Programma week 1
- Waarover gaat het staatsrecht?
- De democratische rechtsstaat
- Totstandkoming van de (rechts)staat Nederland
o Koninkrijk der Nederlanden: constitutionele monarchie
o Confederatie met overzeese landen
o Europese deel van het koninkrijk met BES-eilanden: gedecentraliseerde
eenheidsstaat
- Bronnen van Nederlands staatsrecht
Waarover gaat het staatsrecht? recht dat ziet op…
- De organisatie van de staat:
o Inhoud en functioneren van de instellingen van de staat: verhouding van de trias
politica (centraal en decentraal niveau)
o Bevoegdheidsverdeling (horizontaal en verticaal) en begrenzing van de bevoegdheid
- Grenzen staatsmacht:
o Klassieke grondrechten creëren staatsvrije sfeer
o Sociale grondrechten overheid zorgt dat mensen op een bepaalde manier kunnen
leven (inspanningsverplichting overheid)
- Regels
o Constitutie (ongeschreven) en grondwet (geschreven)
Flexibel (makkelijk te wijzigen) of rigide (moeilijk te wijzigen)
o Geschreven en ongeschreven en informele regels (conventies: zolang als die gevolgd
wordt is het oké, maar het kan ook zo zijn dat het niet wordt gevolgd) van
staatsrecht
De democratische rechtsstaat: binding van de overheid aan het recht
- Legaliteitsbeginsel
- Machtenscheiding
- Onafhankelijke rechter
- Grondrechten
- Democratie?
- ‘Democratische rechtsstaat’
Totstandkoming van de Nederlandse staat
- Vijf perioden:
o Landsheerlijke periode (10e-15e eeuw)
o Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1579-1795)
o Franse Tijd (1795-1813)
o Koninkrijk der Nederlanden (1814-1815)
o Verdere evolutie tot vandaag
Landsheerlijke periode
- Karel, bij de gratie Gods Roomsch Keizer, gedurig uitbreider van het rijk, koning van
Germanië, Kastilië, Leon, aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië, Lotharingen,
Brabant, Limburg, Luxemburg en van Gelre, graaf van Vlaanderen, Artois, Bourgondië,
paltzgraaf van Henegouwen, Holland, Zeeland, enz.
o 1543: personele unie Karel V heerst over de Nederlanden als enig staatshoofd
o 1549: pragmatieke sanctie erfopvolging in die gebieden wordt geregeld
Totstandkoming van de Nederlandse staat
- Koning/landsheer: vertegenwoordiger van God op aarde (soevereiniteit)
o Landvoogd, stadhouders
1
,Staatsrecht samenvatting
o Raad van State: ondersteuning van het bestuur
- Rechtspraak: uit ’s vorsten raad afgescheiden college rechtspraak was niet afhankelijk,
koning bepaalde wat er gebeurt
- Centralisatie: o.a. Staten-Generaal
o In de S-G zaten de standen: rijke adel, kerk en de gelovigen, rijke boeren en soms de
rijke burgerij
- 1555: Karel V treedt af en verdeelt zijn rijk over zijn broer en zijn zoon (Philips II)
o Philips II verbiedt alle andere geloven dan het katholieke geloof
- Ontstaan Republiek der Verenigde Nederlanden:
o 1568: de Opstand ging over het katholieke geloof en de hoeveelheid belasting die
betaald moest worden
o 1579: Unie van Utrecht noordelijke Nederlanden vormen een confederatie
o 1581: Plakkaat van Verlatinge noordelijke Nederlanden verlaten het Spaanse rijk
(ze wilden niks meer met Philips II te maken hebben)
o 1648: Vrede van Munster afsluiting van de 80-jarige oorlog
- Conflicten tussen stadhouders en raadspensionarissen
- Willem II als nieuwe stadhouder
Territoriale uitbreiding
- VOC kreeg het alleenrecht van de Staten-Generaal om handel te drijven en verdragen te
sluiten met vorsten
- West-Indische compagnie zette de oorlog tegen de Spanjaarden op zee voort en kreeg ook
het alleenrecht om handel te drijven (zette plantages op met slaven)
Vestiging van de eenheidsstaat
- Bataafsche Republiek (1795-1806): moderne Grondwet beïnvloed door de idealen van de
verlichting wetten zijn de algemene wil van het volk (soevereiniteit bij het volk)
- Koningrijk Holland (1806-1810): Lodewijk Napoleon is aan de macht
- Inlijving bij Frankrijk (1810-1813): door Napoleon
o Wetboek van Strafrecht kwam van een Fransman en heeft lang in Nederland
gegolden
Nieuwe idealen
- Vrijheid en gelijkheid
- Soevereiniteit van het volk
- Machtenscheiding
- Eenheidsstaat
Maar al snel...
- Nieuwe staatsregelingen met sterke uitvoerende macht
- Frankrijk verstevigt haar greep
- Centralisatie
- NL verliest onafhankelijkheid
1814: Koninkrijk der Nederlanden
- Soevereine Vorst en Staten-Generaal
- Wetgevende macht: bij vorst en S-G gezamenlijk
o Is nog steeds zo (art. 1 Gw)
- Eenheidsstaat met provincies en steden
2
, Staatsrecht samenvatting
- 1815-1830: NL wordt verenigd met België
o O.a. invoering tweekamerstelsel
Nederland als koloniale staat
- Bestuurd vanuit NL, door uitvoerende macht
o Inwoners van de koloniën (bijv. de BES-eilanden) hebben geen burgerschapsrechten
(zijn ook uitgesloten van stemrecht)
- Slavernij tot 1863 (1873)
- Onderdanen in de koloniën uitgesloten van burgerschapsrechten
19e en 20e eeuw – democratisering
- 1848: invoering van de Grondwet (Thorbecke)
o Invoering ministeriële verantwoordelijkheid
o Rechtstreeks kiesrecht Tweede Kamer
- 1917-1919: algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht
20e (en 21e) eeuw – dekolonisatie en hervorming Koninkrijk
- 1945-1949: Indonesië strijdt voor onafhankelijkheid
- 1954: Statuut voor het Koninkrijk
o Zelfstandigheid en gelijkwaardigheid
o Art. 3: aangelegenheden van het Koninkrijk, 1 nationaliteit
o Nederland blijft dominant
- 1975: onafhankelijkheid Suriname
- 1986: Aruba uit Nederlandse Antillen
- 2010: hervorming Koninkrijksstructuur
Twintigste eeuw – internationalisering
- 1945: Verenigde Naties
o Handvest van de Verenigde Naties
- 1949: Raad van Europa
o 1954: Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
- 1950: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
- 1967: Europese Economische Gemeenschap (EEG)
- 1993: Europese Unie met Europees burgerschap
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlotterussel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.