100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting volledige boek ontwikkelingspsychologie $9.78   Add to cart

Summary

Samenvatting volledige boek ontwikkelingspsychologie

3 reviews
 354 views  36 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van het boek met plaatjes uit het boek die bijpassend en handig zijn voor het begrijpen van de stof. Het is een best uitgebreide samenvatting met veel pagina's.

Preview 4 out of 69  pages

  • Yes
  • March 19, 2023
  • 69
  • 2022/2023
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: lottevanlochem • 1 year ago

review-writer-avatar

By: tijeboni • 1 year ago

review-writer-avatar

By: markvdwerff1 • 1 year ago

avatar-seller
Samenvatting boek: developmental psychology
Hoofdstuk 1 developmental psychology: themes and contexts

Inleiding
Ontwikkelingspsychologie probeert veranderingen te identificeren en te beschrijven in de manier
waarop we denken en gedragen en de processen blootleggen die deze veranderingen aandrijven.
Dus welke dingen er veranderen naarmate we ouder worden en hoe dit tot stond komt. Vorderingen
in onderzoek kunnen helpen om ontwikkeling en verandering te bevorderen.

Oorsprong van gedrag: overerving en omgeving
Nature vs. nurture debat: relatie tussen erfelijkheid en omgeving.
- Nativisme= ontwikkeling is gebaseerd op erfelijkheid
- Empirisme= ontwikkeling is gebaseerd op invloeden uit omgeving.
 Veel theorieën geven aan dat beide invloed hebben op ontwikkeling. Maar theoretici zijn het
niet eens over het belang van elk deze factoren in verschillende domeinen.
De interactie tussen overerving en omgeving is een actief, dynamisch proces waartoe zich
ontwikkelende kinderen zelf een actieve en vitale bijdrage leveren.

Ontwikkelingsverandering beschrijven: continuïteit vs. discontinuïteit
Sommige psychologen zien ontwikkeling als een continu proces waarbij elke nieuwe gebeurtenis
voortbouwt op eerdere ervaringen, het is dan een soepele en geleidelijke accumulatie van
bekwaamheid. (accumulatie en kwantitatief) Maar soms is er ook abrupte verandering in ons
vermogen en dit is discontinu, deze visie vergelijkt ontwikkeling met een reeks afzonderlijke stappen
of stadia waarin gedragingen worden gereorganiseerd in een kwalitatief nieuwe reeks gedragingen.
- Siegler ziet ontwikkeling als continu, maar stelt dat
omdat de ontwikkeling van een reeks vaardigheden
en neigingen tegelijkertijd gebeurt de algehele
ontwikkelingsverandering wordt afgewisseld met
discontinue verschuivingen.

Kritieke en gevoelige periodes
Kritieke periode= bepaalde ervaringen zijn vereist om de ontwikkeling op een typische manier te
laten verlopen.
Gevoelige periode= leeftijdscategorie waarin specifieke ervaringen optimaal zijn om ontwikkeling te
laten plaatsvinden op een typische manier.

Domein-algemene of domein-specifieke ontwikkeling
Het is interessant om te weten in welke mate de ontwikkeling van een nieuwe vaardigheid gevolgen
heeft op andere domeinen.
- Piaget betoogde dat ontwikkeling domein algemeen is en dus zijn gevolgen merkbaar op
verschillende domeinen. Anderen zeggen dat ontwikkeling domein specifiek is en dus
onafhankelijk in verschillende domeinen.
- Mensen die gaan voor nature, die geloven vaak in domein specifiek.

Locus van ontwikkelingsverandering
‘levels of explanation’= de manier waarop we ervoor kiezen om psychologische vermogens te
beschrijven. Verklaringsniveaus kunnen biologisch, gedragsmatig, sociaal en emotioneel.
- Verandering vindt plaats op alle niveaus tegelijk. De kwestie is dan welk niveau of plaats van
verandering het meest informatief is.

,Perspectieven van ontwikkeling
Individuele kenmerken en contextuele invloeden
Ontwikkelingspsychologie moet rekening houden met individuele variaties in ontwikkeling.
Individuen kunnen zich atypisch ontwikkelen. Reageren we hetzelfde op situaties of beïnvloeden de
contexten waarin we leven hoe we ons gedragen en hoe ontwikkeling plaatsvindt.
 Ontwikkelingspsychologen verschillen in hun nadruk op individuele kenmerken vs.
situationele of contextuele invloeden.
- Belangrijke manier waarop individuele kenmerken worden onderzocht is door te
onderzoeken hoe verschillende kinderen reageren wanneer ze worden geconfronteerd met
situationele uitdagingen of risico’s tot een gezonde ontwikkeling. Risico’s kunnen meerdere
dingen zijn, namelijk biologisch of psychologisch (ziekte) of het milieu (gezinsinkomen). Elk
kind reageert weer anders op zulke situaties.
Sommige kinderen lijden aan ontwikkelingsstoornissen, anderen vertonen ‘slaper’-effecten: het lijkt
allemaal goed maar op latere leeftijd vertonen ze problemen. Bij anderen heeft het daadwerkelijk
weinig effect en leren ervan om in latere stadiums met tegenspoed om te gaan. Dit alleen door
risico’s te hebben beleeft als kind.

