Paragraaf 2
Het Nederlandse strafrecht kan worden onderverdeeld in materieel en formeel strafrecht:
Materieel strafrecht; ziet met name op de vraag welke menselijke gedragingen
strafbaar zijn en welke sancties op het plegen van een bepaald strafbaar gesteld
gedrag dienen te volgen.
Formeel strafrecht (strafprocesrecht); bevat voorschriften die omschrijven hoe de
strafrechtelijke procedure dient plaats te vinden.
Het materiele strafrecht regelt dus welk gedrag strafbaar is, terwijl het formele strafrecht
regelt hoe de strafprocedure wordt gevoerd.
De belangrijkste bronnen voor het materiële en formele strafrecht zijn het Wetboek van
Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering:
Wetboek van Strafrecht; hier treffen we voornamelijk materiële bepalingen aan (wat
is strafbaar en welke sancties kunnen worden opgelegd).
Wetboek van Strafvordering; dit wetboek bevat bepalingen van formeel
strafrechtelijke aard (het strafprocesrecht).
Het algemene straf- en strafprocesrecht
Commuun strafrecht.
Bijzonder strafrecht
Paragraaf 3
Het strafrecht houdt zich uitsluitend bezig met handhaving. Deze handhaving is gericht op
het afdwingen van normconform gedrag. Het strafrecht is niet normstellend, maar
sanctioneert enkel gedrag dat in strijd is met bepaalde rechtsnormen. Het strafrecht wijst
slechts het gedrag aan dat strafbaar is.
In onze maatschappij bestaan er allerlei soorten normen. Dergelijke normen zeggen iets over
ons gedrag; daarom omschrijven wij ze ook wel als gedragsnormen. De ene gedragsnorm is
dwingender dan de andere.
Niet elke gedragsnorm is een in het recht geregelde norm. De ene gedragsnorm wordt wel
opgeschreven, de andere niet. Door een gedragsnorm op te schrijven wordt zij een
rechtsnorm.
Slechts gedragingen die in strijd zijn met rechtsnormen kunnen in beginsel tot strafbaar feit
verworden. Het gaat dan om het bestraffen van gedrag dat niet in overeenstemming is met
de geldende rechtsnorm.
Overtreding van rechtsnormen verworden tot strafbare feiten doordat ze worden
opgeschreven in het Wetboek van Strafrecht of worden opgenomen in een strafbepaling in
andere wetgeving en doordat wij negatieve consequenties verbinden aan de schending van
die rechtsnormen.
Schending rechtsnorm + geschreven reactie in het Wetboek van Strafrecht of in andere
bepaling = strafbaar feit.
,Een strafbaar feit is daarmee de opgeschreven negatieve reactie (met inbegrip van de
mogelijke gevolgen) van de schending van een rechtsnorm.
Strafrecht betreft dus het opzettelijk leed toebrengen aan een ander door middel van straf,
indien deze persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Voorkomen moet
worden dat de samenleving zich dan zelf schuldig maakt aan een strafbaar feit. Over de
rechtvaardiging, of met een mooi woord: de legitimering, van het toevoegen van leed aan
anderen bestaan verschillende theorieën.
Strafrechtstheorieën:
De vergeldingstheorie;
Gaat uit van de gedachte dat de overheid wraak moet nemen op degene die onrecht
pleegde. Het steunt op de gedachte dat door een strafbaar feit een inbreuk wordt
gemaakt op de zogenoemde ‘wereldlijke juridische orde’; de inbreuk wordt hersteld
doordat dezelfde straf wordt opgelegd als de strafbare handeling oorspronkelijk
inhield. De theorie staat direct in verbinding met de ‘oog om oog, tand om tand’-
gedachte: wie onrecht is aangedaan, mag dit zelf vergelden, en wel met precies
hetzelfde onrecht. Wanneer iemands lijf en/of goederen worden aangetast, mag de
samenleving oftewel de Staat namens het slachtoffer wraakhandelingen uitvoeren
jegens degene die de aantasting heeft veroorzaakt. Het is een absolute
strafrechtstheorie. De absolute strafrechtstheorie houdt in dat de straf zijn
grondslacht vindt in het misdrijf (het onrecht moet worden hersteld).
De preventietheorie;
Het strafrecht gaat ook van een zeker preventie werking uit en vindt de straf
rechtvaardiging in dit preventie doel. De gedachte is dus dat met het straffen van
personen wordt voorkomen dat anderen strafbare feiten zullen plegen. De
preventietheorie is een relatieve strafrechtstheorie. Met relatieve strafrechtstheorie
wordt bedoeld dat de straf een bepaald doel beoogt in plaats van enkel vergelding.
Deze theorie kan worden onderverdeeld in generale preventie en speciale preventie.
Generale preventie;
De aanhangers van deze theorie willen dat anderen dan de misdadiger zien wat er
gebeurt als je een strafbaar feit pleegt. Wanneer een misdadiger wordt gestraft en
andere personen dat zien, dan schikken ze daarvan. Ze leren als het ware van het feit
dat iemand anders wordt gestraft en vertonen niet langer dergelijk gedrag.
