100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Rapportage Sport 2003 H3 Ontwikkelingen in het sportbeleid (Minor Sportmanagement 1) $3.77
Add to cart

Summary

Samenvatting Rapportage Sport 2003 H3 Ontwikkelingen in het sportbeleid (Minor Sportmanagement 1)

 0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van de rapportage Sport 2003. Het is hoofdstuk 3 Ontwikkelingen in het sportbeleid. Geschreven voor de minor Sportmanagement 1, aan NHL Stenden Leeuwarden. Het behoort tot de theorie van week 3 van het vak DBE voor het tentamen van sportmanagement 1.

Preview 3 out of 20  pages

  • March 19, 2023
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
SCP, Rapportage Sport 2003, Den Haag, 2003 (Hoofdstuk 3) SCP, Rapportage Sport 2014,
2018 Den Haag.
Rapportage Sport
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen in het sportbeleid
§1 Inleiding
Een golfje publicaties over sportbeleid weerspiegelt de toegenomen aandacht voor sport op
de nationale en lokale beleidsagenda.
Al die publicaties bevatten uitgebreide en nauwkeurige overzichten van de ontwikkelingen in
het sportbeleid.

§2 Taakverdeling en spelers in het sportbeleid
Taakverdeling
Er bestaat geen specifieke sportwetgeving. Als algemeen kader voor het sportbeleid van de
onderscheiden overheden dient de Welzijnswet. In de nota Wat sport beweegt wordt de
taakverdeling tussen rijk, provincie en gemeente als volgt beschreven:
‘Richtinggevend voor de rol van de rijksoverheid ten aanzien van sport is de taakverdeling
zoals uitgewerkt in de Welzijnswet 1994. Hierin is vastgesteld dat de gemeenten
verantwoordelijk zijn voor het uitvoerende werk (bijvoorbeeld het instandhouden en
verbeteren van de lokale sportinfrastructuur), de provincies voor de activiteiten die dit
uitvoerend werk ondersteunen, en het rijk voor de landelijke functie, waaronder te verstaan
valt:
- Het volgen, signaleren en analyseren van ontwikkelingen in de samenleving
- Het stimuleren van nieuw beleid, nieuwe voorzieningen en activiteiten
- Het zorgdragen voor innovatieve projecten met een landelijke betekenis
- Het zorgdragen voor internationale uitwisseling van informatie
- Het zorgdragen voor een landelijke infrastructuur, waaronder landelijke organisaties

Ondanks de verwijzing naar de Welzijnswet is het van belang te benadrukken dat de sport in
een aantal opzichten duidelijk afwijkt van andere welzijnssectoren, zoals het
maatschappelijke en het sociaal-culturele werk. De sport is gegroeid als een vorm van
particulier initiatief en het aanbod drijft nog steeds in belangrijke mate op de inzet van vele
honderdduizenden vrijwilligers. De sport kent een eigen organisatiestructuur, niet alleen
nationaal, maar ook internationaal, met internationale bonden en koepels als het IOC.
Verder kent de sport de nodige dwarsverbanden met het bedrijfsleven, zowel in de vorm van
sportsponsoring, als in de vorm van commercialisering van een deel van het sportaanbod.
Dit alles betekent dat de sport zich maar ten dele laat inpassen in de kaders van de
Nederlandse Welzijnswet. Het uitvoerende werk in de sport is niet zozeer een taak van
gemeenten, maar een zaak van de 29.000 sportverenigingen die Nederland telt. De
gemeenten spelen een randvoorwaardelijke rol, met name waar het gaat om het stichten en
instandhouden van sportaccommodaties. Het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid wordt
sterker ingekaderd door de gemeentelijke begroting en het gemeentelijk ruimtelijk
ordeningsbeleid (bestemmingsplannen), dan door wetgeving, beleid en/of financiering van
de nationale overheid. De ondersteunende rol van de provincies is zowel financieel als
inhoudelijk vrij beperkt van omvang. Veel initiatieven en innovaties komen van onderaf. Tot
slot geldt in het sportbeleid dat, meer dan voor andere sectoren in het welzijnsbeleid, de
rijksoverheid te maken heeft met invloedrijke krachten van buiten de landsgrenzen
(internationale sportbonden en -koepels, de EU en het internationale bedrijfsleven).