Culturele contexten
Onderzoekers die nadruk leggen op contextuele invloeden hebben verschillende omgevingen
onderzocht. Onderzoek naar de bijdrage die de omgeving levert aan de ontwikkeling van een kind
heeft geleid tot verhoogde interesse in hoe cultuur zich verhoudt tot ontwikkeling. Onderzoek
hiernaar geeft informatie over variatie in bereik van menselijk potentieel en expressie dat kan
ontstaan in verschillende groeiomstandigheden. De ontwikkeling vergelijken geeft grote
aanwijzingen voor de rol van (culturele) omgeving op de ontwikkeling van de psychologische
vermogens. Basisvaardigheden die men belangrijk vindt, verschilt ook per cultuur.

Biologische perspectief
Telkens als we ontwikkelen, verandert er iets biologisch. Ontwikkelingspsychologen negeren alleen
dat biologie er veel mee te maken heeft. Het biologische perspectief is cruciaal in de ontwikkeling.
Ontwikkeling en de interactie van het erfelijke en omgeving gebeurt op het niveau van neuronen en
patronen van functionele hersenactiviteit. En omdat er verschillende manieren zijn waarop de
hersenen en neuronen zich gedragen en ontwikkelen, zijn deze biologische beperkingen in invloed op
de ontwikkeling van ons gedrag.

Ecologisch perspectief: benadering die het belang benadrukt van het begrijpen van niet alleen de
relaties tussen organismen en verschillende milieusystemen, maar ook de relaties tussen dergelijke
systemen zelf.
 Urie Bronfenbenner is een groot voorstander hiervan en biedt een theoretisch kader dat de
lagen van omgevings- of contextuele systemen die van invloed zijn op ontwikkeling laat zien.
- Microsysteem: omgeving waarin het kind leeft en communiceert met mensen en instellingen
die het dichtst bij staan.
- Mesosysteem: onderlinge relaties tussen de componenten van microsysteem.
- Exosysteem: instellingen die van invloed zijn op het kind, maar indirect contact mee heeft.
- Macrosysteem: ideologische en institutionele patronen van bepaalde cultuur.
- Chronosysteem: verandering naar mate van de tijd.

Het levensduurperspectief: ontwikkeling over de hele levensduur. Dit perspectief bevat ook
historische factoren die van invloed kunnen zijn op psychologische ontwikkeling:
leeftijdscohorteffect. Een groep mensen is geboren in hetzelfde jaar of dezelfde historische periode
en delen dezelfde historische ervaringen. Deze gedeelde ervaringen kunnen leiden tot specifieke en
onderscheidende problemen. Het levensduurperspectief wijst op de noodzaak om bij het dirigeren
rekening te houden met het historische context bij het evalueren van een onderzoek.

,Psychologie en ontwikkelingspsychologie
Het heeft weinig zin voor ontwikkelingspsychologen om ontwikkeling te bestuderen als we niet
weten waar het heen gaat. Zonder begrip van de volwassen staat van onze capaciteiten, kan een
zorgvuldig wetenschappelijke studie niet lukken. Hiervoor is het grotere plaatje van psychologie in
het algemeen voor nodig. Ontwikkelingspsychologie staat zo centraal in psychologie, omdat elk
persoon een ontwikkelingsgeschiedenis heeft en dus een psychologisch proces in de loop van de tijd.
Inzicht in de ontwikkeling biedt een unieke en fundamenteel belangrijk perspectief op menselijk
begrip en gedrag.

Hoofdstuk 2 theories in developmental psychology

De rol van theorieën in ontwikkelingspsychologie
Het is de taak van theorieën om vooruitgang te boeken en oplossingen te zoeken voor vragen en
waarom ontwikkelingsstoornissen optreden.
 Ontwikkelingstheorieën doen twee belangrijke dingen:
1. Helpen bij het organiseren en integreren van bestaande informatie in coherente,
interessante en plausibele beschrijvingen van hoe kinderen zich ontwikkelen.
2. Generen toetsbare hypothesen of voorspellingen over gedrag van kinderen.
Theorieën staan of vallen op basis van wetenschappelijke bevindingen en kunnen worden opgevat
als kortstondige dingen, die worden afgewezen en vervangen als blijkt dat ze niet juist zijn. Theorieën
die een langere relevantie hebben, hebben vaak een bredere reikwijdte dat probeert meer dan één
ontwikkelingsfenomeen te verklaren.
 Piaget’s constructivistische argument is een goed voorbeeld: theorieën die bijv. een groot
aantal aspecten van cognitieve ontwikkeling uitleggen staan of vallen niet op basis van
enkele waarnemingen.
Theorieën kunnen ook langer meegaan door nieuwigheid van verklarende benadering die ze bieden.

Oorsprong van gedachten over de ontwikkeling van een mens
John Locke beweert dat baby’s worden geboren met een schone lei. Hun zijn niet in staat om van de
buitenwereld te leren. Aan de andere kan beweren ‘rationalistische filosofen’ dat de geest een soort
ordening legt aan de omgeving om deze te kunnen begrijpen. Dit is ook het nativisme vs. empirisme
conflict.

