in plaats van een middel om de tekst te
begrijpen of een tekst te schrijven.
Het is een populaire visie.
Taakgericht taalonderwijs
Gaat uit van het idee dat leerlingen niet alleen een taal leren om er taken mee uit te voeren,
maar dat ze taal leren juist door zulke taken uit te voeren.
Onderwijs vindt plaats vanuit taken die leerlingen zelf inhoudelijk interessant vinden. Hierin
bevindt zich voornamelijk inhoud, maar om dit uit te voeren zit er een taak in.
De inhoud zijn vooral zaakvakken.
Er is een kloof: tussen wat de leerlingen aan taalvaardigheid bezitten en wat ze nodig
hebben om de taak tot een goed einde te kunnen brengen. Leerlingen moeten
gemotiveerd zijn om die kloof te overbruggen en taalvaardiger te worden.
Als leerlingen zelf iets ontdekken, dan blijft het hangen en leidt dit tot fundamenteel leren.
Voordeel:
1. Leren raken gemotiveerd door de gekozen situaties.
2. Leerlingen gebruiken taal die voor hen betekenisvol is, maar ook transferproblemen
worden voorkomen.
3. Strategieën die aangeleerd worden bij begrijpend lezen zijn geen doel opzich, maar
een middel dat bij andere vakken kan worden ingezet.
Nadeel:
3. Wanneer het door een leraar wordt gekozen, kan het minder gemotiveerd worden.
4. Niet alles kan in een reële communicatieve situatie worden aangeboden, onderwijs in
deelgebieden zoals spelling zal handig zijn.
5. Sommige taalonderdelen komen niet goed aanbod, omdat deze beter systematisch
aangeleerd kunnen worden. Zoals spelling.
Interactief taalonderwijs
Interactief taalonderwijs gaat ervan uit dat leerlingen taal het best leren in een krachtige
leeromgeving waarbij rekening gehouden wordt met hun individuele verschillen en
behoeften. Bij deze vorm van taalonderwijs staan betrokkenheid en activiteit centraal.
Interactief onderwijs bestaat uit drie manieren van leren: betekenisvol leren, sociaal leren en
strategisch leren. Komt vanuit het Expertisecentrum Nederlands.
Interactief taalonderwijs heeft drie pijlers:
Betekenisvol leren: kinderen leren het best in contexten die voor hen belangrijk zijn:
rijk, uitdagend, motiverend, herkenbaar en functioneel.
Het is een actief proces, waarin kinderen hun kennis van de taal en van de wereld
voortdurend opnieuw organiseren op basis van taalaanbod, ruimte om te
experimenteren en de feedback van de omgeving.
Sociaal leren: leerlingen leren in samenspraak en samenwerking met anderen. Ze
kijken naar het voorbeeldgedrag van volwassenen en voeren hier gesprekken mee.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinebaijens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.