Flashbulb memory: geheugen als een foto (heel accuraat) > Dit gebeurt wel eens met enorm impact volle
gebeurtenissen.
Hoe check je of zo’n gebeurtenis accuraat is?
- Vraag wat men zich herinnert
Source amnesia/monitoring: je weet niet meer waarvan je een herinnering hebt, je herkent bijvoorbeeld wel een
persoon maar weet niet meer van wat (komt vaak voor in de rechtbank) > de bron van de herinnering is weg
Dit gaat vaak mis
We vullen ons geheugen aan met:
- Pragmatic inference: Proefpersonen vulden in wat ze verwachten op basis van hun kennis
- schema’s: je hebt bijvoorbeeld een beeld bij een standaard kantoor waardoor je elk kantoor op die manier
gaat inzien (soort stereotypes) > Je hebt al kennis over de omgeving
- Scripts: Je hebt kennis over de volgorde van gebeurtenissen
- Suggesties: de vraagstelling beïnvloedt het geheugen voor de
gebeurtenis
o Misinformation: door bijvoorbeeld een woord te veranderen
gaan mensen een ander antwoord geven > smashed klinkt alsof de auto harder ging dan bumped
>> deze dingen zorgen voor onbetrouwbare herinneringen
Onderdrukte herinneringen: door invloed van een ander persoon geloof je wat diegene verteld (bijv. therapeut
denkt dat een dochter misbruikt is door haar vader, na een tijd gaat de dochter dit zelf ook geloven terwijl het nooit
gebeurd was)
Flashbulb herinneringen zijn niet foto-achtig en vaak onbetrouwbaar. Mensen kunnen misplaatst vertrouwen in hun
geheugen hebben.
>> Herinneringen worden aangevuld en aangepast met nieuwe informatie of met gebeurtenissen die niet
plaatsvonden. >> Herinneringen kunnen geïmplanteerd worden (onderdrukte herinneringen).
Hoorcollege 12-12-2022 Leren
Bottom up waarneming: vanuit een plek naar het brein
- je ziet iets of voelt iets en daarna ga je erover na denken
- medicatie innemen zorgt voor het verminderen van pijn
Top down waarneming: van het brein naar een andere plek
- je denkt over iets na voordat je het ziet bijv.
- placebo drugs werken doordat je na denkt dat het werkt waardoor daarna het lichaam reageert met minder
pijn
we nemen iets waar doordat we andere dingen al eerder hebben ervaren > eerdere ervaringen zijn geleerd
definitie van leren: learning is a relative perpmanent change in behavior, due to experience
- experience: door onze sensorische systemen ontvangen we info uit de omgeving
- future behavior: heeft niet direct een respons op de stimulatie toen je het leerde maar later
- sensorische systemen ontvangen informatie uit de omgeving waardoor ze het gedrag beïnvloeden
(voorbeeld kat die opgroeide met horizontale lijnen en alleen horizontale lijnen kon herkennen)
,behaviorisme heeft de basis gevormd naar hoe we naar leren kijken
= stimulus >>>> zorgt voor response
- bij leren kijken we naar de relatie tussen observeerbare stimuli (gebeurtenissen in de omgeving) en
observeerbare responsies (het gedrag hierop)
stimulus = een externe gebeurtenis
response = een resultaat in termen van gedrag
reflexen zijn dus interessant > is het nou wel of niet dat een reflex het gevolg is van een stimulus
als er geen externe stimulus is die zorgt voor een blijvende verandering in het gedrag, is het geen leren
Leren heeft dus de volgende punten nodig om het leren te noemen
o Een externe stimulus moet aanwezig zijn
o De stimulus moet zorgen voor blijvende veranderingen in het gedrag
Descartes: Cognito ergo sum: ‘ik denk dus ik besta’
- De enige bron van zekerheid die je hebt ben je zelf > we kunnen dingen doen doordat wij nadenken
Descartes was een dualist > er is een duidelijke scheiding tussen lichaam aan één kant en geest aan de andere kant
- Lichaam is materieel > het is studeerbaar
- Geest is immaterieel > het is niet studeerbaar
>> de geest/ziel die we hebben is iets ‘hogers’, van hogere orde >
De ziel onderscheidde ons van dieren > dieren hebben geen ziel en mensen wel
Dit was voor Descartes een probleem, omdat dieren best complex gedrag konden vertonen
Dit complexe gedrag bleken reflexen te zijn > dit is mogelijk zonder ziel
Dualisme: ergens moet de geest zich wel op de hoogte houden van wat er in de materiele wereld gebeurt
- Via de pijnappelklier (epifyse) zijn het lichaam en geest verbonden (een communicatiemiddel)
- De reden dat Descartes dacht dat de pijnappelklier het communicatiemiddel was, was omdat het hele
lichaam bestond uit lateralisaties maar van de pijnappelklier was er maar één van > hierdoor dacht hij dat dit
ons lichaam wel met de geest zou verbinden
Reflexen kan je niet tegen houden als je dat misschien wel wilt, het kan niet door cognitieve penetratie overruled
worden
>> wanneer is gedrag complex (intelligent
gedrag)?
