Samenvatting Generieke Module Intensief (GMI), vooropleiding van bijna alle verpleegkundige vervolgopleidingen aan de Radboud Health Academy (RHA).
- De samenvatting bevat alle onderwerpen/leerdoelen van de toetsregeling (zie 1e pagina voor thema's).
- De blauw gemarkeerde onderwerpen komen terug...
Generieke Module Intensief (GMI)
Inhoud thema’s GMI
Thema A - Introductie
A1 - Kennismaking met studiegenoten
A2 - Transferopdracht: bespreking zorgsituatie
A3 - Verpleegkundig leiderschap en Evidence Based Practice
A4 - Uitleg praktijkleren, toetsing en E-portfolio
A5 - Klinisch redeneren
Thema B - Respiratie
B1 - Fysiologie en pathologie van de respiratie
B2 - Verpleegkundige observaties en zorg bij patiënten met een respiratoir probleem
B3 - Zuurbase-evenwicht en bloedgassen
Thema C - Circulatie
C1 - Fysiologie en pathologie van de circulatie
C2 - Observatie en bewaking circulatie
C3 - Basis cardiologie
Thema E - Neurologie en gedrag
E1 - Observatie neurologische sturingsmechanismen
E2 - De delirante patiënt
E3 - Gedragsproblematiek
Thema F - Milieu interne
F1 - Water- en zouthuishouding
F2 - Nefrologie
F3 - Stolling en stollingsstoornissen
F4 - Diabetes
Thema G - Ondersteuning vakinhoudelijk handelen
G1 - De oudere patiënt
G2 - Infectiologie en infectiepreventie
G3 - Bloedproducten
G4 - Farmacologie
G5 - Kunstmatige voeding
G6 - Casuïstiek redeneren
, Generieke Module Intensief (GMI)
Thema B - Respiratie
De volgende onderwerpen komen aan bod:
B1 - Fysiologie en pathologie van de respiratie
B2 - Verpleegkundige observaties en zorg bij patiënten met een respiratoir probleem
B3 - Zuur-base-evenwicht en bloedgassen
B1 - Fysiologie en pathologie van de respiratie
Doelstelling → De student heeft kennis van en inzicht in:
- fysiologie van de respiratie (compliance, dode ruimteventilatie, shunting, diffusie, WOB);
- de pathofysiologie van het respiratoire systeem (respiratoire insufficientie type I & II, lage
luchtwegaandoeningen, intrapulmonale aandoeningen, ventilatoire insufficientie).
Anatomie ademhalingsstelsel
De tractus respiratorius bestaat uit:
- Hoge luchtwegen → transport van lucht:
• Nasopharynx = neusholte
o Functie: bevochtigen/
verwarmen/filteren van
inademingslucht.
• Oropharynx = keelholte
• Larynx = strottenhoofd
o Hyoid (tongbeen)
o Epiglottis
o Thyroïd
o Cricoïd
• Trachea = luchtpijp
o Stembanden
o Kraakbeenringen
- Lage luchtwegen → gaswisseling O 2-opname en CO 2-afgifte:
• Carina
• Bronchi (hoofdbronchus → secundaire bronchus → tertiaire bronchus).
• Bronchioli (→ terminale bronchiolus).
o Vanaf trachea tot aan alveoli neemt totale luchtwegdiameter toe, terwijl
luchtstroomsnelheid (en luchtwegweerstand) afneemt.
• Alveoli = longblaasjes → hier vindt gaswisseling plaats.
o Longtrechtertje
o Pulmonaal arterie (zuurstofarm!) en vene (zuurstofrijk!).
o Capillairen
o Alveolaire zakje
• Longkwabben
o Rechterlong: 3 kwabben.
o Linkerlong: 2 kwabben.
- Pleura en mediastinum
• Pleura pariëtalis = buitenste longvlies, ligt tegen binnenkant thorax.