Speciale preventie;
De aanhangers van deze theorie beogen met het opleggen van een straf de
misdadiger zelf ervan te weerhouden in de toekomst misdaden te gaan plegen. Na
een opgelegde straf trekt een persoon lering uit zijn gedrag en wil hij niet nog een
keer een misdaad plegen. Het strafrecht moet de misdadiger van het plegen van
nieuwe strafbare feiten afhouden: de absolute preventiegedachte. Met name de
taakstraf (de werkstraf en de leerstraf) is gebaseerd op deze gedachte.
Het strafrecht werkt bij speciale preventie op drie wijzen:
1. Afschrikking voor de dader
2. Verbetering in het gedrag van de dader
3. De samenleving gaat erop vooruit nu de dader tijdelijk uit de samenleving is
verwijderd.
, Deze theorie gaat ervan uit dat de straf afschrikkend werkt op de dader in het
bijzonder. Dat is de centrale overweging van de speciale preventie gedachte: de
dader wil door strafoplegging voortaan in een gelijk geval niet meer handelen zoals
hij eerst deed.
Het geweldsmonopolie ligt bij de overheid. Alleen zij mag geweld op burgers uitoefenen. Zo
voorkom je ongecontroleerde wraak en wordt de kans dat het proces op eerlijke wijze loopt
vergroot.
Het strafrecht is dus gericht op handhaving door middel van leedtoevoeging (straffen). Een
belangrijk uitganspunt in de Nederlandse rechtsorde is het zogenoemde ultimum remedium-
beginsel. ‘Ultimum remedium’ is Latijn voor laatste oplossing. Het strafrecht bestaat vanuit
de gedachte dat het pas moet worden toegepast als er geen redelijke alternatieve oplossing
kunnen worden toegepast.
In Nederland kennen wij het principe dat de overheid, voordat zij het strafrecht toepast,
verplicht is om te proberen andere middelen in te zetten tegen de burger. Daarbij dient men
zich steeds af te vragen: dienst een bepaalde vorm van onrecht op strafrechtelijke wijze te
worden afgehandeld, omdat het handelen naar zijn aard als typisch misdadig of crimineel
moet worden beoordeeld?
Daarbij moet men de grens tussen de handelingen die als dan niet strafrechtelijk moeten
worden afgedaan constant in de gaten houden.
Als het hoofddoel van het strafrecht is gelegen in het sanctioneren van niet normconform
gedrag, dan hebben wij er als burgers groot belang bij om vooraf te weten welke
gedragingen strafbaar zij en wat de eventuele op te leggen straf is.
De overheid krijgt in het strafrecht gelegitimeerd de mogelijkheid om een burger te straffen.
Omdat het strafrecht zo diep kan ingrijpen op het leven van de burger, moet het streng aan
geschreven wetten zijn gebonden.
Een van de belangrijkste uitgangspunten van het strafrecht is dan ook dat burgers slechts in
overeenstemming met neergeschreven (gecodificeerde) wetten kunnen worden gestraft. We
noemen dit het legaliteitsbeginsel.
Het legaliteitsbeginsel heeft vijf nadere betekenissen:
1. Geen strafbaar feit zonder wet;
Slechts gedragingen die wettelijk strafbaar zijn gesteld, kunnen door de rechter
worden bestraft.
2. Geen straf zonder wet;
Een burger mag niet worden veroordeeld wanneer zijn gedrag niet onder een
bepaalde wettelijke strafbepaling valt. Ook houdt dit beginsel in dat de rechter alleen
maar die sancties mag opleggen die de wet aan het strafbare feit verbindt.
3. Geen terugwerkende kracht;
Gedragingen kunnen een burger nooit met terugwerkende kracht strafrechtelijk
worden verweten. Een burger kan slechts worden veroordeeld voor een handeling
die in strijd is met een wet die op dat moment als in werking is getreden.
4. Geen analogische redeneringen;
, Omdat we in Nederland behoefte hebben aan grote rechtszekerheid, moet duidelijk
zijn welke gedragingen strafbaar zijn en wat de gedragingen precies inhouden.
Wanneer een bepaalde gedraging niet onder een wettelijke strafbepaling valt, is het
niet toegestaan een wettelijke strafbepaling naar analogie toe te passen. Daarmee
wordt bedoeld dat als de gedragingen zelf niet uitdrukkelijk wordt gesanctioneerd in
een wettelijke bepaling, we de gedragingen niet ‘creatief’ in deze bepaling mogen
inlezen omdat ze er veel op lijkt. Deze waarborg, dat de overheid slechts die
gedragingen kan bestraffen die letterlijk in de wet staan, maakt dat de burger weet
welk gedrag wel en welk gedrag niet wordt gecontroleerd.
5. Wetten moeten duidelijk genoeg zijn (lex certa);
Als een bepaalde gedraging schriftelijk in de wet strafbaar is gesteld, dan moet zij ook
duidelijk genoeg worden omschreven. Omgekeerd betekent dit dat een wettelijke
strafbepaling niet te algemeen of te vaag mag worden omschreven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller safaakyvonnnnn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.70. You're not tied to anything after your purchase.