- Reflexen en karretjes bouwen
- Je kan het gedrag steeds complexer
maken door dingen toe te voegen
Leren van een gedrag begint simpel maar wordt steeds uitgebreider en uitgebreider en daarbij komen er veel
processen bij kijken > = geheugenprocessen en kennis van de wereld etc.
Verschillende leercategorieën
1. Non-associative learning
o Habituatie = voor sommige stimuli die herhaald worden, word je minder gevoelig tot je ze
bijvoorbeeld niet meer kan horen
o Sensitisatie = voor sommige stimuli word je alleen maar gevoeliger, bijv. snurkende mensen (je gaat
je er soms zo erg aan ergeren dat je functioneren slecht wordt)
2. Associative learning
o Klassiek conditioneren
o Operant (instrumenteel) conditioneren
3. Observational learning
, Als eerste:
1. Non-associative learning
Voorwaarden voor habituatie > meten met een zeeslak
- Bij habituatie wordt een reactie afgezwakt d.m.v. een herhaalde prikkel die geen voordeel brengt maar ook
geen nadeel oplevert (je wordt er niet ziek van maar ook niet sterker van)
Experiment: je gaat constant de slak proberen terug in zijn huis te krijgen door een schroevendraaier voor
hem neer te zetten, maar na een aantal herhalingen toont de slak geen reactie meer (hij gaat niet terug zijn
huis in) >> hij vindt het saai worden en is er aan gewend geraakt
Een rat raakt bijv. ook gewend aan een hard geluid waardoor die na een aantal herhalingen er niet meer van
schrikt
Sensitisatie: reacties worden sterker bij herhaalde prikkelingen door een schadelijke stimulus (zoals een schok)
>> Habituatie en sensitisatie Is niet associatief leren > de reactie wordt niet aan een bepaalde stimulus gekoppeld
2. Associative learning: klassieke conditionering
- Klassieke conditionering > honden experiment van Pavlov
o Vóór de conditionering kreeg de hond speeksel door voedsel (voedsel is de ongeconditioneerde
stimulus) > het speeksel is de response (ongeconditioneerde respons/reflex)
o Er kwam een belletje door, (neutrale stimulus) waarop geen response was
o Tijdens het conditioneren werd het belletje gecombineerd met het eten > de ongeconditioneerde
stimulus + de neutrale stimulus = de ongeconditioneerde response/reflex > het wordt de UR
o Door het vaak herhalen van het combineren met het eten en de bel gaat de hond de twee stimuli
associëren met elkaar
o NA conditionering > het belletje zorgt nu voor de speeksel response
Belletje = geconditioneerde stimulus CS
Speeksel = geconditioneerde response/reflex CR
- Wet van associatie door contiguity (nabijheid)
o Als twee gebeurtenissen op hetzelfde moment vlak achter elkaar plaatsvinden dan zullen deze
gebeurtenissen geassocieerd met elkaar worden en elkaar oproepen
o Zo leer je kinderen ook woorden aan bepaalde objecten koppelen
= Temporeel effect
Conditionering werkt tot zekere hoogte maar neemt op een gegeven moment af als je weer stopt
- Je kan extinctie toepassen om een bepaalde associatie weg te halen om de geconditioneerde response weg
te halen > extinctie toepassen door bijv. de geconditioneerde stimulus weg te halen of te veranderen
- De geconditioneerde stimulus kan soms nog aan blijven maar zal na een tijd steeds minder sterk worden =
spontaneous recovery (1e spontaneos recovery periode na 24 uur en de 2 e spontaneous recovery periode
weer 24 uur later)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittbovee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.