Sv estate planning
Week 1 (5 okt): openingscollege.
Estate planning = generalistisch specialisme gericht op het gestructureerd overhevelen van
vermogen rondom het overlijden van een persoon naar de volgende generatie. Beheer kort
voor en na het overlijden.
- Specialisme = alles rondom de dood.
- Generalisme = breed gebied waar de estate planner zich mee bezig houdt (bijv. civiel
en fiscaal).
Civiel -> na 5 jaar worden schenkingen aan derden niet meer opgeteld bij de legitimaire
massa, de schenkingen aan kinderen worden voor altijd opgeteld.
Fiscaal -> 80 dagen.
Beide nuttig om de nalatenschap te verkleinen en dus belasting te besparen.
Fiscaal -> stel aandelen worden geschonken, maar vruchtgebruik ervan wordt behouden (en
vervreemding + verteringsbevoegdheid). Dus eigenlijk bloot eigendom geschonken.
Vruchtgebruik verdampt bij overlijden, maar hier speelt art. 10 Sw. Moeten erfbelasting niet
te makkelijk kunnen omzeilen.
Civiel -> vruchtgebruik eindigt bij overlijden. Art. 4:66 BW:
- Lid 1 -> giften gewaardeerd naar tijdstip van prestatie.
- Lid 2 -> genot voorbehouden gedurende leven van erflater, fictie dat waarde dan
wordt bepaald onmiddellijk naar het overlijden.
Zowel civiel als fiscaal kent dus een fictie. Twee technieken die op elkaar lijken, met
hetzelfde doel.
Wat als de bloot eigendom wordt verkocht met een voorbehouden vruchtgebruik i.p.v.
geschonken?
- Fiscaal -> art. 10 Sw. Titel maakt niet uit, als er maar een is.
- Civiel -> alleen bij schenking art. 4:66 lid 2 BW, bij koop zit je niet in dit artikel.
Wat als er wordt gekocht en meteen wordt de koopprijs kwijtgescholden?
- Fiscaal -> samenstel van rechtshandelingen, dus art. 10 Sw.
- Civiel -> samenstel van rechtshandelingen, dan alsnog art. 4:66 lid 2 BW.
Schijf van 5 estate planning:
1. Huwelijksvermogensrecht/relatievermogensrecht.
2. Schenking.
a. Papieren schenking, herroepelijke schenking, schenking onder bewind,
repeterende schenking.
3. Testamenten.
4. Levensverzekering/sociale zekerheid/pensioen.
5. Internationaal -> IPR & IBR.
HR 6 juli 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1102) = meneer getrouwd en had 2 polissen van
levensverzekering. Echtgenote als begunstigde van polis 1 en polis 2 de weduwe. Meneer
gaat scheiden en vindt een vriendin. Hij benoemt deze vriendin tot enig erfgenaam +
verblijvingsbeding. Onterft de kinderen. Meneer overlijdt. Het huis staat onder water, er is
een negatieve nalatenschap. Meneer had geen echtgenoot, dus voor wie is dan polis 1? Hij
,had ook geen weduwe, dus voor wie is polis 2? De polissen wordt buiten de boedel genoten
op grond van de leer van het zelfstandig recht. De vriendin stond met lege handen. Als 2de
persoon op de polis staan altijd de kinderen. Had de notaris niet moeten vragen of de
meneer de kinderen ook uit de levensverzekering had willen hebben?
Conclusie -> kinderen toch niet begunstigde, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
onredelijk een beroep te doen op de begunstigingsclausule.
Week 2 (12 okt): beginselen in estate planning.
Ook al is er gemeenschap van goederen, een echtgenoot kan zelfstandig de woning
overdragen. Het gaat erom op wiens naam de woning staat.
Definitie van estate planning = inventarisatie civiele en fiscale gevolgen bij overgang van
vermogen.
- Vaak wordt belasting besparen als doel gezien, maar is dit wel zo? Moet de wensen
in kaart brengen. Minste belasting wordt bijv. betaald wanneer het vermogen wordt
nagelaten aan een algemeen nut beogende instelling.
- Generalisme = specialisme
- T-shape = bovenste deel van de T is huwelijksvermogensrecht, IB etc, en het
verticale stokje is de diepte in.
Schijf van 5 estate planning:
1. Huwelijksvermogensrecht/relatievermogensrecht.
2. Erfrecht
a. Notamail 2018–305: meneer heeft al een keer eerder een testament
opgesteld. Hij herroept alle voorgaande uiterste wilsbeschikkingen en maakt
een nieuwe met een legaat van een loods aan een vriend., dus niet legaat er
los bij het oude testament. In het voorgaande testament stond dat een vrouw
enig erfgenaam was. Dit wordt overgenomen, maar nu + legaat loods aan die
vriend. Vrouw moest bijna 500.000 aan erfbelasting betalen. Vrouw belde
notaris en zij waarom heb je mij er niet op gewezen dat er zowat geen
erfbelasting betaald had hoeven worden wanneer wij een GP waren
aangegaan. Was er een gemeenschap dan was eerst de helft naar de vrouw
gegaan en de andere helft in de nalatenschap. Tuchtrechter zei dat de notaris
niet wegkomt met het verweer dat ze alleen kwamen voor een
legaat/testament.
b. Notamail 2019-169: A en B zijn gehuwd, bij overlijden een finaal
verrekenbeding. Man is stervende, kijken of de testamenten up to date zijn.
