Deze samenvatting betreft notities uit de hoorcolleges van het vak Milieubeleid gedoceerd door Ilse Loots. Uit 1e master Milieuwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Dit vak kan ook als keuzevak worden opgenomen door de Master Architectuur. Gebaseerd op de lessen en powerpoints.
1. Milieuproblemen als maatschappelijke vraagstukken _______________________________________ 4
1.1. Inleiding Leroy & Driesen
1.1.1. Evolutie
1.1.2. Fysieke omgeving en maatschappelijke functies
1.2. Evolutie in verwoording van ‘milieuproblemen’
1.2.1. Compartimenteel begrippenkader (jaren 70)
1.2.2. Hoofdtypes ingrepen/effecten als begrippenkader (begin jaren 80)
1.2.3. Procesmatig begrippenkader (midden jaren 80)
1.2.4. Van milieu- naar omgevingskwaliteit? (21e eeuw)
1.2.5. Besluit
1.3. Milieuproblemen als ‘mens-milieu’problemen
1.3.1. Wisselwerking mens-milieu
1.3.2. DPSIR-keten of milieuprobleemketen (Leroy en Driesen)
1.3.2.1. Dosis-effectenmodel van natuurwetenschappers
1.3.2.2. DPSIR-keten
2. Evolutie van het milieubeleid en de milieubeginselen ______________________________________ 11
2.1. De drie grote milieudiscoursen
2.1.1. Discoursen als sociale verschijnselen
2.1.2. Ontstaan milieubesef = ontstaan milieudiscoursen
2.1.2.1. Grenzen aan de groei
2.1.2.2. Ecologische modernisering
2.1.2.3. Duurzame ontwikkeling
2.1.3. Ethische/politieke principes
2.1.3.1. Bij voorkeur preventief handelen
2.1.3.2. Bij voorkeur brongerichte maatregelen
2.1.3.3. De vervuiler betaalt
2.1.3.4. (Extern) integratiebeginsel
2.1.3.5. Stand-still beginsel
2.1.3.6. Hoog beschermingsniveau zonder soc-econ gevolgen uit oog te verliezen
2.1.3.7. Voorzorgsbeginsel
2.1.3.7.1. Niet gecodificeerde beginselen in Vlaanderen
3. Milieuvraagstukken als politieke vraagstukken ___________________________________________ 17
3.1. Metafoor: ‘Tragedy of the commons’
3.2. De spanning tussen eigen- en collectief belang
3.2.1. Prisoner’s dilemma (commons dilemma)
3.2.2. Vertrouwensdilemma
3.2.3. Chicken dilemma
3.2.4. Vrijwilligersdilemma
3.3. Het vraagstuk van instrumentering
3.3.1. Juridische instrumenten
3.3.2. Marktconforme instrumenten
3.3.3. Sociale instrumenten
3.3.4. (Beleids)interne instrumenten
3.4. Het environmental justice vraagstuk
1
,4. Het doelrationeel perspectief op (milieu)beleid & de beleidscyclus ___________________________ 22
