De kunst van het afstemmen
Mensen met een verstandelijke beperking zijn in de meeste gevallen langdurig afhankelijk
van begeleiding. De beperking manifesteert zich niet alleen op verstandelijk vlak, maar
vooral ook op het emotionele vlak. Daarom is het van groot belang om de begeleiding goed
af te stemmen op de verschillende ontwikkelingsniveaus (cognitief, sociale redzaamheid,
emotioneel) van de persoon met een verstandelijke beperking. Uit deze
ontwikkelingsniveaus komen verschillende behoeften voort, waar rekening mee gehouden
dient te worden. Afstemmen is nooit klaar en vergt zowel kennis als kunde van de
begeleider.
Waarom afstemmen?
Een verstandelijke beperking heeft de volgende kenmerken:
- Sprake van een beperking in de adaptieve vaardigheden die men nodig heeft om
zichzelf in het dagelijks leven te kunnen redden. Dit uit zich in het denken (het
conceptuele domein), in de interacties (het sociale domein) en in de concrete
praktische vaardigheden (het adaptieve domein).
- Sprake van een beperking in het denkvermogen: cognitieve ofwel intellectuele
beperking.
- De beperking is ontstaan voor, tijdens of na de geboorte, in ieder geval gedurende de
ontwikkeling.
Intelligentie is een belangrijk kenmerk, maar daar gaat het niet alleen om. We kijken vaak
eerst naar het IQ en letten daar ook vooral op. Het IQ zou minder doorslaggevend moeten
zijn, want dat de persoon minder intelligent is, wisten we al. Het gaat er vooral om wat de
persoon kan en waar de begrenzingen liggen. In de DSM-5 is ook meer nadruk gelegd op de
beperkingen in de adaptieve vaardigheden dan op de IQ-scores. Bij mensen met een
verstandelijke beperking of zwakbegaafd niveau is er in veel gevallen sprake van bijkomende
problematiek. Er zijn vaak gedragsstoornissen en/of stoornissen. Dit kan gemakkelijker
ontstaan door het gemis aan draagkracht dat de verstandelijke beperking met zich
meebrengt. Afstemmen van de begeleiding moet op meerdere vlakken gebeuren, maar in
ieder geval op cognitief niveau, op het gebied van vaardigheden en op emotioneel gebied.
Afstemmen is maatwerk en heeft meerdere doeleinden. Het is belangrijk voor de
begeleidingsrelatie met de cliënt, zo ontstaat er een vertrouwensrelatie. De kwaliteit van de
begeleidingsrelatie is de belangrijkste factor voor de algehele beleving van de kwaliteit van
zorg door een cliënt. Afstemmen voorkomt daarbij ook overvraging of onder stimulering van
een cliënt, hierdoor wordt de kans op het ontwikkelen van bijkomende problematiek kleiner.
Het verschil tussen kunnen en aankunnen
Iet kunnen is niet hetzelfde als aankunnen. Dit geldt voor kinderen en volwassen en
bovendien voor mensen met en zonder beperking. Iets weten of iets kunnen is vaak niet
voldoende om je gedrag goed te kunnen sturen: ons gedrag wordt soms meer bepaald door
onze emoties dan door wat we weten. Volgens Charles Darwin (1809-1882) dienen emoties
voor sociale en adaptieve functies die wezenlijk zijn voor overleving van de soort. Zo
bevordert uiting va plezier, door te lachen, de toenadering tot anderen. Emoties lijken
daarmee de eerste basale reacties op gebeurtenissen te veroorzaken (gedrag), die
, vervolgens door cognitie eventueel nog bijgestuurd kunnen worden voordat de reacties
geuit worden. Soms is de reactie echter al geuit voordat je de impuls kon tegenhouden.
Mensen met een verstandelijke beperking kunnen minder terugvallen op de cognitie, en
lijken daardoor vaak meer basaal te reageren, dus vanuit hun emoties.
Met iets aankunnen bedoelen we dat een persoon bewust of onbewust de situatie onder
controle heeft, oftewel dat diegene zich goed weet aan te passen aan wat de situatie van
hem vraagt (coping) en zich daardoor sterk genoeg velt om iets te kunnen doen. Wanneer de
situatie onder controle is, zal het ook eerder leiden tot een succeservaring: de persoon zal de
situatie tot een goed einde weten te brengen. Als de situatie niet onder controle is, doordat
het hoofd van de persoon vol zit met emoties of allerlei gedachten, is er ook een kleinere
kans op een succeservaring. Als je je sterk voelt, kun je meer aan.
De emotionele ontwikkeling heeft veel invloed op de sociale ontwikkeling. De emotionele en
sociale ontwikkeling houden sterk verband met elkaar., zo sterk, dat we deze in feite niet los
van elkaar kunnen bespreken. Om die reden spreekt men vaak over ‘sociaal-emotionele
ontwikkeling’. Emotie gaat meer over de interen belevingswereld (het voelen. Sociaal gaat
over het gedrag van een persoon.
In het sterke verband tussen de cognitieve en de emotionele ontwikkeling is de cognitieve
leidend: de emotionele ontwikkeling volgt de cognitieve ontwikkeling en stijgt hier zelden tot
nooit bovenuit.
- De cognitieve ontwikkelingsleeftijd bij mensen met een verstandelijke beperking is
altijd lager dan bij een normale ontwikkeling. Dat is logisch, aangezien een lager IQ
een voorwaarde is om van een verstandelijke beperking te kunnen spreken.
- De emotionele ontwikkelingsleeftijd ligt bij mensen met een verstandelijke beperking
vaak aanzienlijk lager dan de cognitieve ontwikkeling.
Terwijl cognitieve ontwikkeling en de sociale redzaamheid vooral over kunnen en weten
gaan, gaat de emotionele ontwikkeling vooral over stemming, emoties en geweten. Samen
met de sociale ontwikkeling bepalen deze hat aankunnen: het kunnen toepassen van
adequate gedragspatronen in allerlei situaties. De mate van het aankunnen op een bepaald
moment (door stemmingswisselingen kan dit nog wel eens verschillen) bepaalt dan de mate
van het kunnen. Wanneer iemand slecht in zijn vel zit, is zijn draagkracht laag en is hij
minder in staat vaardigheden in te zetten. Op die momenten is er meer ondersteuning
nodig.
Hoe jong of hoe oud je bent bepaald mede wat voor mogelijkheden je hebt om te leren.
Jonge mensen kunnen beter leren, terwijl mensen met een jonge leeftijd vaak met
achteruitgang te maken hebben. Tijdens het leven doet iemand ook allerlei positieve en
negatieve ervaringen op. Iemand met een emotioneel ontwikkelingsniveau van 36 maanden,
kan 40 jaar levenservaring hebben en daardoor (aangeleerde) vaardigheden of gedragingen
vertonen die niet passen bij het lagere emotionele-ontwikkelingsniveau. Deze ervaringen
doet iemand onder meer op tijdens de opvoeding die ontvangen wordt, of mogelijk juist
doordat die op bepaalde gebieden ontbreekt, wat ook weer gevolgen heeft voor het
dagelijkse functioneren. Opvoeding vindt altijd plaats in een bredere sociale en culturele
context. Ook is het karakter van invloed op diens handelen en motivatie. Iemand kan
bijvoorbeeld erg koppig zijn, wat nieuwe dingen leren in de weg kan staan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnetemolder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.