• Pleura visceralis = binnenste vlies, vergroeit met longen
• Pleuraholte = ruimte tussen vliezen.
• Mediastinum = ruimte achter borstbeen, tussen longen.
- Diafragma = middenrif.
• Koepelvormige spierplaat die borstholte scheidt van buikholte, in rust bol.
o Hier doorheen gaan: aorta, vena cava en oesophagus.
• Wordt geïnnerveerd door n. phrenicus + minimaal door n. intercostales.
, Generieke Module Intensief (GMI)
Fysiologie van de respiratie
Respiratie = ademhaling = ritmisch proces die noodzakelijk is
voor gaswisseling tussen cel en buitenlucht. Bestaat uit:
- Ventilatie: proces in longen waarbij circulerend bloed
wordt ontdaan van CO2 (van capillairen naar alveoli).
- Oxygenatie: proces in longen waarbij circulerend bloed (en
Hb) wordt voorzien van O2 (van alveoli naar capillairen).
Doel: opname van O2 in longen en afgifte van CO2, gasuitwisseling
met bloed, gasttransport door bloed, verbranding van voedings- ADEMPRIKKEL
stoffen onder vrijmaking van energie en verwijderen van het
daarbij vrijkomende CO2 uit het lichaam → optimale respiratie is
essentieel voor goede orgaanperfusie en weefseloxygenatie.
Er zijn 5 samenwerkende processen van belang voor een functionele ademhaling:
1. Ademprikkels
2. Ademarbeid
3. Distributie/gastransport
4. Diffusie → oxygenatie
5. Perfusie
Het uiteindelijke product van deze processen is:
- O2-opname in bloed = metabole verbruik van het lichaam.
- CO2-afvoer uit het bloed = metabole productie.
1. Ademprikkels = regulatie van de ademhaling in het CZS.
- Medulla oblongata (verlengde merg) = regelcentrum van
ademhaling in hersenstam → krijgt informatie via
chemosensoren: gevoelig voor bloedgasspanningen
(pCO2/pO2) en pH van bloed. Impulsen uit deze
sensoren leveren chemical drive:
• Centrale chemosensoren (75%):
o Locatie: vierde ventrikel in hersenstam.
o Reageren (langzaam) op verandering van pCO2
en pH van extracellulair vloeistof in medulla, die
in contact staan met hersenvocht.
▪ pCO2 ↑ (hypercapnie) / pH ↓ (acidose) → prikkeling ademcentrum → toename
ademprikkels → AHF + AMV ↑.
▪ Aanpassingsvermogen: als pH van bloed lange tijd verlaagd is of pCO2
verhoogd (bv. bij emfyseem), wordt dit als normaal geïnterpreteerd. Enige
ademprikkel die dan nog over is, is pO2 bij perifere sensoren.
• Perifere chemosensoren (25%):
o Locatie: aortaboog en linker/rechter a. carotis (= halsslagader).
o Reageren (snel) op verandering van pO2 (+ in mindere mate pCO2 en pH).
▪ pO2 ↓ (hypoxie), pCO2 ↑ (hypercapnie) of pH ↓ (acidose) → prikkeling
ademcentrum → toename ademprikkels → longventilatie ↑ (hyperventilatie) =
compensatie → pCO2 ↓ (hypocapnie) + pH ↑ (alkalose) → respiratoire alkalose.
▪ Gevoeligheid voor hypoxie komt door overgang naar anaerobe stofwisseling,
waarbij lactaat (melkzuur) vrijkomt.
o Hypoxic drive: O2-prikkel wint van andere prikkels.
▪ Actief onder bijzondere omstandigheden (bv. verblijf hoog in bergen (ijlere
lucht, minder O2) of bij ernstige ademhalingsproblemen/COPD) waarbij pO2 in
bloed gedurende langere tijd sterk kan dalen → hypoxemie → perifere
sensoren gaan AF bepalen.
- Nieren: HCO3--concentratie daling in bloed → compensatie alkalose.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanneehx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.