4.1. Perspectief
4.1.1. Inleiding (Runhaar & Driessen)
4.1.1.1. Beleid
4.1.1.2. Beleidsmakers
4.2. Beleidsprocessen doelrationeel perspectief
4.3. Eerste Fase: Agendavorming
4.4. Tweede Fase: Beleidsvorming
4.5. Derde Fase: Oordeelsvorming
4.6. Vierde Fase: Besluitvorming
4.6.1. Beleidsontwerp (Runhaar & Driessen)
4.7. Vijfde Fase: Beleidsuitvoering
4.8. Zesde Fase: Beleidsevaluatie
4.8.1. Product-, plan- en procesevaluatie
4.8.2. Beleidsevaluatie volgens Crabbé
4.8.3. Beleidsgericht onderzoek (Runhaar)
4.9. Sterktes en zwaktes perspectief
4.9.1. Sterktes (Runhaar)
4.9.2. Kritiek
4.9.3. Hoe verder (Runhaar & Driessen)
5. Milieubeleidsplanning VS transitiedenken _______________________________________________ 29
5.1. Milieubeleidsplanning
5.1.1. Groei en bloei van strategische milieubeleidsplanning
5.1.2. Decretale integrale milieubeleidsplanning
5.1.3. Ideale inhoud van een milieubeleidsplan?
5.1.4. Functies van een milieubeleidsplan
5.1.4.1. Strategisch beleidslijnen uitzetten
5.1.4.2. Samenleving informeren en sturen
5.1.4.3. Eigen beleid programmeren (binnen instantie)
5.1.5. Sturings-/planningsoptimisme? Rol overheden
5.2. Transitiedenken
5.2.1. Achtergrond: zoektocht v duurzaamheid
5.2.2. Transitie-governance
5.2.3. Transitie-management
5.2.4. Nudging / sociale instrumenten
5.2.5. Gedragspraktijkenmodel
6. Het interactieperspectief op milieubeleid ________________________________________________ 34
6.1. Interactieperspectief
6.1.1. Kritiek
6.1.1.1. Barrièremodel
6.1.1.2. Stromenmodel
6.1.1.3. Rondenmodel
6.1.2. Besluit
6.2. Beleidsprocessen
6.3. Beleidsnetwerk analyse
6.4. ONTWERPEN van beleidsnetwerken
6.5. EVALUEREN in interactieperspectief
2
, 6.6. Sterktes en zwaktes interactieperspectief
7. Omgaan met onzekerheid en controverse _______________________________________________ 40
7.1. Risico-proces
7.2. Percepties en andere soorten kennis zijn ook ‘real world’
7.2.1. Psychometrisch paradigma
7.2.2. Sociaal constructivisme
7.2.3. Besluit
7.3. Interactie in de science-policy interface
7.3.1. Risico-communicatie
7.3.2. Risk governance Framework
7.3.3. Argumenten voor participatie of interactie
7.4. Risk society als context
7.5. Wegwijs naar enkele methoden
7.5.1. Drietrapsprocedure
7.5.2. Interactieve technology assessment
8. X
9. Institutionele perspectief ____________________________________________________________ 48
9.1. Institutionele ANALYSE kader/instrument = beleidsarrangement
9.2. ONTWERPEN van beleid uit institutioneel perspectief
9.3. EVALUEREN institutioneel perspectief
9.4. Sterktes en zwaktes van het institutionele perspectief
9.5. Illustratie ‘institutionalisering milieubeleidsevaluatie?’
9.5.1. Indicaties voor industrialisering in Vlaanderen
9.5.2. Milieubeleid vs beleid in andere sectoren
9.5.3. Kritische factoren voor institutionalisering van beleidsevaluatie
10. Complexe organisatie achter milieubeleid _______________________________________________ 53
10.1. Evolutie begrippenkader
10.2. Oorzaken van (organisatorische) complexiteit
10.2.1. Evolutie institutionering milieubeleid over 40 jaar
10.2.2. Begrippen
10.3. Bestuurlijke factor blijft dominant
10.3.1. Internationale vergelijking
10.3.2. Oplossingen voor versnippering
10.3.2.1. Multi-sector governance: verschillende beleidsdomeinen
10.3.2.2. Multi-level governance: verschillende beleidsniveaus
10.3.2.3. Mulit-actor governance
3
, 1/ Milieuproblemen als maatschappelijke vraagstukken
1.1 Inleiding Leroy & Driesen
1.1.1 Evolutie
Voorheen: ook al interactie natuur-mens natuur was dominante partij
Verandering vooral na Verlichting en industriële revolutie (18e-19e e) dr verandering in schaal,
intensiteit en kwaliteit v menselijke impact
o Ook soc gevolgen: onmenselijke werkomstandigheden dr technologie, aantasting
menselijke gezondheid, migratie (dr bodemerosie) en dalende grond- en huizenprijzen
Late 19e eeuw 1e vorm v milieuverzet: cultuurminaars willen ‘natuurmonumenten’ (natuurgebieden
& landsch) beschermen
Vanaf 1970 hedendaags milieubesef, boven gekomen jaren ’60-’70:
o Milieuproblemen ernstig volgens burgers & wetenschappers. Soc beweging:
milieubeweging
o Tegenwoordig: bedrijven gaan partnerships aan om aan milieu- en
duurzaamheidsvraagstukken te werken
o Overheden sprongen mee op de kar
Milieuproblemen zijn ook soc problemen: h maatsch oorzaken, sorteren maatsch effecten en lokken
maatsch reacties uit
1.1.2 Fysieke omgeving en maatschappelijke functies
Dunlap (1993): Kader = begrenst draagvermogen =
carrying capacity = critical load = milieugebruiksruimte.
1. Milieu als supply depot (voorraden, uitputting of
schaarste)
2. Milieu als living space (huisvesting, landbouw, vervoer
etc, versnippering en vernietiging ecosysteem)
3. Milieu als waste repository (vervuiling verwerken,
gezondheidsproblemen en aantasting ecosysteem
Living space, supply depot & waste repository moet binnen gebruiksruimte blijven
3 functies beïnvloeden elkaar. Vb: afvalstortplaats geeft minder geschikte ruimte vr woningen of
landbouw. Milieuvraagstuk = verslechtering v/d kwaliteit v/d fys omgeving = kwaliteitsverlies op zich
(ecocentrisch) OF met oog op de maatsch functies (antropocentrisch)
1.2 50 jaar evolutie in verwoording van milieuproblemen
1.2.1 Compartimenteel begrippenkader (jaren ’70)
Simpel begrippenkader verwijzend naar waar iets fout loopt
o Vb: fauna en flora alleen wild (varkensstal is geen MP)
o Vb: lucht alleen buiten (ondertss telt binnen ook mee)
o Vb: luchtvervulling, waterbezoedeling
o zorgt dat bv lucht en waterproblemen apart zijn klopt nt helemaal
POS en NEG compartimenteel kader
o + Emissieregels én immissie- en kwaliteitsdoelstellingen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aex123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.