,Sportbeleid is dus allesbehalve een hiërarchisch gestuurd beleid met de rijksoverheid als
allesbepalende beleidsspeler. Het is eerder een aangelegenheid van een
sportbeleidsnetwerk. De belangrijkste (nationale) spelers in het sportbeleidsnetwerk worden
hierna besproken.

NOC*NSF
In de 19de eeuw kwamen zowel de lichamelijke opvoeding als de sport op als nieuwe
vormen van bewegen. Bij de sport zat dat nieuwe vooral in de introductie van vaste
spelregels, reglementen en competities, en sportverenigingen om dit alles te organiseren.
Wat sport mede onderscheidde van eerdere bewegingsvormen was het feit dat het hier om
georganiseerde bewegingsvormen ging. Overigens zijn die andere bewegingsvormen altijd
blijven bestaan. Dat ze nu vaak aangeduid worden als ongeorganiseerde of
andersgeorganiseerde sport geeft de dominante positie aan die sport zich in de loop van de
vorige eeuw in het bewegingsculturele veld heeft verworven. De tijd dat georganiseerde
sport als een pleonasme kon worden beschouwd is kennelijk voorbij. Wat met dit begrip nu
vooral zichtbaar wordt, is dat de sport slechts ten dele als speler aanwezig is in het
sportbeleidsveld, namelijk voorzover het gaat om georganiseerde sport. De representatie
van het niet-georganiseerde deel van de sport- en bewegingscultuur in het sportbeleidsveld
is een voortdurend en vooralsnog niet opgelost vraagstuk.
De NOC had als belangrijkste taak de uitzending naar de Olympische Spelen te verzorgen.
Dat maakte dat sommige bonden, omdat zij geen Olympische sport vertegenwoordigden,
niet lid konden of wilden worden van het NOC, terwijl anderzijds het NOC zich ook ten doel
stelde ‘de lichamelijke opvoeding te bevorderen en verband te leggen tussen de
verschillende sportbonden’.
Het NOC had (en heeft) zich te houden aan de regels van het Internationaal Olympisch
Comité (IOC). Die hielden onder meer in dat er per sport maar 1 leidende (en neutrale) bond
lid kon zijn en dat de meerderheid van de lidorganisaties Olympische bonden moesten zijn.
De Nederlandse Arbeiders Sport Bond (NASB) werd opgericht, na de oorlog omgedoopt tot
Nederlandse Culturele Sportbond (NCS). De leden zijn deels verenigingen die ook zijn
aangesloten bij reguliere bonden en deels om kleine (niet-Olympische) sportbonden. De
Nederlandse Katholieke Sportfederatie (NKS) werd opgericht en later ontstond de
Nederlandse Christelijke Sport Unie (NCSU). Naast deze levensbeschouwelijke koepels
werden voor en na de oorlog ook per sporttak verschillende bonden opgericht.
De regels van het IOC, de druk van de overheid om te komen tot bundeling, en botsingen
tussen de bonden en het NOC leiden er toe dat, door de sportbonden en -koepels zelf,
naast het NOC de Nederlandse Sport Federatie (NSF) werd opgericht. Dit bracht een
bundeling van vrijwel geheel de (georganiseerde) sport, inclusief NKS en NCS en de
sportstimuleringsorganisatie Stichting Spel en Sport in het Jeugdwerk (SSS), maar nog
zonder de net opgerichte NCSU, die er moeite mee had dat de NSF deels gefinancierd zou
worden met geld van de voetbaltoto. Later trad de NCSU alsnog toe tot NSF.
NOC en NSF fuseerden tot Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie
(NOC*NSF) en daarmee tot dé tegenspeler van de overheid in het sportbeleidsveld. In totaal
zijn zo’n 80 sportorganisaties lid van de vereniging NOC*NSF, waaronder naast de diverse
bonden ook diverse levensbeschouwelijke sportkoepels.