Gedrag en rijping in de vroege 20e eeuw
Behaviorisme: ontwikkeling werd gekenmerkt door continue en geleidelijke veranderingen in gedrag.
Behavioristen betoogden dat de leerprincipes die zij bij volwassenen zien spelen ook een
fundamentele rol hebben in de ontwikkeling. Gedragsveranderingen worden gedreven door ervaring
en deze veranderingen vinden geleidelijk en continu plaats. Het behavioristische standpunt is het
beste te samenvatten met citaat van John Watson: ‘’geef me een dozijn gezonde baby’s en ik
garandeer iedereen op te leiden om elk type specialist te worden die ik selecteer.’’
- Belangrijkste leervormen die behavioristen voorstonden zijn klassieke conditionering en
operante conditionering (= gedrag wordt aangeleerd als reactie op specifieke stimulus).
 Operante conditionering wordt gecontroleerd door een manipulatie van gevolgen van
gedrag. Dit kan door belonen en straffen. Door succes op dieren, pleiten Skinner en
Thorndicke dat het een goede manier is om ontwikkeling te begeleiden. Operante
conditionering is daarom ook opgenomen in veel toegepaste programma’s om gedrag van
kinderen te veranderen.

, Rijpingstheorie: de tegenstander van behaviorisme, opkomst capaciteiten van baby’s is bepaald door
genetische erfenis. (maturationisten)
Gessel betoogd dat er een rijpingsschema is dat in overgeërfd. Dit is bewezen met een
tweelingonderzoek. De een werd motorisch gestimuleerd en de ander niet, alsnog bleef de
ontwikkeling nauw met elkaar verbonden.
- Rijpingstheorieën zijn zeer invloedrijk bij het verklaren van het ontstaan van kinderen met
verschillende temperamenten.
- Nature vs. nurture nemen variaties aan, dus het speelt een rol maar variëren in hoeveel
belang ze daaraan hechten. Piaget had misschien wel belangrijkste vooruitgang: hij
probeerde te begrijpen hoe natuur en opvoeding precies op elkaar inwerken.

Psychodynamica en ethologie
De psychodynamische benadering
Deze theorie van Freud onderscheidt en beschrijft de meer interne motivaties en persoonlijkheden
van individuele mensen. Hij was van mening dat volwassenen motivaties en persoonlijkheden
werden gevormd door ervaringen in kinderjaren. Voor Freud bestaan er drie onderling verbonden
delen: het id, het ego, en het superego. Bij het superego wordt een geweten ontwikkelt en het kind
krijgt het vermogen om morele waarden toe te passen op haar eigen daden.
Persoonlijkheidsontwikkeling (veranderingen van id, ego en superego) bestaat uit 5 fasen:
1. Orale fase (0-1): jonge baby is bezig met activiteiten, zoals eten, zuigen en bijten.
2. Anale fase (1-3): het kind leert het persoonlijke uit te stellen ontlasting.
3. Fallische fase (3-6): nieuwsgierigheid naar seksuele anatomie en seksualiteit komt
tevoorschijn. Deze fase is cruciaal voor vorming genderidentiteit.
4. Latentieperiode (6-12): seksuele driften zijn ondergedompeld en kinderen vermijden relaties
met leeftijdsgenoten van het andere geslacht.
5. Genitale periode (20-65): seksuele verlangens komen naar voren en zijn gericht op
leeftijdsgenoten.
Een van Freuds belangrijkste bijdragen aan ontwikkelingspsychologie is nadruk op vroege
levensjaren. Dus eerste drie stadia is belangrijk voor emotionele ontwikkeling en volwassen
persoonlijkheid. En dus ook hoe kinderen omgaan met de eerste drie fasen.

Psychosociale theorie
Erik Erikson zijn theorie wordt als een ontwikkeling
gezien met het doorlopen van acht stadia over de
levensduur. Elke fase wordt gekenmerkt door de
persoonlijke en sociale taken die het individu moet
bereiken, evenals de risico’s die het individu loopt als
ze er niet in slagen.

Ethologische theorie
Etholoog Lorenz beschreef imprenting als een
plotselinge, biologische geprimeerde vorm van gehechtheid, wat voorkomt bij vogelsoorten.
Imprenting bevat een kritieke periode. Het belangrijke punt van imprenten voor ethologen is dat
ondanks het fout kan gaan, het een zeer adaptieve gedrag is dat het dient om een sterke nabijheid
tussen baby en ouder te creëren.
- Centraal in de ethologische gedachtegang staat de noodzaak om het gedrag en mentale
processen van een organisme in relatie tot zijn biologie en het ecosysteem in die
functioneert te bekijken en te begrijpen. Het is dus belangrijk om rekening te houden met
omgeving en behoeften bij verschillende stadia.
- Basismethode van ethologen om onderzoek te doen is observeren van kinderen in hun
natuurlijke omgeving en hun doelen zijn het ontwikkelingen van gedetailleerde
beschrijvingen en classificaties van gedrag.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller senneidsardi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.78  36x  sold
  • (3)
  Add to cart