In dit document staan mijn aantekeningen van het eerste startcollege en alle 19 kennisclips van het vak Statistiek van de studie Bestuurskunde aan de Universiteit Leiden.
In dit document staan uitwerkingen van voorbeelden die gegeven zijn in de kennisclips met bijbehorende figuren.
STATISTICS A TOOL FOR SOCIAL RESEARCH AND DATA ANALYSIS, 5TH EDITION JOSEPH F. HEALEY CHRISTOPHER DONOGHUE STEVEN PRUS INSTRUCTOR SOLUTION MANUAL
SOLUTION MANUAL FOR STATISTICS A TOOL FOR SOCIAL RESEARCH AND DATA ANALYSIS 11TH EDITION BY JOSEPH F. HEALEYCHRISTOPHER DONOGHUE
Solution Manual for Statistics A Tool for Social Research and Data Analysis 11th Edition Joseph F. HealeyChristopher Donoghue
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Bestuurskunde
Statistiek
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
twansteneker
Reviews received
Content preview
Statistiek
Hoorcollege 1
Soorten statistiek
1. Beschrijvende statistiek: een kenmerk (‘variabele’) van een groep (‘steekproef’) van
onderzoekseenheden beschrijven.
2. Verklarende statistiek: verbanden (‘samenhang’) tussen twee of meer kenmerken van
onderzoekseenheden.
-> niet één ding, maar twee dingen gemeten: samenhang of niet? (bivariate analyse)
-> bij meer dan twee variabelen multivariate analyse (niet in dit vak)
3. Inferentiële statistiek: generaliserende uitspraken doen over populaties op basis van een
steekproef.
-> uitspraken doen die met een zekere mate van zekerheid waar zijn voor de bredere
populatie.
Kennisclip 1: Centrale tendentie
- Centrale tendentie is één van de drie aspecten van de beschrijvende statistiek.
- ‘Hoe ziet een typische observatie in de steekproef eruit?’
- Drie statistische maten voor de centrale tendentie: de modus, de mediaan en het
gemiddelde.
- Modus: meest voorkomende score (waarde) van een bepaald kenmerk (variabele) in de
steekproef.
-> er kunnen twee modi zijn.
- Mediaan: de middelste score (waarde) van een bepaald kenmerk (variabele) in de
steekproef.
-> op volgorde zetten; bij een even getal is de mediaan het gemiddelde van de twee
middelste.
- Als er een aanvullend persoon bij de steekproef komt heeft dit gevolgen voor de modus
(wellicht nog een modus), de mediaan en het gemiddelde.
- Het (rekenkundig) gemiddelde: de som van alle individuele waarden, gedeeld door het
aantal.
Meetniveaus
1. Nominaal meetniveau
-> wel te onderscheiden, niet mogelijk om te ordenen.
-> alleen de modus is te onderscheiden (welke komt het meeste voor?)
2. Ordinaal meetniveau
-> in staat om waarden te onderscheiden, maar ook in volgorde zetten.
-> bv. de Likert schaal.
-> de modus en de mediaan zijn aan te wijzen.
-> beperking: geen zekerheid dat de stappen tussen de waarden even groot zullen zijn.
3. Interval-ratio meetniveau
-> onderscheid te maken tussen waardes, deze zijn te ordenen en de stappen tussen de
waarden zijn gelijk.
-> de modus, de mediaan en het gemiddelde zijn te onderscheiden.
,Kennisclip 2: Spreiding
- Spreiding is ook één van de drie aspecten van de beschrijvende statistiek.
-> in hoeverre bestaan er verschillen tussen de verschillende observaties in de steekproef?
- Verschillende manieren om spreiding te rapporteren.
- Frequentie: hoe vaak komen scores voor in de steekproef?
-> presenteren in een frequentietabel en vermelden wat de frequentie is per score.
-> met een grote steekproef met veel scores individuele scores clusteren in categorieën.
- Bereik: hoogste score min de laagste score (R)
- Variantie en standaarddeviatie: mate van variëteit ten opzichte van het gemiddelde van de
steekproef eerst het gemiddelde nemen.
- Variantie:
- Standaarddeviatie:
-> wortel van de variantie.
-> weer uitgedrukt in de eenheid van de observaties, terwijl variantie een obscuur getal is.
-> brengt door de wortel het antwoord terug in de originele eenheid of grootheid.
Meetniveaus
- Welke manier je gebruikt om spreiding te rapporteren hangt af van het meetniveau.
1. Nominaal meetniveau
-> frequentie
-> er is namelijk niet te rekenen met het nominale meetniveau.
2. Ordinaal meetniveau
-> frequentie en bereik
-> omdat er mogelijkheid is van ordening, ook bereik mogelijk
3. Interval-ratio meetniveau
-> frequentie, bereik, variantie en standaarddeviatie.
-> aangezien we in staat zijn om te rekenen (in het bijzonder het gemiddelde)
Kennisclip 3: Vorm (normaalverdeling)
- De vorm is een laatste aspect van de beschrijvende statistiek.
-> in hoeverre voldoet de verdeling aan de kenmerken van de normaalverdeling?
- Manier om de vorm te bekijken is door een histogram te maken.
-> visualisering van een frequentietabel
- Theoretisch idee over hoe verdelingen van variabelen op interval-ratio niveau er vaak
uitzien, mits de steekproef groot genoeg is.
- Kenmerken van de normaalverdeling:
-> gemiddelde = mediaan = modus (drie maten van centrale tendentie) bijzondere vorm.
-> bell-shape of ‘klokvorm’ (perfecte vorm van verdeling)
-> uni modaal (1 piek)
-> symmetrisch (niet ‘scheef’, unskewed)
-> oneindigheid
- In werkelijkheid heeft een verdeling een zekere mate van scheefheid en voldoet het niet
helemaal aan de karakteristieken van de normaalverdeling.
, Scheefheid
- Positieve scheefheid:
-> extreme hoge waarden trekken het gemiddelde omhoog (naar rechts)
-> gemiddelde > mediaan
- Negatieve scheefheid:
-> extreme lage waarden trekken het gemiddelde omlaag (naar links)
-> gemiddelde < mediaan
Standaarddeviatie en gemiddelde
- Vanwege de specifieke (theoretische) kenmerken van de normaalverdeling, kun je op basis
van twee statistieken van alles te weten komen over een verdeling.
-> door het gemiddelde (centrale tendentie) en de standaarddeviatie (spreiding)
- In een normaalverdeling kan de standaarddeviatie gebruikt worden om te concluderen waar
zich welk percentage van de observaties bevindt.
- Binnen 1 standaardafwijking links en rechts van het gemiddelde bevindt zich 68,26% van de
observaties (68% afgerond)
- Binnen 2 standaardafwijkingen bevindt zich 95,44% van de observaties (95% afgerond)
- Binnen 3 standaardafwijkingen bevinden zich 99,72% van de observaties (99% afgerond,
door oneindigheid)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller twansteneker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.