, NOC*NSF maakte zich erg breed, leek het totale sportveld te willen bestrijken en zag zich
als dé belangenbehartiger van de gehele sport. Van beleidsontwikkeling tot uitvoering geven
aan het sportstimuleringsbeleid, alles rekende NOC*NSF tot haar takenpakket. De laatste
tijd is de koers echter verlegd en ligt de nadruk op de kerntaken, die af te leiden zijn van de
taken van de oorspronkelijke fusiepartners NOC en NSF. Het gaat dan om de
belangenbehartiging van de georganiseerde sport, te weten de bonden, de voorbereiding op
de Olympische Spelen, en in het verlengde daarvan de bevordering van de topsport in het
algemeen. Maatschappelijk gezien strijdt NOC*NSF voor het belang van de sport. De
verklaring Nederland Sportland maakt duidelijk wat NOC*NSF de komende tijd wil bereiken
en hoe ze dat wil doen.
De jaarrekening laat zien dat NOC*NSF in 2001 een omzet had van €24,3 miljoen. Aan de
opbrengstkant stonden als grootste posten €5,3 miljoen ‘SNS-koepelfinanciering’ en ruim
€15,5 miljoen ‘projectinkomsten’. Deze projectinkomsten zijn voor een groot deel afkomstig
van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Er kwam €0,7 miljoen
binnen aan contributies van de lidorganisaties.

De rijksoverheid
Er werd een afdeling Lichamelijke Opvoeding en Sport opgericht bij het ministerie van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen (OKenW). Bij de oprichting van het nieuwe
ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM) werd de aandacht voor
sport en lichamelijke opvoeding op departementaal niveau gescheiden. De lichamelijke
opvoeding bleef bij OKenW, de sport ging naar CRM en werd daar gekoppeld aan het
nieuwe beleidsveld openluchtrecreatie. In de loop der tijd promoveerde de Afdeling
Lichamelijke Vorming en Sport tot Hoofdafdeling en tot directie Sportzaken. Dit werd de
directie Sport binnen het directoraat-generaal Welzijn en Sport van het nieuw gevormde
ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De koers die deze directie tot op heden
vaart, is globaal bepaald door de nota Wat sport beweegt. In die nota is een tiental
beleidsthema’s onderscheiden waarvan de meeste in de navolgende jaren nader zijn
uitgewerkt in specifieke deelnota’s. Daarbij is steeds nadrukkelijk geprobeerd om de thema’s
integraal en in samenwerking met relevante partners (andere ministeries en
maatschappelijke organisaties) te ontwikkelen en tot uitvoering te brengen.
Voor 2003 en de jaren daarna staat een totaal van ongeveer €77 miljoen voor
sportgerelateerde uitgaven op de begroting van VWS. Het rijksgeld voor de sport gaat naar
instellingssubsidies voor landelijke sportorganisaties, optredens, topsport, sportstimulering,
arbeidsaangelegenheden, sportmedisch beleid, internationale samenwerking, ruimtelijke
ordening en milieu en nog wat kleine posten.

De provincies
In de meeste provincies is geen sprake van een uitgewerkt zelfstandig sportbeleid dat is
vastgelegd in een provinciale sportnota met een ruime financiële paragraaf. De belangrijkste
taak van de provincies op sportgebied is de ondersteuning van de lokale sport, met name in
de kleinere gemeenten die daar zelf het apparaat voor missen. Daarnaast speelt de
provincie indirect een rol in de randvoorwaardelijke sfeer, zoals in de ruimtelijke ordening en
het milieubeleid. De provincies worden in het landelijk sportbeleid bestuurlijk
vertegenwoordigd door het Inter Provinciaal Overleg (IPO), afdeling Juegd en Sport.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xninaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.77
  • (0)
Add to cart
Added