Hierbij bied ik mijn antwoorden van fiscaal aan.
Bij aankoop van mijn document, ontvangt u alle antwoorden uitleg van het gehele fiscaal boek (MBO niveau 4).
Voor het eindexamen heb ik een 9 behaald.
Kijk ook naar mijn andere document van fiscaal. Daarin ontvangt u een complete samenvatting ...
1) L. Uiten (55 jaar) uit Bergeijk woont zelfstandig, heeft geen partner, in een huurhuis. Hij heeft een
belastbaar inkomen in box 1 van €57.000 (€47.000 uit tegenwoordige tijd en de rest €10.000 uit
vroegere arbeid). En hij heeft een belast vermogen in box 3 van €15.000. Hij heeft recht op de
algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Hij heeft aan loonheffing al €20.000 betaald.
a. Hoeveel inkomstenbelasting is hij over zijn inkomen verschuldigd? – Voor BOX 1 gebruik je het
schijventarief.
1ste schijf: €19.645 - €0 = €19.645 : 100 x 36.25% = €7.121
2de schijf: €33.363 - €19.645 = €13.718 : 100 x 42% = €5.761
3de schijf: €56.531 - €33.363 = €23.168 : 100 x 42% = €9.730
4de schijf: €57.000 - €56.531 = 469 : 100 x 52% = €243
Totale belasting box 1= €7.121 + €5.761 + €9.730 + €243 = €22.855
En dan bereken je BOX 3.
Hiervoor gebruik je 2 belangrijke cijfers. 4% rendementsgrondslag en 30% belasting.
€15.000 : 100 x 4% = €600 : 100 x 30% = €180 belasting in box 3
Dus in principe is hij totaal €22.855 + €180 = €23.035 aan inkomstenbelasting schuldig.
b. Bereken hoeveel belasting hij moet bijbetalen of terugkrijgt. – Hierbij gebruik je het totaal
verschuldigde bedrag aan inkomstenbelasting en haal je daarvan de heffingskortingen ervan af. En in
dit geval ook het bedrag dat hij al aan loonheffing heeft betaald.
€22.8555 Algemene heffingskorting:
+ Formule= €2.103 – 2% van: €57.000- €19654
€180 Uitwerking= 57.000- €19654 = €37.346 :100 x 2%
= €23.036 totaal aan inkomstenbelasting. = €746.92
- €1.356 (algemene heffingskorting) €2.103 – €746.92 =€1.356
- €1.846 (arbeidskorting)
= Arbeidskorting:
€19.834 Verschuldigd bedrag aan loonheffing Formule= €2.097 – 4% van €47.000 - €40.721
- €20.000 Het al betaalde bedrag aan loonheffing (alleen het bedrag van tegenwoordige tijd)
= €166 Krijgt hij terug Uitwerking: €47.000 - €40.721 = €6.279 : 100 x
4%= €251.16
€2.097 - €251.16 = €1.846
2) Hermien van Eeden woont alleen in een huurhuis. Ze heeft een dochter van 2 jaar. Hermien heeft
een belastbaar inkomen in box 1 van €55.000, geheel uit tegenwoordige tijd.
a. Op welke heffingskortingen heeft ze recht? – (zie blz. 2 + 3)
- Algemene heffingskorting
- Arbeidskorting
- Alleenstaande ouderenkorting
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting
1
, 3) Sjors Legers heeft in het afgelopen jaar de volgende baantjes en uitkeringen gehad:
- Van 1-1 tot 30-4 werkte hij als ober in een restaurant. Volgens zijn jaaropgave verdiende hij hier
€4.000 en werd er €1.100 loonheffing ingehouden. De enkele reisafstand van huis naar zijn werk is
32 km (4km met de fiets naar het station en 28 km met het openbaar vervoer). Sjors heeft een
openbaar-vervoersverklaring. Hij werkte 3 dagen per week en ontving dit jaar €80
reiskostenvergoeding van zijn baas.
- Daarnaast kreeg hij nog €300 uit de fooienpot.
- Van 1-5 tot en met 30-6 was hij werkloos en ontving hij een WW-uitkering van €1.200. Hierop werd
€400 loonheffing ingehouden.
- Vanaf 1-7 werkte hij de rest van het jaar als vertegenwoordiger bij Philips. Hij verdiende bij Philips
€22.000 (dit is inclusief de bijtelling van de lease-auto) en er werd een inhouding voor loonheffing
gedaan van €6.000.
- Van Philips kreeg hij een lease-auto ter beschikking. Hiermee rees hij volgens zijn
kilometeradministratie 300 km privé en zijn zoon 400 km. De auto heeft een bijtellingspercentage
van 20%. De koopprijs van de auto is €28.000 en de cataloguswaarde €30.000.
a. Bereken het belastbaar inkomen uit tegenwoordige tijd voor Sjors (van restaurant en Philips). -
€4.000 + €300 + €22.000 = €26.300
b. Bereken het belastbaar inkomen uit vroegere arbeid voor Sjors. – Dat is de WW-uitkering van
€1.200
c. Bereken het reisaftrek waar Sjors recht op heeft. – Dat is alleen de 28 km die hij met her openbaar
vervoer heeft gereisd. (kijk blz 6). 28 km heeft recht op een reiskostenaftrek van €974 op jaarbasis.
Maar hij werkt maar 3 dagen per week (dus ¾ deel van €974). 974 : 4 x 3 = €730.50 per jaarbasis. En
hij heeft maar 4 maanden gewerkt, dus €730.50 : 12 x 4 = €243.50 - €80 bijdrage werkgever = €164
d. Bereken het totale belastbare jaarinkomen van Sjors.- €26.300 + €1.200 - €164 = €27.336
e. Bereken hoeveel Philips als bijtelling hanteerde voor de lease-auto. – Hierbij gebruik je altijd de
cataloguswaarde. Let wel op het aantal maanden dat hij de auto in bezit had, nu is het van 1-7 tot
aan het eind van het jaar, dat is 6 maanden in totaal. Dus:
€30.000 : 100 x 20% = €6.000 : 12 x 6 = €3.000
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudyingStudents. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.