Ze benoemen elkaar tot enig erfgenaam. Man heeft 0 en vrouw 10 miljoen.
Nalatenschap is 5 miljoen, man heeft een vordering op de vrouw van 5
miljoen. Als het finaal verrekenbeding was verwijderd dan was de 10 miljoen
gewoon bij de vrouw gebleven. Tuchtrecht zei dat de notaris ook had moeten
kijken naar het huwelijksvermogensrecht. Ook nog tweetrapsmaking over en
weer. Als de vrouw in de toekomst overlijdt, dan gaat de 5 miljoen terug naar
de kinderen van de man. Dat wilde ze niet, ze wilde dat haar vermogen naar
haar familie zou gaan.
i. Art. 11 lid 3 Sw -> fictieve verkrijging. Verplicht en wederkerig dan
geen fictiebepaling.
, c. Notamail 2021-240: mevrouw komt bij notaris en heeft een vriend. Ze wil de
familie van haarzelf tot erfgenaam benoemen. Testament opstellen. Vrouw
overlijdt en familie is enig erfgenaam. Halve huis dat mevrouw met haar
vriend heeft aangekocht valt in de nalatenschap. Bij aankoop van het pand is
een verblijvingsbeding overeengekomen. Notaris had niet medegedeeld dat
er hierdoor een schuld in de nalatenschap kwam van de helft van de woning.
3. Schenking.
4. Levensverzekering/sociale zekerheid/pensioen.
a. Notamail 2015-48: samenwoners met kinderen. Mevrouw is 1% erfgenaam
en voor de rest de kinderen. De polis sloot hier niet bij aan. Vrouw klaagt
notaris aan dat hij de polis had moeten bekijken. Had in zijn
dossieraantekening staan dat hij de man had vermeld dat deze naar een
assurantietussenpersoon moest, dus wel op gewezen en hij ontkwam zo straf
van de tuchtrechter.
b. Kunt niet zomaar testament opstellen zonder grootte van het vermogen te
weten. Indien het vermogen negatief is door bijv. vorderingen aan de
kinderen, dan is het maken van een testament zinloos.
5. Internationaal.
Week 3 (19 okt): checklist, huwelijksvermogensrecht.
Algemene checklist voor notarissen:
1. Disagreement = vastleggen van afspraken zodat er geen discussie over ontstaat.
a. HR Novitaris = notaris moet met grote zorgvuldigheid de wensen van partijen
neerleggen. Andere die niet bij de transactie betrokken zijn kunnen hier
nadeel van ondervinden.
b. Notamail 2017-177 = de zoon belt dat moeder een testament wil maken.
Woning in bezit en vererven naar de drie kinderen voor gelijke delen. Legaat
moet worden toegevoegd, de woning moet worden gelegateerd aan de zoon
die opbelt en deze moet dan de waarde van de woning inbrengen. Notaris
stelt voor dat de WOZ-waarde moet worden ingebracht, hierdoor wilde hij
discussie voorkomen dat de waarde van de woning moeilijk vast te stellen
zou zijn (zelfs een taxateur kan het niet precies zeggen). Werd geklaagd en
gesteld dat moeder wilsonbekwaam was. Verzoek tot meerderjarigenbewind
was al ingediend en ze zat in een verpleegtehuis.
2. Death
a. Notamail 2018-248 = schenking gedaan. Wil niet dat het bij de schoonfamilie
komt, wel uitsluitingsclausule maar geen tweetrap i.c.
b. Notamail 2020-109 = M overlijdt kort na V. Helft van de woning gaat naar M
door huwelijksgoederenrecht. Andere helft naar M op basis van het
testament, hierdoor erft de familie van M alles en familie van V niks.
i. Wil je dit voorkomen? Rampenclausule opnemen, 30 dagen.
c. Notamail 2022-60 = tuchtrechtspraak. Binnen 30 dagen iemand overleden,
waarom heb je als notaris dit niet aan de orde gesteld?
3. Divorce
a. Notamail 2017-312 = notaris adviseert finaal verrekenbeding, hierdoor zou bij
overlijden geen belasting verschuldigd zijn. Kort nadat het finaal
verrekenbeding is overeengekomen vindt echtscheiding plaats, hier werkt het
finaal verrekenbeding ook.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.26. You're not tied to anything after your purchase.