100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijf & bedrijfskunde (HRM) $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijf & bedrijfskunde (HRM)

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een duidelijke samenvatting aan de hand van het 7 S-model voor studenten.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • ?
  • March 16, 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Bedrijf en bedrijfsvoering

Organisaties
= elke vorm van menselijke samenwerking wat een gemeenschappelijk doel biedt.

Organisaties beschikken altijd over;
 Doelstellingen
 Mensen
 Middelen
De mensen werken samen om de doelstellingen te bereiken en maken daarbij vrijwel altijd gebruik
van middelen.

6 fundamenten in elke organisatie;
 Participanten: zijn de mensen waaruit een organisatie bestaat.
 Doelen: wat het bedrijf wil bereiken/behalen.
 Technologie: mensen binnen organisaties werken met technologie (methoden, machines,
hardware, software, computers) om producten te produceren of een dienst te verlenen.
 De formele structuur: bestaat uit de hiërarchische relaties en taakverdeling tussen managers
en werknemers. Deze relaties zijn vaak vastgelegd in functieomschrijvingen. Daarnaast
worden veelvuldig herhaalde activiteiten (bijvoorbeeld: het produceren van een product of
het verlenen van een dienst) meestal gestandaardiseerd en vastgelegd in formele
procesbeschrijvingen.
 De informele structuur: bestaat uit de interacties tussen mensen en de relaties die op een
natuurlijke wijze ontstaan binnen een organisatie. Deze structuren zijn niet formeel
vastgelegd en hebben dan ook lang niet altijd een directe relatie met de doelen van de
organisatie.
 De omgeving: refereert aan alle zaken buiten de organisatie die de organisatie beïnvloeden
of die door de organisatie worden beïnvloed.

Drie manieren waarop organisaties zich van elkaar onderscheiden;
 Winst als primair doel of juist niet
 De grootte van de organisatie
 (De rechtsvorm van de organisatie)

 Winst als primair doel of juist niet;
 Profit (=onderneming): Wel oogwinstmerk, Bv. Shell, ING, Heineken.
 Not for profit: mogen wel winst maken maar niet hun primaire doel.
 Non profit: geen oogwinstmerk, Ze mogen een boekjaar niet afsluiten met winst, bv.
Overheden, scholen, goede doelen.

 De grootte van de organisatie;
 Micro-onderneming
- Een micro-onderneming telt minder dan 10 medewerkers en een jaaromzet en/of
balanstotaal van maximaal € 2 miljoen.
 Kleinbedrijf
- Het kleinbedrijf telt minder dan 50 medewerkers en een jaaromzet en/of balanstotaal
van maximaal € 10 miljoen.
 Middenbedrijf
- Het middenbedrijf telt minder dan 250 medewerkers en een jaaromzet van maximaal €
50 miljoen en/of een balanstotaal van € 43 miljoen.

,  Grootbedrijf
- Het grootbedrijf telt meer dan 250 medewerkers en een jaaromzet hoger dan € 50
miljoen en/of een balanstotaal van meer dan € 43 miljoen.

De verschillende levensfasen van een organisatie:
1. Introductie
2. Groei
3. Volwassenheid
4. Neergang

7 S-model:

Structuur; De formele structuur bestaat uit de hiërarchische relaties en taakverdeling tussen
managers en werknemers.

Strategie; Het doel van de onderneming en de manier waarop de
onderneming een concurrentievoordeel probeert te behalen.

Systemen; De bedrijfsprocessen en de wijze waarop de onderneming haar
productie of dienstverlening heeft ingericht.

Stijl; De manier waarop belangrijke groepen binnen de organisaties, zoals
managers en hoogopgeleide professionals, met elkaar omgaan.

Staf; De mensen binnen de organisatie en hun karakteristieken (opleiding,
attitudes).

Skills; De vaardigheden van de organisatie waarmee ze zich
onderscheiden op de markt. (De kerncompetenties van de onderneming.)

Significante waarde; De bedrijfscultuur en de visie van de onderneming.

Processen (systemen):
= een serie van elkaar opvolgende handelingen gericht op het leveren van toegevoegde waarde voor
de klant.
 Zonder klanten hebben organisaties geen bestaansrecht.
 Het belang van een goed proces is dat de organisatie een constante kwaliteit voor een goede
prijs kan leveren.
 In elk bedrijf bestaat het proces uit verschillende stappen -> uiteindelijk het doel voor de
klant bereiken.

Input; Wat er aan de voorkant van het proces in moet/ wat
nodig is.
Throughput; Wanneer het proces plaatsvindt, waarop de
handelingen plaatsvinden om van de input iets te maken.
Output; Het daadwerkelijke product wat opgeleverd moet
worden/ of de dienst die is uitgevoerd.




Soorten processen:

, Primaire processen (op de klant gericht)
 De samenhangende activiteiten om het product/ de dienst te realiseren voor de klant.
Ondersteunende processen/secundaire processen (interne focus)
 Activiteiten gericht op het scheppen van voorwaarden (mensen en middelen) om de primaire
processen goed te laten functioneren.
Bestuurlijke processen (aansturing en bijsturing)
 Activiteiten die het beleid uitvoeren door middel van plannen, controleren, evalueren en
bijsturen.


Primaire en secundaire processen;
Secundaire proces -> ondersteunende processen.
Primaire proces -> hiervoor zorgen de volgende 5 stappen;
 Inkomende (leveranciers) logistiek; de materialen die je nodig hebt komen binnen.
 Operaties/productie; het feitelijke moment dat er iets gebeurt/plaatsvind.
 Uitgaande (klantgerichte) logistiek; wat het bedrijf uiteindelijk moet verlaten.
 Marketing en verkoop; het op de markt brengen en verkopen van iets.
 Service en nazorg; klachten etc. behandelen; klantenservice.




Supply chain management= samenwerkende leveranciers en afnemers die ervoor kiezen om hun
productieprocessen op elkaar af te stemmen. Daarbij wordt de levering van grondstoffen en
halffabricaten steeds afgestemd op de productie, opdat er geen grote voorraden hoeven te worden
aangehouden.

Structuur:

Samenwerken
Valt uiteen in;
 Coördineren (de wijze waarop mensen werkzaamheden organiseren)
 Controleren (de verschillende manieren om de werkzaamheden op elkaar af te stemmen).



Basisonderdelen organisatie:
 Niveaus organisatiestructuur:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Maritcj. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
Add to cart
Added